Title: Optimaliteitstheorie%20
1Optimaliteitstheorie Semantiek
- Petra Hendriks
- Maart 2004
2Semantiek
- Semantiek betekenisleer.
- Pragmatiek leer van betekenis in een bepaalde
context of gebruik. - Een goede semantische theorie moet kunnen
verklaren hoe de betekenis van een samengestelde
uitdrukking wordt opgebouwd uit kleinere
betekeniseenheden.
3Compositionaliteit
- Taal is recursief.
- Betekenissen kunnen dus niet gegeven worden door
eindige lijst van zinnen met bijbehorende
betekenissen. - Algoritme voor afleiden van betekenissen nodig ?
Principe van Compositionaliteit van Betekenis.
4Principe van Compositionaliteit
- Principe van Compositionaliteit van Betekenis
- De betekenis van een samengestelde uitdrukking is
een functie van de betekenissen van de
samenstellende delen en de manier waarop ze zijn
samengevoegd. - Standaardaanname in de taalkunde
- Manier van samenvoeging syntactische structuur.
5Zinsbetekenis
- De betekenis van een zin is afhankelijk van de
betekenis van de woorden - Marie zag Jan.
- Marie hoorde Jan.
- Maar ook van de manier waarop die worden
samen-gevoegd - Marie zag Jan.
- Jan zag Marie.
6Problemen met compositionaliteit
- Idiomen een blauwtje lopen, boter op het hoofd
hebben. - Figuurlijk taalgebruik, o.a. metaforen en ironie
de avond valt, het schip der woestijn. - Anaforen zichzelf, hem, het.
- Context-afhankelijke betekenissen gisteren,
hier, ik. - Mismatches tussen syntactische en semantische
structuur, o.a. bereik van kwantoren, en
ellipsis drie kwamen.
7Oplossing OT
- Syntactische structuur is een zachte constraint
op interpretatie. - Interpretatie is onderhevig aan constraints van
verschillende aard (syntactisch, semantisch,
prosodisch, pragmatisch). - Syntactische constraints kunnen geschonden worden
indien er sterkere constraints zijn waaraan
anders niet voldaan kan worden.
8Conflicterende constraints
- Constraints op interpretatie kunnen conflicteren.
9Voorbeeld
- Algemene tendens om talige elementen te
interpreteren als anaforen. - Pragmatische constraint op betekenissen
- Dont Overlook Anaphoric Possibilities (DOAP)
- Opportunities to anaphorize text must be
seized. - (Williams, 1997)
10Anaforische interpretaties
- Heike Drechsler stopt na de Olympische Spelen van
Athene met atletiek. - De 40-jarige Duitse won twee olympische titels
verspringen en talloze andere kampioenschappen,
ook op de 100 meter. - Haar deelname in Athene is overigens nog lang
niet zeker, want zij moet de limiet van 6,75
meter nog springen. - (Volkskrant, 11 maart 2004)
11Hem
- Jan liep op straat.
- Marie zag hem.
- hem Jan
- Deze interpretatie gehoorzaamt DOAP.
12Hem
- Jan keek in de spiegel.
- Toen zag Jan hem.
- hem ? Jan
- Deze interpretatie schendt DOAP.
- Hoe kan dat?
13Conflict
- Blijkbaar is er een conflict tussen DOAP en een
sterkere constraint. - Syntactische constraint op betekenissen
- Principle B
- If two arguments of the same semantic relation
are not marked as being identical, interpret them
as being distinct.
14Hem
Input Jan zag hem. Principle B DOAP
hem Jan !
hem iemand anders
15Zichzelf
Input Jan zag zichzelf. Principle B DOAP
? zichzelf Jan
zichzelf iemand anders
16Hem
Input Jan liep op straat. Marie zag hem. Agreement Principle B DOAP
hem Marie !
? hem Jan
hem iemand anders !
17Automatische pronomenresolutie
- Gerlof Bouma ontwikkelde een systeem voor
automatische pronomenresolutie. - Systeem maakt gebruik van grammaticale informatie
aangeleverd door de parser Alpino. - Systeem vindt de optimale betekenis voor de
pronomina hij, zij/ze, hem, haar, hun/hen, zijn,
zichzelf (maar niet het). - Input pronomen.
- Output optimale antecedent voor het pronomen.
18Gerlof Boumas constraints (1)
- Constraints m.b.t. agreement
- Respect Human Sex
- Use the appropriate pronoun for a human referent.
- Agree
- Agree semantically or syntactically.
