Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW - PowerPoint PPT Presentation

1 / 75
About This Presentation
Title:

Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW

Description:

Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW Guido Valkeneers ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:368
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 76
Provided by: NeleVal
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Inleiding in de statistiek voor de gedragswetenschappen Met ondersteuning van PASW


1
Inleiding in de statistiekvoor de
gedragswetenschappenMet ondersteuning van PASW
  • Guido Valkeneers

2
Hoofdstuk I De statistiek in het onderzoek
intro PASW
guido.valkeneers_at_lessius.eu
3
Doelstellingen
  • De student kent de diverse fasen van het
    onderzoek en begrijpt de rol van de statistiek in
    dat kader
  • De student verstaat de besproken begrippen zoals
    variabele, afhankelijke en onafhankelijke
    variabele, operationalisering, populatie versus
    steekproef, beschrijvende versus inductieve
    statistiek,
  • De student kent de diverse vormen van
    steekproeftrekking en tevens de mogelijkheden en
    beperkingen hiervan
  • De student kent het onderscheid tussen het
    experiment en het veldonderzoek
  • De student kan een datafile aanmaken in PASW

4
Twee typen van statistiek?
  • Beschrijvende statistiek (jaar I)verzamelen van
    gegevens bij een steekproefsamenvatten van deze
    gegevens welk zijn de kengetallen? middels een
    grafische voorstelling?analyseren van de
    resultaten bestaat er een samenhang?Kortom een
    overzicht van de resultaten
  • Inductieve statistiek (jaar II)Wat betekenen
    deze resultaten in relatie tot de populatie?
  • schattingsprobleem hoe kunnen we µ schatten op
    grond van het steekproefgemiddelde?
  • Beiden bieden methodologische ondersteuning van
    onderzoek

5
Onderzoek
  • Gaat over onderzoek dat op basis van waarnemingen
    probeert ware en algemene uitspraken te doen over
    de werkelijkheid.(Brinkman, 1998)Een uitspraak
    is een bewering waarin een of meerdere objecten
    een eigenschap wordt toegeschreven.

6
Onderzoek
  • Voorbeelden van uitspraken- Jan is ziek-
    Assepoester is lang ongelukkig geweest-
    Kabouters zijn kleiner dan mensen- Bomen hebben
    een stam- Mannen zijn gemiddeld intelligenter
    dan vrouwen

7
Onderzoek
  • Wetenschappelijk verantwoord onderzoek?-
    objectiviteit- controleerbaarheid-
    herhaalbaarheid- systematiek

8
Onderzoek
  • Deterministische uitspraken versus
    probabilistische uitspraken- Wet van de
    zwaartekracht versus- Frustratie bevordert
    agressie

9
Twee typen van onderzoek
  • Het experimentDoelbewust worden één of enkele
    variabelen gemanipuleerd en we onderzoeken de
    effecten hiervan op de afhankelijke variabele.
  • bv. welk is de relatie tussen de attitude en
    het gedrag? Het experiment van de verloren brief
    (Nuttin en Beckers)
  • Het veldonderzoek/ surveyonderzoek/
    enquêteonderzoekHier worden geen variabelen
    gemanipuleerd bv. hebben babyboomers en busters
    een andere levensstijl en koopgedrag?

10
Wat is een variabele?
  • Is een eigenschap/kenmerk van een
    onderzoekseenheid (persoon/huishouden)bv.
    geslacht
  • Kan diverse waarden (uitkomsten) aannemen. Mensen
    verschillen op het vlak van deze
    eigenschappenbv. man/vrouw
  • Tegengestelde van een constante

11
Wat is een variabele?
  • Onafhankelijke variabeleverschillen in deze
    variabelen worden gezien als oorzaak (?) van
    verschillen in de afhankelijke variabele
  • Afhankelijke variabele variabele ter
    studieverschillen in deze variabelen worden
    gezien als gevolg (?) van verschillen in de
    onafhankelijke variabele
  • Er zijn diverse niveaus van meting (zie verder)

12
Fasen in het onderzoek
  • De vraagstelling
  • De operationalisering
  • Steekproefopzet
  • Verzamelen van de gegevens
  • Beschrijven van de resultaten
  • Formulering van conclusies/rapportage

13
De vraagstelling
  • De vraagstelling vloeit voort uit de theorie
    ofwel uit een concreet probleemVraag naar
    secundaire gegevens wat hebben andere
    onderzoekers reeds vastgesteld? Vraag naar
    primaire gegevens via experiment of veldonderzoek

14
Voorbeeld van een experiment
  • Relatie tussen milieubesef (als attitude) en het
    milieuvriendelijk consumentengedrag (effectief
    toepassen van)?Bv. besef van de opwarming van de
    aarde en het gebruik van een terreinwagen.
  • Nuttin stelt zich de vraag wat het verband is
    tussen de attitude en het gedrag door het
    experiment van de verloren brief.

