VSA

1
VSA
Vehicle Stability Assist
2
Slippen de hoofdoorzaak bij ongevallen
In Europa zijn er ongeveer 1,3 miljoen ongevallen
en 50.000 doden per jaar.

• 25 van de ongevallen met zwaar letsel zijn te
  wijten aan het slippen

• 60 van de dodelijke ongevallen zijn te wijten
  aan zijdelingse inrijdingen na aanrijdingen ten
  gevolge van slippen

(Bron GDV Gesamtverband der deutschen
Versicherungswirtschaft (General Association of
the German Insurance Economy)
3
Verkeersveiligheid Drie belangrijke parameters
De bestuurder
De toestand van de weg
Het voertuig
4
Veiligheidssystemen
De passieve systemen - minimaliseren de gevolgen
van een ongeval
De actieve systemen voorkomen het ongeval

• Anti-blokeersysteem ABS
• Anti-slipsysteem TCS
• Voertuig Stabiliteits Assistentie VSA
• Noodstopbekrachtiging

• Airbag
• Veiligheidsgordel
• Hoofdsteun

5
Verkorten van de remafstand
Remmen en sturen
Accelereren zonder slippen
6
VSA (ABS TCS)²
VSA
1978
1986
1995
7
In welke situatie heeft men VSA nodig ?
VSA helpt bij kritieke situaties

• Bruuske manoeuvers en wisseling van rijstrook,
  bv. - door niet zichtbare file in een bocht
  - een plots opdagend obstakel

• Tractieverlies door een slecht ingeschatte bocht,
  bv.
• - uitrit snelweg

• Snelle stuurbewegingen en opeenvolgende
  tegensturingen, bv.
• - landweg met veel opeenvolgende bochten

8
ABS Remmen en sturen
Rijsituatie uit het dagelijkse leven

• Een onverwachte verkeersopstopping op een weg met
  meerdere rijbanen.

• De bestuurder moet bruusk remmen om de hindernis
  te vermijden.

• Zonder ABS blokkeren de wielen, de wagen reageert
  niet meer op de stuurbewegingen van de bestuurder.

9
VSA Een hindernis ontwijken
Rijsituatie uit het dagelijkse leven

• Een wagen rijdt plots op uw rijstrook.

• U moet bruusk op de tegenliggende rijstrook
  uitwijken.

• Door het drukke verkeer in de tegenovergestelde
  richting, moet u plotseling terug naar de vorige
  rijstrook, de wagen riskeert hierdoor te slippen.

10
VSA Rijden in een bocht
Rijsituatie uit het dagelijks leven

• De bestuurder begint aan een bocht (uitrit van
  een snelweg of haarspeldbocht)

• De bocht blijkt scherper dan voorzien.

• De bestuurder reageert te laat.De wagen gaat uit
  de bocht met de voorste wielen of het achterste
  van de wagen begint te slippen.

11
VSA Bochtig parcours