Title: VOEDING EN BORSTKANKER
1VOEDING EN BORSTKANKER
- PROF DR H DEPYPERE
- PROF DR M BRACKE
Borstkliniek en Menopauzekliniek, Lab voor
Experimenteel Kankeronderzoek, Universiteit Gent
2Studies hebben aangetoond dat darmkanker en
borstkanker minder vaak voorkomen bij vezelrijke
voeding.1.2,3. Vezel beïnvloedt de hoeveelheid
oestrogenen in het lichaam. Oestrogenen worden
normaal in de darm afgescheiden, waar de vezel
bindt met het hormoon en het uit het lichaam
verwijdert.4 Zonder toereikende vezel, kan
oestrogeen opnieuw geabsorbeerd worden van de
darm in de bloedsomloop. Hoge oestrogeenniveaus
worden in verband gebracht met een hoger risico
op borstkanker. In de U.S.A. is de dagelijkse
vezelinname 10 tot 20 gram per dag. Experten
raden 30 tot 40 gram per dag aan. De beste
bronnen voor vezels zijn volle granen, bonen,
erwten, linzen, groenten en fruit. Voedsel dat
dichtst bij haar natuurlijke staat is,
ongeraffineerd en ongepeld, bevat meest vezel.
Cross-culturele studies hebben aangetoond dat
populaties met de hoogste vetconsumptie-niveaus
ook diegenen zijn met de hoogste sterftecijfers
van borstkanker en dikke darm kanker. De laagste
sterftecijfers vindt men in groepen met de
laagste consumptie van vetten.5 Migratie-studies
helpen de invloed van erfelijkheid uit te
sluiten.6 Talrijke studies wijzen erop dat vet in
de voeding iemands risico op kanker verhoogt, en
het zou ook de overlevingskansen van borstkanker
bij diegenen die kanker hebben, op nadelige wijze
beïnvloeden.7 Al is de totale hoeveelheid vet
die iemand eet van belang, er is bewijs dat
dierlijk vet veel schadelijker is dan plantaardig
vet. Een studie noteerde een 200 stijging in
borstkanker onder diegenen die vijf tot zes keer
per week rund of varken consumeerden.
3Vet heeft veel effecten binnenin het lichaam. Het
verhoogt de hormoonproduktie en doet dus het
risico op borstkanker stijgen. Het stimuleert ook
de produktie van galzuren die in verband gebracht
worden met dikke darmkanker. Het gemiddelde
dieet in de U.S.A. is ongeveer 37 vet. Het
National Cancer Institute raadt mensen aan dit
percentage tot goed onder de 30 te doen zakken
om een anti-kanker effect te hebben. Tien tot 15
is waarschijnlijk beter. Niet alleen zijn
groenten vetarm en vezelrijk, zij bevatten ook
veel kanker-bestrijdende substanties. Van
carotenoïdes, het pigment dat fruit en groenten
hun donkere kleuren geeft, werd aangetoond dat
zij helpen om kanker te voorkomen. Beta-caroteen,
aanwezig in donkergroene en gele groenten, helpt
tegen longkanker en kan ook kankers van de blaas,
de mond, het strottenhoofd, de slokdarm, borsten
en andere plaatsen helpen voorkomen. Groenten
zoals kool, broccoli, boerenkool, rapen,
bloemkool en spruiten bevatten flavones en
indoles waarvan aangenomen wordt dat zij
anti-kanker aktiviteiten hebben.
4Vitamine C, aanwezig in citrusvruchten en in vele
groenten, zou het risico op kankers van de
slokdarm en de maag kunnen verlagen. Vitamine C
gedraagt zich als een antioxidant, en
neutraliseert kanker-verwekkende chemicaliën die
zich in het lichaam vormen. Het blokkeert ook de
omzetting van nitraten in kankerverwekkende
nitrosamines in de maag. Selenium wordt
aangetroffen in volle granen en heeft dezelfde
anti-oxidante effecten als vitamine C en
beta-caroteen. Vitamine E heeft ook dit effect.
Voorzichtigheid is geboden bij het supplementeren
met selenium, dat in hoge dosissen toxisch is.