15
Voorbeeld van een veldonderzoek
  • Vraagstelling Bestaat er een verschil in
    levensstijl en koopgedrag bij de busters
    versus de babyboomers?
  • Onderzoekshypothese Busters en babyboomers
    vertonen een verschillende
    levensstijl en koopgedrag
  • Het verzamelen van de gegevens behoort tot de
    beschrijvende statistiek. De analyse van de
    resultaten tot de inductieve statistiek.Wat
    betekenen deze resultaten voor de populatie?
    Hierbij werken we met twee tegengestelde
    veronderstellingen.

16
Fase 1. De vraagstelling
  • Onderzoekshypothese wordt gesteld in termen van
    meetbare kenmerken, d.i. variabelen.Afhankelijke
    variabele de verschillen in deze variabele
    dienen we te verklaren (bv. vatbaarheid voor
    dyslexie)Onafhankelijke variabele deze
    verschillen kunnen een verklaring bieden. (bv.
    geslacht)Hebben verschillen in de
    onafhankelijke variabelen effect op de
    verschillen in de afhankelijke variabele?

17
Fase 1. De vraagstelling
  • Gebruik een vraagvormbv. Niet het eetgedrag van
    jongeren
  • Specificatie van de begrippenbv. Niet wat is
    het medicijngebruik in de psychiatrie?Beter wat
    is het van de in 2009 opgenomen psychiatrische
    patiënten in Vlaanderen die gedurende de eerste
    maand van de observatieperiode ten minste
    dagelijks een antidepressivum voorgeschreven
    kregen?

18
Fase 1. De vraagstelling
  • Geen oordelende vragenbv. Niet zijn er
    voldoende psychiaters in Vlaanderen?Bv. Niet
    hoeveel van de jongeren eet gezond?
  • Een rijtje in plaats van een volzinHoofdvraag en
    deelvragen Bv. Hebben kinderen van handarbeiders
    lagere schoolcijfers in het basisonderwijs dan
    deze van hoofdarbeiders?Krijgen deze kinderen
    als ze dezelfde cijfers behalen een ander advies?

19
Fase 1. De vraagstelling
  • Drie typen van vragen
  • - voorkomen van iets. Bv. hoeveel van de
    Vlamingen is depressief?- verschillen tussen
    groepen. Bv. zijn vrouwen meer depressief dan
    mannen?- samenhang. Bv. bestaat er een samenhang
    tussen de leefsituatie en al dan niet depressief
    zijn?

20
Fase 2. Operationalisering
  • Operationaliseren van een begrip tot meetbare
    variabele hoe kunnen we dit begrip concreet
    meten? Voorbeelden van operationaliseringgemakke
    lijk moeilijkergeslacht Intelligentieleeftijd
    aanleg voor wiskunde
  • diploma arbeidstevredenheid

21
Fase 3. Steekproefopzet
  • Populatie (N) alle individuen waar we een
    uitspraak over willen doen en die bijgevolg in
    aanmerking komen voor het onderzoek.Alle
    individuen testen?
  • Steekproef (n) selectie van individuen uit de
    populatie. Hoe selecteren?

22
Fase 3. Steekproefopzet
  • Kunnen we alle personen ondervragen?Wellicht
    niet haalbaar, tenzij zeer kleine populaties,
    ofwel uit noodzaak. Wie rijdt in Vlaanderen met
    een Ferrari? Dit is wellicht een kleine groep
    van mensen die we kunnen opsporen. Uit noodzaak,
    bv. Bij medewerkerstevredenheidsonderzoekWe
    spreken van een census.
  • In andere gevallen gebruiken we een steekproef.
    We selecteren een aantal proefpersonen en
    trachten op grond van de gegevens iets te zeggen
    over de populatie.