- Change Your Mind
- If the antecedent is a pronoun, there has to be
syntactic agreement.
19Gerlof Boumas constraints (2)
- Constraints m.b.t. binding
- Principle A
- Zichzelf takes a co-argument as an antecedent.
- Disjoint Reference Principle ( Principle B)
- Never take a co-argument as an antecedent.
- Binding Agreement constraints ? BA
20Gerlof Boumas constraints (3)
- Constraints m.b.t. prominentie van het
antecedent - Subject/Object (Su/Ob)
- The antecedent is a subject/object.
- Sentential Proximity (SP)
- Dont have a sentence boundary between the
pronoun and the antecedent. - Pronoun (Pr)
- The antecedent is a pronoun.
21Gerlof Boumas constraints (4)
- Overige constraints
- Parallelism (Pa)
- The pronoun and the antecedent are in the same
argument position. - Human (Hu)
- The antecedent has a human referent.
- Possessives Hack (PH)
- Possessives take their antecedent in the current
sentence.
22Webdemo
- Webdemo van Gerlof Boumas systeem voor
automatische pronomenresolutie - http//wodan.let.rug.nl/gerlof_bin/oplos_script2
23Optimalisatie van vorm en betekenis
- OT syntaxis
- Input betekenis
- Output (gestructureerde) vorm
- Richting van optimalisatie van betekenis naar
vorm - OT semantiek
- Input vorm
- Output (gestructureerde) betekenis
- Richting van optimalisatie van vorm naar
betekenis
24Problemem met unidirectionele modellen van
optimalisatie
- Beaver Lee (te verschijnen)
- Als OT produktie (OT syntaxis) en OT
interpretatie (OT semantiek) gecombineerd worden
in één model, dan is het resultaat een model
waarin niet persé een consistente relatie tussen
betekenissen en vormen bestaat. - Voorbeeld betekenis Jan gt vorm hem gt
betekenis Piet. - Dit is onwenselijk.
25Bidirectionele optimalisatie
- Oplossing
- Bidirectionele OT (Blutner, 2000)
- Input en output zijn vorm-betekenis-paren.
26Bidirectionele OT (sterke versie)
- Een vorm-betekenis paar is optimaal (?) wanneer
- Er geen paar is met een betere vorm voor die
betekenis. - Er geen paar is met een betere betekenis voor die
vorm.
27Blokkering
- Sterke bidirectionele OT kan verklaren waarom de
vorm woedendheid niet mogelijk is - ltwoede, toestand van boos zijngt
- ltwoedendheid, toestand van boos zijngt
- De eerste vorm is beter want korter.
- Daardoor wordt de tweede vorm geblokkeerd.
28Maar sterke bidirectionele OT is te sterk!
- Er zijn gevallen waarin de langere vorm niet
geblokkeerd wordt, maar een andere, bijzondere
betekenis krijgt. - Voorbeeld
- ltkill, vermoordengt
- ltcause to die, op een indirecte manier
vermoordengt - Dit kan sterke bidirectionele OT niet verklaren.
- ? Zwakke bidirectionele OT
29Bidirectionele OT (zwakke versie)
- Een vorm-betekenis-paar is superoptimaal (?)
wanneer - Er geen ander superoptimaal paar is met een
betere vorm voor die betekenis. - Er geen ander superoptimaal paar is met een
betere betekenis voor die vorm.
30Superoptimaliteit
- Een vorm-betekenis-paar is alleen dan niet
superoptimaal, wanneer er een superoptimaal paar
is met een betere vorm of betekenis. - Niet-optimale ( verliezende) paren doen niet
meer mee in de verdere competitie. - Zwakke bidirectionele OT creëert hierdoor extra
vorm-betekenis-paren. - Elk paar dat optimaal in de sterke versie van
bidirectionele OT is tevens superoptimaal, maar
niet omgekeerd.
31Superoptimale paren
- Voorbeeld
- ltkill, vermoordengt
- ltkill, op een indirecte manier vermoordengt
- ltcause to die, vermoordengt
- ltcause to die, op een indirecte manier
vermoordengt - Eerste paar is optimaal en dus ook superoptimaal.
- Tweede en derde paar zijn niet-optimaal, want ze
verliezen van het eerste paar. - Daardoor is vierde paar superoptimaal.
32Ongemarkeerde vormen
- Ongemarkeerde vormen worden meestal gebruikt voor
ongemarkeerde situaties - Kill directe causatie, bijv. iemand met een
pistool neerschieten.