Overdreven alcoholgebruik doet de kansen
stijgen op borstkanker, mondkanker,
slokdarmkanker, en strottenhoofdkanker. In
combinatie met roken, schieten de risico's naar
omhoog. Het verhoogt ook het risico op kanker van
de maag, lever en de dikke darm.10 Er is ook een
duidelijke relatie tussen alcoholinname en een
verhoogde kans op borstkanker.
5 Alle bewijs wijst in de richting van een vetarm,
vezelrijk dieet dat een verscheidenheid van
fruit, groenten, volle granen en bonen bevat, als
het beste dieet voor kankerpreventie. Niet
verwonderlijk, hebben vegetariërs, wiens
voedingsgewoonten gemakkelijk aan deze
voorwaarden voldoen, het laagste risico op
kanker. Vegetariërs hebben ongeveer de helft van
het kankerrisico van vleeseters.11
Referenties1. Kritchevsky D. Diet,
nutrition, and cancer the role of fiber. Cancer
1986581830-6.2. Risch HA, Jain M, Choi NW, et
al. Dietary factors and the incidence of cancer
of the stomach. Am J Epidemiol 1985122947-59.3.
Lubin F, Wax Y, Modan B, et al. Role of fat,
animal protein and dietary fiber in breast cancer
etiology a case control study. J Natl Cancer
Inst 198677605-12.4. Goldin BR, Adlercreutz H,
Gorbach SL, et al. Estrogen excretion patterns
and plasma levels in vegetarian and omnivorous
women. N Engl J Med 19823071542-7.5. Lan HW,
Carpenter JT. Breast cancer incidence,
nutritional concerns, and treatment approaches. J
Am Diet Assoc 198787765-9.6. Minowa M, Bingham
S, Cummings JH. Dietary fiber intake in Japan.
Human Nutr Appl Nutr 198337A113-9.7. Wynder
EL, Rose DP, Cohen LA. Diet and breast cancer in
causation and therapy. Cancer 1986581804-13.8.
Bingham SA. Meat, starch, and non-starch
polysaccharides and bowel cancer. Am J Clin Nutr
198848762-7.9. Rose DP, Boyar AP, Wynder EL.
International comparisons of mortality rates for
cancer of the breast, ovary, prostate, and colon,
and per capita food consumption. Cancer
1986582363-71.10. Breslow NE, Enstrom JE.
Geographic correlations between cancer mortality
rates and alcohol-tobacco consumption in the
United States. J Natl Cancer Inst
197453631-9.11. Phillips RL. Role of lifestyle
and dietary habits in risk of cancer among
Seventh-day Adventists. Cancer Res
197535(Suppl)3513-22.12. Malter M. Natural
killer cells, vitamins, and other blood
components of vegetarian and omnivorous men. Nutr
and Cancer 198912271-8. 18/11/98
6 ETIOPATHOGENESE BORSTKANKER
7DUCTLOBULAR UNIT
8Mareel en Bracke
9(No Transcript)
10MammaPrint is ontwikkeld op lymfeklier negatieve
(N0) patiëntes, jonger dan 55 jaar, ER-negatief
en positief. Deze patiëntes zijn niet behandeld
met aanvullende chemotherapie. In de eerste
studie ontdekten de onderzoekers een 70-genen
profiel. 29 van de 34 patiëntes die uitzaaiingen
kregen binnen 5 jaar na diagnose kwam uit dit
profiel als hoog risico (sensitiviteit 85).
Terwijl 36 van de 44 patiëntes die geen
uitzaaiingen kregen binnen 5 jaar volgens hun
70-genen profiel ook daadwerkelijk als laag
risico te voorschijn kwamen (specificiteit 82).
De test werd aangescherpt en ook in later
onderzoek bij oudere borstkankerpatiëntes bleek
het profiel van 70 genen de risicos goed te
voorspellen. MINDACT Microarray in Node
Negative Disease may Avoid ChemoTherapy een
unieke studie voor borstkankerpatiënten
en onderzoeker
11Uit gegevens van meer dan 5000 borstkankers van
patiënten uit Vlaanderen blijkt dat bij
respectievelijk meer dan 70 en meer dan 80
van de tumoren bij pre- en postmenopausale
patiënten oestrogeen receptor positief is.
