Title: Urine- en sedimentonderzoek
1Urine- en sedimentonderzoek
- Afra Veken
- Gerard Beukeveld
2Urine- en sedimentonderzoek
- Urineverzameling
- Urineproductie
- Macroscopische beoordeling (oog, neus)
- Chemische beoordeling (urinestrip)
- Microscopische beoordeling (sediment)
3Waarom urine-onderzoek
Acute of chronisch ziekten opsporen die voor de
nieren in de nieren na de nieren zijn ontstaan.
4Waarom urine-onderzoek
- Voor de nieren grote eiwitproductie, celsterfte,
infectie, diabetes, medicijnen - In de nieren infectie, obstructie, stolling,
auto-immuun, medicijnen, glucose - Na de nieren blaaskanker, prostaat problemen,
infectie, trauma, menstruatie
5Eindstadium nierfalen
- Diabeten 40
- Hypertensie 27
- Chronische Glomerulonefritis 13
- Cysten 4
- Nefritis 4
- Overige (1 op 8) 12
6Urine verzamelen
- Midstroom zonder schoonmaak
- Binnen 2 uur na lozing treden grote veranderingen
in deze urine op
- Spontaan (kinderen, incontinentie)
- Katheter
- Percutaan
- Suprapubic
7Urine verzamelen
- Midstroom
- Eerste beetje urine in het toilet (maakt de
afvoer schoon) - Midstroom in een beker opvangen
- Rest kan weer in het toilet
- Beker sluiten
- Naam op het etiket en etiket op de beker
- Afgeven voor onderzoek
8Typen urine monsters
- Willekeurig (sediment) geen toevoegingen
- Ochtend portie (geconcentreerd niet echt geschikt
voor een sediment, zit al uren in de blaas en
hoge concentratie stoffen). Wel voor eiwit en
glucose. - 24 uurs verzameling (niet geschikt voor een
sediment). Conservering, verzamelen, vergeten,
wijze van verzamelen.
9Urine bewaren
- Voor onderzoek op uiteindelijk een sediment moet
verse urine worden gebruikt. Cellen en cylinders
verdwijnen snel. Binnen 30 minuten bekijken. - Lukt dit niet dan urine in de koelkast zetten.
Maximaal 4 uur vanaf lozing.
10Waar wordt de urine gemaakt
11De nier en zijn miljoenen nefronen
12Kapsel van Bowman
Glomerulus
13Bloed, pre-urine en de urine
14Schema van een nefron
15Concentreren van de urine
16Bloed rondom een nefron
17Klaring van stoffen door de nier
18Macroscopische beoordeling(temperatuur,neus en
oog)
- Normale urine is licht tot donker geel
- De urine is helder.
- Per dag wordt 750 ml tot 2 liter urine
geproduceerd. - Beker met verse urine is handwarm
19Macroscopische beoordeling
- Geur
- Ammoniumachtig (ureum afbrekende bacteriën)
- Vies/onrein (oude urine, pus of ontsteking)
- Zoet (glucose)
- Fruitachtig (ketonen)
- Limonadeachtig (groot urine probleem)
20Macroscopische beoordeling
- Kleur
- Kleurloos (verdunde urine)
- Diep geel (geconcentreerde urine, vit B2)
- Rood (bloed of hemoglobine, porfyrie, rode
bietjes) - Bruin (zure urine met bloed)
- Bruin-zwart (homogentisinezuur)
- Groen (medicijnen, biliverdine)
- Wit (chylusvocht door stuwing in lymfesysteem)
21Macroscopische beoordeling
- Troebel
- Typische cellen en kristallen
- Delen van cellen en bacteriën
- Kristallen (soms helder met zuur)
- Pus
- Erytrocyten
- Rode urine na eten rode bietjes
- Menstruatie
- Centrifugeren zal sommige doen ophelderen.
22Chemische beoordeling
23Urine stripjes
- Glucose
- Bilirubine
- Ketonen
- Soortelijk gewicht
- Bloed (erytrocyten en/of hemoglobine)
- pH
- Eiwitten
- Urobilinogeen
- Leukocyten
- Nitriet (bepaalde bacteriën)
24Urinestripjes aflezen
25Resultaatverwerking stripje
26Glucose
- Normaal zit rond de 0,8 mmol/l glucose in de
ochtendurine. - De strip verkleurt als de glucose groter dan 2,2
mmol/l wordt. - De nierdrempel voor glucose is voor iedereen
anders. - Verhoogd
- Dieet rijk aan suiker
- Diabeet
27Ketonen
- Hydroxyboterzuur, acetoacetaat en aceton
- Afbraakprodukten bij verhoogde afbraak van
vetzuren. - Verhoogd
- ontregelde diabeten type I
- sterk hongeren,
- weinig koolhydraten in de voeding
- koorts
28leucocyten
- Leucocyturie duidt op infectie ergens in het
urinesysteem. - Waar, dat moet worden uitgezocht.