33Gemarkeerde vormen
- Gemarkeerde vormen worden meestal gebruikt voor
gemarkeerde situaties - Cause to die indirecte causatie, bijv.
veroorzaken dat een pistool in de handen van de
schutter ontploft door iets in de loop te stoppen.
34Verwerving van betekenissen
- De Hoop Krämer (2004)
- Verwerving van de interpretatie van indefinieten
- een meisje
- enkele jongens
35Indefinieten
- Betekenis 1 verwijzend
- o.a. specifiek, anaforisch, zeer prominent.
- Betekenis 2 niet-verwijzend
- o.a. niet specifiek, niet-anaforisch, laag
prominent, predikatief.
36Indefiniete subjecten
- Vorm 1 subject in eerste zinspositie
- Een konijn kwam uit de hoed.
- Vorm 2 subject in zinsinterne positie
- Er kwam een konijn uit de hoed.
37Indefiniete objecten
- Vorm 1 bijwoord-object -werkwoord (unscrambled
form) - ... dat ik gisteren een ei heb gebakken.
- Vorm 2 object-bijwoord-werkwoord (scrambled
form) - ... dat ik een ei gisteren heb gebakken.
38De verwerving van indefinieten
- Wanneer volwassenen een referentiële
interpretatie toekennen aan een indefiniet
subject, doen kinderen dat meestal ook. - Bergsma-Klein (1996)
- Een meisje gleed twee keer uit.
- Leeftijd 40-70.
- Dezelfde respons als volwassenen 74.
39De verwerving van indefinieten
- Wanneer volwassenen een niet-referentiële
interpretatie toekennen aan een indefiniet
subject, doen kinderen dat vaak niet. - Termeer (2002)
- Er ging twee keer een jongen van de glijbaan af.
- Leeftijd 87-104.
- Dezelfde respons als volwassenen 32.
40De verwerving van indefinieten
- Wanneer volwassenen een referentiële
interpretatie toekennen aan een indefiniet
object, doen kinderen dat juist niet. - Krämer (2000)
- Het meisje heeft een appel
- niet geplukt.
- Leeftijd 40-77.
- Dezelfde respons als volwassenen 15.
41De verwerving van indefinieten
- Wanneer volwassenen een niet-referentiële
interpretatie toekennen aan een indefiniet
object, doen kinderen dat ook. - Krämer (2000)
- Het meisje heeft geen appel geplukt.
- Leeftijd 40-610.
- Dezelfde respons als volwassenen 100 .
42Patroon in experimenten
- Volwassenen
- Referentiële interpretatie subject
- Niet-referentiële interpretatie subject
- Referentiële interpretatie object
- Niet-referentiële interpretatie object
- Kinderen ( volwassen respons)
- 74
- 32
- 15
- 100
43Vergelijking tussen talen
- Algemeen patroon in talen
- Subjecten zijn meestal referentieel.
- Objecten zijn meestal niet-referentieel.
- Kinderen maken fouten als ze van dit patroon
moeten afwijken. - Waarom?
44Indefiniete subjecten
45Indefiniete objecten
46Volwassenen vs. kinderen
- De interpretatie van indefinieten door
volwassenen kan worden gemodelleerd door zwakke
bidirectionele OT. - Ongemarkeerde vormen met ongemarkeerde
betekenissen zijn gemakkelijk voor kinderen. - Gemarkeerde vormen met gemarkeerde betekenissen
zijn moeilijk voor kinderen. - De interpretatie van indefinieten door kinderen
kan daarom het best worden gemodelleerd door
unidirectionele OT.
47Optimalisatie-strategieën
- Als de analyse van de Hoop Krämer (2004)
correct is, dan verschilt de grammatica van
volwassenen van die van kinderen in de
gehanteerde optimalisatie-strategie - Volwassenen zwakke bidirectionele OT.
- Kinderen tot zeker 7 jaar unidirectionele OT.
48De rol van pragmatiek
- De Hoop Krämer (2004) voorspellen dat kinderen
een andere optimalisatie-strategie gaan gebruiken
ergens na hun 7de jaar. - Deze transitie lijkt overeen te komen met het
gebruik van pragmatische kennis door kinderen. - Deze transitie heeft niet alleen effect op de
interpretatie van indefinieten, maar ook van
scalaire implicaturen en pronomina.
49Conclusie
- Unidirectionele interpretatieve OT semantiek.
- Zwakke bidirectionele OT pragmatiek.