12(No Transcript)
13(No Transcript)
14(No Transcript)
15(No Transcript)
16Tamoxifen (Partiële Agonist)
Wakeling AE. Endocr-Relat Cancer 2000 7 1728.
17P-1 breast cancer prevention trial van de
National Surgical Adjuvant Breast and Bowel
Project NSABP resultaten in de tamoxifen arm
werd een reductie van invasieve borstkanker van
49 vastgesteld. (bij vrouwen jonger dan 49
jaar, tussen de 50-59 jaar en 60 jaar of ouder
was er een respectievelijke reductie van
borstkanker met 44 , 51 en 55 )
18P-1 breast cancer prevention trial van de
National Surgical Adjuvant Breast and Bowel
Project NSABP In de tamoxifen arm is eveneens
een reductie van 50 van in situ kanker
19P-1 breast cancer prevention trial van de
National Surgical Adjuvant Breast and Bowel
Project NSABP per 1000 vrouwen per 5 jaar
tamoxifeen inname zijn er 21,4 minder
invasieve borstkankers (22 ipv 43.4). r 8.2
minder in situ carcinomen (7.7 ipv 15.9). Er is
geen significante afname van E-rec neg
tumoren. 7.6 meer endometriumkankers (13 ipv
5.4). 4.9 meer vasculaire insulten (16.5
ipv 11.5). Chemopreventie gunstigst bij vrouwen
jonger dan 50 jaar.
20 BORSTKANKER
2.0
Total Cases 77 Plt.001
Placebo 5.3 per 1000 woman-years
RR 0.38 (95 CI 0.24-0.58)
1.0
Raloxifene 1.9 per 1000 woman-years
0.0
0
1
2
3
4
5
21PARTIAL AGONIST
Genistein
22Maubach J, Bracke M, Heyerick A, Depypere H,
Serreyn R, Mareel M, De Keukeleire D.
Quantitation of soy-derived phytoestrogens in
human breast tissue and biological fluids by
high-performance liquid chromatography. J
Chromotography B 2003 784 137-144. (I.F.
2.085) J. Maubach, H.T. Depypere, J. Goeman, J.
Van der Eycken, A. Heyerick, M.B. Bracke, P.
Blondeel and D. De Keukeleire. Distribution of
soy-derived phytoestrogens in human breast tissue
and biological fluids. Obstetrics and Gynecology
. Obstetr Gynecol 2004 103, 892-898. (I.F.
3.512) B. Vanhoecke, A. Heyerick, H. Depypere,
F. Delporte, E. Van Braeckel, M. Nuytinck, D. De
Keukeleire and M. Bracke. A safety study of oral
tangeretin and xanthohumol administration to
laboratory mice. Clin. Chem. Lab. Med.
Vanhoecke, B. Depypere, H. De Keukeleire, D.
Bracke, M. Cellular activities related to
growth and invasion Targets for flavonoids,
Recent Res. Devel. Cell. Sci., 2004, 1,
165-192. Familial male lethal incontinentia
pigmenti a rare cause of recurring spontaneous
abortions. De Coen K., Lissens W., De Cuyper C.,
Depypere H., De Praeter C. Journal of
Maternal-Fetal Neonatal Medicine 2004, 16 suppl
1, p253. (peer reviewed en geïndexeerd voor
Medline). M.E. Bracke, B.W. Vanhoecke, H.T.
Depypere, H.J. Kloosterboer. Tibolone and its
metabolites inhibit the invasion of human breast
cancer cells. EJC Supplements, 2004, 2(9)
105-112. Van Slambrouck S, Parmar V, Sharma S,
De Bondt B, Flore F, Coopman P, Van hoecke B,
Boterberg T, Depypere H, Leclercq G, Bracke M.
Tangeretine inhibits extracellular-signal-regulate
d kinase phorphorylation. FEBS Letters, 2005,
5791665-1669. (I.F. 3.415)B. Vanhoecke, F.
Delporte, E. Van Braeckel, A. Heyerick, H.
Depypere, M. Nuytinck, D. De Keukeleire, and M.
Bracke. A Safety study of oral tangeretin and
xanthohumol administration to laboratory mice. In
Vivo, 2005, 19 103-108. (I.F. 1.037)B.