23
Fase 3. Steekproefopzet
  • Waarom een steekproef?Is sneller af te
    handelenIs goedkoper
  • Hoe moeten we een steekproef trekken?Twee typen
    van steekproeftrekking- aselect (at random)-
    niet aselecte steekproef

24
Fase 3. Steekproefopzet
  • Aselecte steekproef (at random) elk individu van
    de populatie heeft evenveel kans om in de
    steekproef terecht te komen. Vereisten?
  • Niet aselecte steekproef elk individu heeft niet
    evenveel kans om in de steekproef terecht te
    komen. Gevolgen?

25
Fase 3. Steekproefopzet
  • Aselecte opzetvereist een lijst van de
    deelnemers in de populatie steekproefkader
    (hoe?) elke persoon krijgt een nummer.
    Gevolgen op grond van gegevens van dergelijke
    steekproef kan ik iets vertellen over de
    populatie. Schatting van de parameters van de
    populatie, op grond van resultaten van de
    steekproef.

26
Fase 3. Steekproefopzet
  • Aselecte steekproefVoordelen - generalisering
    naar de populatie is mogelijk- veel statistische
    technieken zijn mogelijk- hoeveel
    proefpersonen?Nadelen - levert geografisch
    verspreide individuen op met bijkomende kosten
    en tijdsinvestering- Kan wel of niet leiden tot
    representatieve steekproef. Zeker bij kleine
    steekproeven kan representativiteit een probleem
    geven

27
Fase 3. Steekproefopzet
  • At random samplingVolledig aselecte
    steekproef computer kiest aantal nummers van
    personen. Systematische aselecte steekproef
    kies een (willekeurig) eerste persoon, en de
    volgende ppn. heeft telkens een nummer dat x
    aantal hoger ligt. Gestratificeerde steekproef
    de populatie wordt verdeeld in deelpopulaties (
    strata) en uit elke deelpopulatie trekken we
    aselect een steekproef.(voorbeeld van strata
    ASO, TSO, BSO)Proportionele of disproportioneel
    getrokken steekproef
  • Clustersteekproef de populatie wordt ingedeeld
    in subgroepen die zo heterogeen mogelijk zijn.
    Vervolgens worden een aantal subgroepen
    geselecteerd en elk individu van de geselecteerde
    groepen wordt bevraagd.Bv. de behoefte aan
    schoolmateriaal van middelbare scholieren. We
    hebben een lijst van secundaire scholen en kiezen
    een aantal hiervan en zullen vervolgens alle
    leerlingen van de gekozen scholen bevragen.

28
Fase 3. Steekproefopzet
  • Niet aselecte steekproef geschikt voor
    verkennend onderzoek geschikt om
    meetinstrumenten te testen goedkoop en
    snel veel gebruikt in de psychologie Maar
    resultaten kunnen niet veralgemeend worden
    naar de populatie.

29
Fase 3. Steekproeftrekking
  • Niet aselecte steekproeftrekking
  • Convenience sampling kies de individuen die
    voor het grijpen liggen
  • Judgement sampling kies deze individuen die als
    bevoorrechte getuigen kunnen fungeren, bv. groep
    van zware gebruikersSnowball sampling de
    eerste respondent levert volgende proefpersoon
    op, enz Te gebruiken bij moeilijk vindbare
    doelgroepenQuota sampling verdeel de populatie
    in een aantal subgroepen ( strata) en kies uit
    elke subgroep willekeurig een aantal
    proefpersonen. M.a.w. uit elke subgroep trekken
    we een convenience sampling. Belangrijk voor
    representativiteit Random Walk de onderzoeker
    selecteert proefpersonen volgens een vooraf
    vastgesteld wandeltraject. Toeval bij de keuze
    van proefpersonen speelt een rol. Deze procedure
    benadert het beste de aselecte opzet en wordt
    gebruikt wanneer een steekproefkader niet voor
    handen is.

30
Fase 4. Verzamelen van de gegevens
  • Diverse methoden voor verrichten van metingen-
    vragenlijst- test- .Deze gegevens worden
    systematisch weergegeven in een datamatrix in PASW

31
Fase 4. Verzamelen van gegevens
  • De datamatrix
  • Gebruik van Excel zeer beperkte mogelijkheden
    voor inductieve statistiek
  • Gebruik van PASW zeer handig.Meest gebruikte
    sofware voor statistische analyse.