- Graunulocyten infectie
- Eosinofielen allergische ontsteking
- Lymfocyten chronische ontsteking
29Bilirubine
- Bilirubine en al zijn verwanten geven een sterk
gele urine. - Verhoogd bij verminderde galuitscheiding naar de
darmen (galstenen, tumoren). - Bilirubine-achtige stoffen kunnen niet tegen
zonlicht en de concentraties nemen snel af.
30Urobilinogeen
Afbraakproduct van heem (hemoglobine)
- Verhoogd
- Overlading levercapaciteit (hepatitis, tumor,
hypoxie) - Intravasale hemolyse (transfusie, vergiftiging,
infectie, tuinbonen bij G6PD) - Pernicieuze anemie
- Hemolytische anemie
- Versnelde hemoglobine afbraak
- Constipatie en ander darmproblemen
31De zuurtegraad pH
pH 4,5 8 Meestal 5,5 6,5
32Erytrocyten en of hemoglobine
- Bloed in urine heet hematurie
- Waar komt dit bloed vandaan?
- Voor de nier (hemolyse na transfusie)
- In de nier of blaas (tumor of ontsteking)
- Trauma
- Menstruatie
33Hematurie
- Glomerulonefritis
- Eiwit, erytrocytencylinders
- en dysmorfe erytrocyten
- Renaal
- Eiwit, geen dysmorfe erys
- Na en in de nieren
- Prostaat, kanker, cysten, nierstenen, trauma,
- stollingsproblemen
34Dysmorfe erytrocyten
35Eiwit in urine (proteinurie)
- Normaal is minder dan 20 mg/l eiwit in de urine
aanwezig. - De dispstick meet pas vanaf 300 mg/l (15 keer
hoger dan normaal) - Alleen als eiwit in urine te hoog is wordt het
gemeten. - Meet alleen albumine, bijna geen immuunglobulinen
en korte ketens (Bence Jones eiwitten) - Belangrijk is te weten hoeveel en welke soorten
eiwitten in de urine zitten.
36Soorten eiwitten in de urine
37Albumine in urine
- Met albumine in urine kan de nierfunctie vrij
goed in kaart worden gebracht. - Deze methode is gevoelig vanaf 1 mg/l (normaal lt
20 mg/l) - Reproduceerbaar en eenvoudig.
- Therapie is hier mee te volgen.
- Een portie ochtendurine is voldoende.
38Miscroscopische beoordeling
39Miscroscopische beoordeling
- Het maken van een sediment moet
gestandaardiseerd. - Niet te hard en te lang centrifugeren
- Zorgen voor een 10 keer concentratie
- Wel of geen kleuring toevoegen.
40Met een fasencontrastmiscroop
41Bacteriën
- Komen normaal in de urine voor vanwege de hoge
concentraties in vagina en plasbuis - Vermenigvuldigen zich snel bij kamertemperatuur,
vandaar snel de urine bekijken. - Hoge concentratie van één soort bacterie duiden
op urineweginfectie. - Meerdere soorten duidt op contaminatie
42Bacteriën
43Gistcellen
- Gistcellen duiden op een infectie.
- Soms moeilijk van eryen leucos te
onderscheiden. - Budding of is typisch voor gistcellen
44cilinders
- Hyaline normaal, hypovolume
- Granulocyten acute tubulaire schade,
pyelonefritis - Erytrocyten glomerulonefritis
- Witte cellen interstitiele nefritis
- Grote brede beschadigde tibuli en duiden op
eindstadium chronische nierziekten
Lage doorstroom in de nieren, hoge zout
concentratie, lage pH waardoor het Tamm-Horsfall
eiwit neerslaat.
45cilinders
46WBC cilinder
47urinezuurkristallen
48Kristallen triple-fosfaat
49Microscopisch belangrijk
Rode bloedelcilinders vasculitis,
glomerulonefritis Witte bloedcellencilinders inte
rstitiele nefritis Eosinofielen allergische
interstitiele nefritis Erytrocyten glomerulaire
bloeding, of elders Kristallen calcium oxalaat
/ fosfaat urinezuur, cystine Bacteriën,
schimmels en gisten Epitheelcellen