Ecologie

1
Ecologie

• Ecologie huishouden (Grieks)

2
Ecologie

• Biotische factoren ?
• Levende natuur / organismen
• Abiotische factoren?
• A zonder, bios levenDus levenloze natuur

3
Organisatieniveaus

• Individu
• Populatie ?
• Groep individuen van de dezelfde soort
• Levensgemeenschap ?
• Meerdere populaties

4

• In levensgemeenschap beinvloeden meerdere
  populaties elkaar
• Ook abiotische factoren
• Samen ?
• Ecosysteem

5
Ecosysteem

• Voorbeelden
• Duingebied
• Bos
• Sloot
• Heideveld

6
Ecosysteem

• dynamisch complex van levensgemeenschappen van
  planten, dieren en micro-organismen en hun
  niet-levende omgeving, die in een onderlinge
  wisselwerking een functionele eenheid vormen.

7
Biosfeer

• alle ecosystemen op aarde vormen samen 1
  biosfeer

8
Wet van de onbedoelde gevolgen

• Als we iets veranderen in een ecosysteem zal er
  iets onvoorziens ook veranderen.

9
Voorbeeld Victoriameer

• ? Nijlbaars uitgezet (toerisme)
• grote predator verstoord evenwicht
• kleine vissoorten verdwijnen
• beheersing verdwijnt algenslangen/parasieten
• algenbloei
• te weinig O2
• parasieten (slangen) verspreiden ziektes
• vis gerookt i.p.v. gedroogd ? bodemerosie
  (houtkap)

10
Trofische niveaus
11
Vraag P,C1,C2,C3,C4?
C2
C2
C3
C3
C1
C2
C4
P
C2
C1
C3
C2
C1
C2
12
Piramide
13
Energie
14
(No Transcript)