32
Fase 4. Verzamelen van gegevens
  • SPSS Statistical Package for the Social Science
  • PASW Predictive Analytics SoftWare
  • Twee windows- Data Editor- Viewer
  • Twee tabs- Variable View- Data View

33
PASW. Data View
34
PASW. Variable View
35
PASW. Variable view
Zeer belangrijk
  • Name naam van de variabele dit gegeven komt in
    de data file boven de variabele staan, beperkt
    aantal karakters, geen spaties,
  • Type kies standaard voor numeriek en u kunt
    voor deze variabele getallen invoeren. U kunt
    voor string kiezen, om bv. de namen van de
    proefpersonen in te geven, of om bemerkingen te
    noteren, bv. persoon geeuwde vaak, vermoeidheid?
  • Width hoeveel posities heeft u nodig voor deze
    variabele? Standaard is 8.
  • Decimals indien u geen gebruik maakt van
    decimale getallen kiest u voor nul
  • Label de naam van de variabele die u nu ingeeft
    zal gebruikt worden als titel boven een tabel,
    grafiek minder beperkingen dan bij name
  • Values hier geeft u aan welke getallen voor
    welke groepen staan. (niet te gebruiken bij scale
    metingen), bv. 1 is man en 2 staat voor vrouw
  • Missing value op welke wijze geeft u aan dat een
    persoon dit niet ingevuld heeft? U gebruikt
    hiervoor een getal dat onmogelijk als waarde
    gescoord kan worden.
  • Measure welk is het niveau van meting nominal,
    ordinal, scale.
  • Begin ALTIJD met het aanmaken van de variable view

36
PASW. Variable Type
37
PASW. Value Labels
38
PASW. Missing Values
39
PASW. Meetniveaus
40
PASW. Variable View
41
PASW. Data View
Gegevens van persoon nr. 3
Gegevens over leeftijd
42
PASW. Data View
43
PASW. Data View
Zeer belangrijk
  • Resultaten van één proefpersoon vinden we in één
    en slechts één rij. Alle gegevens van één
    persoon staan in één rij. In één rij vinden we de
    gegevens van slechts één proefpersoon.
  • Resultaten van één variabele vinden we in één en
    slechts één kolom. Alle gegevens van één
    variabele vinden we in één kolom en de gegevens
    in één kolom hebben betrekking op slechts één
    variabele.

44
PASW. Analyze
  • Via Analyze kunnen we een opdracht geven aan PASW

45
PASW. Frequencies
46
PASW. Viewer
47
Opslaan van gegevens in PASW
  • Gegevens kunnen bewaard worden via File, Save
    as
  • Datafile krijgt automatisch extensie .sav
  • Bv. busters.sav
  • Output gegevens krijgen een extensie .spv
  • Bv. busters.spv
  • Gegevens kunnen opgevraagd worden via File,
    Open, Data

48
Fase 5. Beschrijven van de gegevens
  • Datamatrix is onoverzichtelijk.Hoe kunnen we de
    gegevens overzichtelijk voorstellen? Middels een
    frequentieverdelingMiddels een grafische
    voorstelling van de resultatenMiddels bepaling
    van centrale tendens en variabiliteit.

49
Fase 6. Formuleren van conclusies
  • Toetsende/inductieve statistiek.Wat zeggen de
    gegevens uit de steekproef over de populatie?
    Jaar II inductieve statistiekHoe werkt dit?

50
Fase 6. Formuleren van conclusies
  • Deductief versus inductief redeneringDeductief
    redeneren vanuit een logische redenering, kunnen
    we conclusies opbouwen. Alle mensen zijn
    sterfelijkJan is een mensDus jan is
    sterfelijkStaat model voor de wiskunde

51
Fase 6. Formuleren van conclusies
  • Inductieve redenering vanuit de empirische
    observaties trachten we een wet te
    formuleren.Hume ziet een probleem. We kunnen
    niet alle mensen onderzoeken om te besluiten dat
    mensen sterfelijk zijn.

52
Fase 6. Formuleren van conclusies
  • Statistische / inductieve redeneringTwee
    tegengestelde beweringen worden t.o.v. mekaar
    afgewogenmensen zijn onsterfelijk
    (nulhypothese)mensen zijn sterfelijk
    (alternatieve hypothese)Indien ik uit de
    empirie gegevens vind die de eerste stelling
    onderuit halen, is de tweede stelling van
    toepassing. Inductieve statistiek (Jaar II)

53
Twee uitgewerkte voorbeelden
  • Experiment van de verloren brief(Nuttin en
    Beckers)
  • Busters versus babyboomers (Apers, et al.)