Vanhoecke, H. Depypere, A. De Beyter, S. Sharma,
V. Parmar, D. De Keukeleire, and M. Bracke. New
anti-invasive compounds results from the
Indo-Belgian screening program. Pure Appl. Chem.,
2005, 77(1)65-74. (I.F. 1.679)
23Derycke L, Van Marck V, Depypere H, Bracke M.
Molecular targets of growth, differentiation,
tissue integrity and ectopic cell dath in cancer
cells. Cancer Biother Radiopharmac. 2005,
20579-588. (I.F. 1.669) B. Vanhoecke, L.
Derycke, V. Van Marck, H. Depypere, D. De
Keukeleire, and M. Bracke. The anti-invasive
effect of xanthohumol, a prenylated chalcone
present in hops (Humulus lupulus L.) and beer.
Int. J. Cancer 2005, 889-895. (I.F.
4.700)Depypere, H., Bracke, M., Vanhoecke, B.,
De Keukeleire, D., Heyerick, A., Bolca, S.,
Verstraete W. Are phytoestrogens of any help?
International Journal of Gynecological Cancer,
2006 16S2, 580-580. B.W. Vanhoecke, M.E.
Bracke, H.J. Kloosterboer en H.T. Depypere.
Tibolone and its metabolites inhibit invasion of
human mammary carcinoma cells in vitro. Maturitas
2006 54 229-237. (I.F. 2005 2.004) Heyerick
A, Vervacke S, Depypere H, Bracke M, De
keukeleire D. A first prospective, randomized,
double-blind, placebo-controlled study on the use
of a standardized hop extract to alleviate
menopausal discomforts. Maturitas 2005 54
164-175. (I.F. 2005 2.004) Bolca, S.,
Possemiers, S., Maervoet, V., Huybrechts, I.,
Heyerick, A., Vervarcke, S., Depypere, H., De
Keukeleire, D., Bracke, M., De Henauw, S.,
Verstraete, W., Van de Wiele, T. Microbial and
dietary factors associated with the
8-prenylnaringenin producer phenotype a dietary
intervention trial with fifty healthy
post-menopausal. British Journal of Nutrition,
2007 985, 950-959. Bolca, S., Possemiers, S.,
Herregat, A., Huybrechts, I., Heyerick, A., De
Vriese, S., Verbruggen, M., Depypere, H., De
Keukeleire, D., Bracke, M., De Henauw, S.,
Verstraete, W., Van de Wiele, T. Microbial and
dietary factors are associated with the equol
producer phenotype in healthy postmenopausal
women. Journal of Nutrition, 2007 13710,
2242-2246. Possemiers, S., Bolca, S., Eeckhaut,
E., Depypere, H., Verstraete, W. Metabolism of
isoflavones, lignans and prenylflavonoids by
intestinal bacteria producer phenotyping and
relation with intestinal community. FEMS
Microbiology Ecology, 2007 61 372-383. Bracke,
M., Vanhoecke, B., Dercycke, L., Bolca, S.,
Possemiers, S., Heyerick, A., Stevens, C.V., De
Keukeleire, D., Depypere, H.T., Verstraete, W.,
Williams, C.A., McKenna, S.T., Tomar, S., Sharma,
D., Prasad, A.K., DePass, A.L., Parmar, V.S.
Plant polyphenolics as anti-invasive cancer
agents. Anti-Cancer Agents in Medicinal
Chemistry, 2008 83, 171-185.
24BOLCA, S., Possemiers, S., Herregat, A.,
Huybrechts, I., Heyerick, A., Debeuf, C.,
Verbruggen, M., Depypere, H., De Keukeleire, D.,
Bracke, M., De Henauw, S., Verstraete, W., and
Van de Wiele, T. Microbial and dietary factors
associated with the equal producer phenotype a
dietary intervention trial with 100 healthy
postmenopausal women. (in Press). VANHOECKE, B.,
Van Gele, M., Vercoutter-Edouart, A.S., Dollé,
L., Boelens, J., Lust, S., Martinet, W.,
Depypere, H., De Keukeleire, D., Offner, F., and
Bracke, M. Xanthohumol induces apoptosis via
endoplasmic reticulum stress in human breast
cancer cells. (Submitted)
25- Phytoestrogens are a diverse group of
polyphenolic non steroidal plant compounds
26(No Transcript)