Title: Met welke farmacotherapeutische kennis onderscheidt de oncoloog zich?
1Met welke farmacotherapeutische kennis
onderscheidt de oncoloog zich?
Jan Schellens
2Welke farmacotherapeutische kennis heeft de
medisch oncoloog nodig?
- Kennis van dosis-werkingsrelaties van oncolytica
- Dosis-effectiviteit
- Dosis-bijwerkingen
- Kennis over verschillen tussen patiënten
- Genetische factoren
- Demografische factoren en bijkomende ziekten
- Kennis over ondersteunende therapie
- Kritisch beoordelingsvermogen
3Mogelijke vormen van Dosis-Respons (R) curves
Toxiciteit
RMAX
(R)
Dosis
4Dosis-intensiteit en Her2-receptor bij
borstkanker Adjuvante behandeling
- Her2 en Lymfklier
- CAF mg/m2 q 5-jaarsoverleving
- 600-60-600 4 wks4 85
- 400-40-400 4 wks6 45
- 300-30-300 4 wks4 36
- ,plt0.001
-
- Muss et al. NEJM 19943301260
5Patiënten zijn hetzelfde
Patiënten zijn verschillend
6Oog voor ouderen
7Medische Oncologie 2004 7 no 1, p. 17
8Kennis over ondersteunende therapie
Medische Oncologie 2004 7 no 1, commissie BOM
9Klinisch onderzoek voor registratiehttp//www.em
ea.eu.int/humandocs/Humans/EPAR/emend/emend.htm
Cisplatinum-geïnduceerd acuut en vertraagd braken
10Aanvullend onderzoek in de praktijk
- Aanpassen schema aan lagere dosis en ook andere
5HT3 antagonisten - Dosis en schema bij andere schemas met cis-Pt
(BEP, wekelijks met RT,.) - Kinderen en adolescenten
- Zonder aanvullend onderzoek terughoudendheid met
aprepitant - Risico op geneesmiddeleninteracties
11(No Transcript)
12Epoëtine bij behandeling van bloedarmoede
Nature Medicine News 2003 9 1439
13THE LANCET Oncology Vol 4 August 2003 Reflection
and reaction Breast cancer trial with
erythropoietin terminated unexpectedly A
randomised, double-blind, placebocontrolled study
was designed by Johnson Johnson to investigate
the effect of erythropoietin treatment to
maintain normal haemoglobin concentrations on
survival in patients with metastatic breast
cancer. The resulting multicentre trial (which
enrolled 939 patients) investigated the use of
erythropoietin (Eprex) as an adjunct to
chemotherapy to prevent anaemia in patients with
metastatic breast cancer who were receiving
first-line chemotherapy. The findings of this
study have raised the possibility of an adverse
effect on survival and we therefore believe it is
extremely important to communicate this
information promptly. The study was terminated
early because of an observed higher mortality in
the group treated with Eprex. An analysis of
12-month survival, which was the primary
endpoint, showed a statistically significant
difference (p00117) between patients in the
placebo group (76) and those in the Eprex group
(70). The observed difference in number of early
deaths was mainly due to an increase in incidence
of disease progression in the Eprex group
compared with the placebo group (6 vs 3). Brian
Leyland-Jones PI on behalf of the BEST
Investigators and Study Group
14Medische Oncologie 2004 7 no 1
15Kritisch beoordelingsvermogenCaelyx bij mammaca
- Registratie voor monotherapie bij patiënten met
een verhoogd risico op hartaandoeningen(www.cbg-m
eb.nl) - Equivalente activiteit in adjuvante setting en in
combinatietherapie in de 1ste lijn is (nog) niet
aangetoond - Reclame beschrijft vooral surrogaat eindpunten
- Reclame is niet volledig
16Conclusies
- Gedegen inzicht in farmacotherapie vertaalt zich
in therapie op maat - Terughoudendheid gewenst met nieuwe middelen als
plaatsbepaling, of risicos bij gebruik niet
voldoende bekend zijn - Farmacovigilantie registreer bijwerkingen via
www.lareb.nl