54
Voorbeeld van een experiment
  • Nuttin stelt zich de vraag wat het verband is
    tussen de pro-sociale attitude en het betreffende
    gedrag door het experiment van de verloren brief.

55
Voorbeeld van een experiment
  • Wat is een attitude?
  • is een door ervaring verworven interne
    dispositie die belangrijke en duurzame
    richtinggevende determinant is van de evaluatieve
    aspecten van open gedrag tegenover een object dat
    zich leent tot gunstige of ongunstige
    waardering- cognitief aspect- affectief
    aspect- intentiesHoe kan dit gemeten worden?
  • Wat is de relatie met concreet gedrag?

56
Experiment van Nuttin en Beckers
  • Vraag aan de proefpersonen wat zou u doen als u
    een brief zou vinden met daarop een adres? - via
    interview- via enquêtebijkomende vraag Zou het
    iets uitmaken als de postzegel los zit? Het
    adres in Wallonië ligt? enz..
  • Experiment. Brieven worden effectief
    verloren gelegd, volgens een factorieel design.
    Wat zullen de proefpersonen doen? Zelfde
    reacties als in de interviews?

57
Experiment van Nuttin en Beckers
  • Factorieel design2X2X2X3 opzet
  • Onafhankelijke variabelen regio waar de brief
    te vinden werd gelegd (Vlaanderen/Wallonië)adres
    van de bestemmeling (Vlaanderen/Wallonië)vindplaa
    ts van de brief (cel/auto)zegels (1 vast, 1 los,
    4 los)

58
Experiment van Nuttin en Beckers
  • De proefpersonen (bij de gejukte interviews)
    beweren in 90 van de gevallen de brief te zullen
    posten. En of het iets uitmaakt of de postzegel
    vastgekleefd is of niet, maakt niks uit. En
    verder maakt niks uit, aldus de proefpersonen.
  • Vraagstelling zullen de gemanipuleerde factoren
    een impact hebben op het al dan niet posten van
    de brief?Hypothesen de overgrote meerderheid
    van de proefpersonen zal de brief posten. De
    gemanipuleerde factoren zullen geen impact hebben
    op dit gedrag.

59
Experiment van Nuttin en Beckers
  • Wat blijkt uit de resultaten? O.m. 77 van de
    brieven met vastgekleefde postzegel werd gepost
    terwijl met de losse postzegel(s) werd slechts
    34 (35) van de brieven gepost. Onderzoek van de
    significantie via de chi-kwadraat (zie hoofdstuk
    VIII)?
  • Besluit van Nuttin en Beckers dat externe
    omstandigheden dit prosociaal gedrag bepalen.
    Attitudes spelen dus een beperkte rol in de
    verklaring van dit gedrag. Nuttin, J. (1999).
    Sociale beïnvloeding. Toetsbaar leren denken over
    gedrag. Universitaire Pers Leuven
  • Idem voor de relatie tussen milieubesef en
    milieuvriendelijk gedrag.

60
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Onderzoek Busters versus baby boomers. Eenheid
    en verscheidenheid.
  • Zijn er verschillen inzake levensstijl en
    koopgedrag tussen beide generaties? Omschrijving
    levensstijl hoe kijken consumenten naar het
    leven? Waarden, interesses, opvattingenKoopgedra
    g verwijst naar de wijze waarop consumenten hun
    aankoopgedrag verrichten. Omschrijving busters
    (30plussers) en baby boomers (40 en 50plussers)
    de operationalisering dus.
  • Hypothesen op grond van eerder onderzoek.

61
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Hypothesen m.b.t. levenstijl Senioren hechten
    meer dan jongeren belang aan hun gezondheid
    (Joosten, 2000)Ouderen begeven zich minder dan
    jongeren op het internet (Jacobs, 2003)Busters
    zijn meer materialistisch ingesteld dan de
    babyboomers (De Pelsmacker et al., 2006)Lachance
    (2003) stelde vast dat jongeren in sterke mate
    modebewust zijn, ouderen dus wellicht minder

62
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Hypothesen m.b.t. koopgedragHenry (2002) heeft
    aangetoond dat jongeren bij het consumptiegedrag
    eerder belang hechten aan sociaal-expressieve
    aspecten van het productOuderen zijn meer
    geneigd om prijs en kwaliteit als verwisselbare
    begrippen te zien (Janssens en De Pelsmacker,
    2002)Valkeneers (2006) toonde aan dat twintigers
    dertigers en veertigers meer dan andere
    leeftijdsgroepen producten en diensten impulsief
    aankopenHenry (2002) toonde eveneens aan dat
    ouderen meer dan busters belang hechten aan
    functionele aspect in hun consumptiegedrag
    Romberts en Manolis (2000) toonden aan dat
    babyboomers minder compulsief koopgedrag
    vertoonden dan de busters.Inzake attitude t.o.v.
    merken verwachten we dat de busters meer
    merkgevoelig zullen zijn dan de bayboomers
    (Lachance, 2003)

63
Voorbeeld van veldonderzoek
  • MethodeSteekproeftrekking aangezien er geen
    steekproefkader voorradig is, gebruiken we een
    gemakkelijkheidssteekproef. Studenten BaTP
    zoeken elk drie proefpersonen in hun omgeving
    (n402)

64
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Methode beschrijving van de steekproef (I)

65
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Methode beschrijving van de steekproef (II)

66
Voorbeeld van veldonderzoek
  • MethodeVragenlijst van het likertschaal type
    geef aan in hoeverre u akkoord kunt gaan met
    volgende uitspraken 1. helemaal niet
    akkoord 2. niet akkoord 3. eerder niet
    akkoord 4. neutraal 5. eerder akkoord 6.
    akkoord 7. helemaal akkoord22 items over
    levensstijl en 51 items over koopgedrag
    (overgenomen van andere auteurs)5 onafhankelijke
    variabelen leeftijd, geslacht, voornaamste
    verantwoordelijke voor de dagelijkse aankopen,
    woonplaats, hoogste diploma

67
Voorbeeld van veldonderzoek
  • ResultatenSamenstelling van de schalen-
    hercodering (omdraaien) van enkele items, zodanig
    dat alle items van één schaal in dezelfde
    richting wijzenVia PASW transform, recode, into
    a different variable en draai de scores om. -
    onderzoek de interne homogeniteit van de schalen.
    In PASW via analyse, scale, reliabilty analysis
    Kies voor de Cronbach Alfa, en geef de items in
    van deze categorieWelke items vormen samen de
    meest optimale schaal?

68
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Itemanalyse voor de schaal modebesef

69
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Resultaten van betrouwbaarheidsonderzoekNaam
    items Cronbach
    AlfaGezondheidsbesef 7 .70
  • Internetgebruik 3
    .80Materialisme 4 .82
  • Modebesef 6 .91
  • Prestigegevoeligheid 4 .88
  • Prijs als aanduiding 5 .80
  • Impulsief koopgedrag 4 .68
  • Functioneel koopgedrag 3 .63
  • Compulsief koopgedrag 15 .76
  • Merkkledij 7
    .89

70
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Hercodeer de variable leeftijd in busters
    versus baby boomers. In PASW transform,
    recode, into a different variable, en wijzig de
    leeftijd in groep 1 (busters) en groep 2 (baby
    boomers)(Tip PASW gebruik bij recode nooit
    into the same variable)

71
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Resultatentel de itemsscores (met optimale
    Cronbach Alfa) van dezelfde schaal samen tot een
    totaal scoreIn PASW via Transform, Compute,
    ..maak gebruik van Mean (in plaats van
    Sum).Maak vervolgens een gemiddelde van deze
    totaal score afzonderlijk voor busters en
    babyboomers

72
Voorbeeld van veldonderzoek
  • ResultatenGemiddelden per subgroep
  • Schaal busters
    BabyboomersGezondheidsbesef 5,10 5,53
  • Internetgebruik 5,27 4,62Materialisme 4,22
    3,92Modebesef 4,54 4,15Prestigegevoeligheid
    3,16 2,60Prijs als aanduiding 3,84
    3,61Impulsief koopgedrag 3,97
    3,30Functioneel koopgedrag 3,74
    4,26Compulsief koopgedrag 3,50
    3,03Merkkledij 2,94 2,45

73
Voorbeeld van veldonderzoek
  • Verder onderzoek (inductieve) toont aan dat alle
    verschillen significant van niveau zijn. Alle
    hypothesen werden bevestigd in dit onderzoek.
  • Met dank aan Katrien Apers, Jessica
    Vanderghinste, en Ellen Van de Ven, die een
    scriptie maakten met als titel Busters versus
    babyboomers. Eenheid en verscheidenheid (2006)

74
Opgaven uit het handboek
75
Statistiek deel IInleiding in de statistiek Met
ondersteuning van PASW
  • Guido Valkeneers
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com