FILOSOFIE VAN DE 20e EEUW: INTELLECTUELE HELDEN - PowerPoint PPT Presentation

1 / 28
About This Presentation
Title:

FILOSOFIE VAN DE 20e EEUW: INTELLECTUELE HELDEN

Description:

Title: CONCEPTUAL ANALYSIS Author: Rene Gabriels Last modified by: Rene Created Date: 4/7/2003 7:27:08 PM Document presentation format: On-screen Show – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:201
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 29
Provided by: ReneGa1
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: FILOSOFIE VAN DE 20e EEUW: INTELLECTUELE HELDEN


1
FILOSOFIE VAN DE 20e EEUW INTELLECTUELE HELDEN
CRUCIALE KWESTIES

2
COLLEGES
  • I. In de schaduw van de Verlichting.
  • Sporen zoeken.
  • III. Pragmatisme en solidariteit.
  • Het publiek gebruik van de rede.
  • Tragedies en emoties.
  • Religie in de 21ste eeuw.

3
V. TRAGEDIES EN EMOTIES
4
  • 1. DEUGDEN
  • Wat is een deugdzaam leven?
  • CAPACITEITEN
  • In hoeverre is mondiale rechtvaardigheid meer
    dan het eerlijk verdelen van een koek?
  • 3. KOSMOPOLIETEN
  • Welke houding past bij de wereld van nu?

5
1. DEUGDEN
6
KLASSIEKE ETHIEK
  • De centrale vraag van de klassieke ethiek gt hoe
    te leven?
  • Deze vraag naar het goede leven werd door veel
    filosofen beantwoord door aandacht te vragen voor
    het belang van deugden.
  • Een deugdzaam leven is een goed leven, aldus
    klassieke filosofen.
  • Zij verschillen echter van mening welke deugden
    (dapperheid, eerlijkheid, etc.) van belang zijn
    en welk gewicht ze in de schaal leggen.
  • Plato gt deugden die de mens behulpzaam zijn om de
    wisselvalligheden van het leven in bedwang te
    houden.
  • Aristoteles gt deugden die de mens behulpzaam zijn
    om de gulden middenweg te vinden, omdat het
    onmogelijk is om de wisselvalligheden van het
    leven volkomen in bedwang te houden.

7
MODERNE ETHIEK
  • In de moderne ethiek verdwijnt de vraag naar het
    goede leven op de achtergrond.
  • Respect voor de pluraliteit aan levensstijlen
    impliceert dat het onmogelijk is voor te
    schrijven wat het juiste antwoord is op de vraag
    hoe te leven.
  • Het antwoord op deze vraag moet ieder individu
    voor zichzelf proberen te geven en is altijd
    subjectief.
  • De moderne ethiek beperkt zich enkel tot
    normatieve vraagstukken waarvan redelijkerwijs
    kan worden verwacht dat daarover een rationeel
    debat kan worden gevoerd dat tot algemeen
    aanvaarde oordelen leidt.
  • Uiteindelijk draait het in de moderne ethiek om
    het achterhalen van verkeersregels voor mensen
    die juist zeer uiteenlopende ideeën over het
    goede leven hebben.

8
DE TERUGKEER VAN DE DEUGDEN
  • De jaren tachtig van de 20ste eeuw gt een soort
    wedergeboorte van de deugdenethiek.
  • De klassieke ethiek met haar aandacht voor het
    goede leven komt weer op de voorgrond te staan.
  • Drie filosofen zijn verantwoordelijk voor een
    hernieuwde reflectie over deugden
  • 1. Alasdair MacIntyre gt After Virtue. A Study
    in Moral Theory (1981).
  • 2. Bernard Williams gt Moral Luck (1981).
  • 2. Martha Nussbaum gt The Fragility of
    Goodness. Luck and Ethics in Greek Tragedy and
    Philosophy (1986).

9
MARTHA NUSSBAUM (1947)
  • 6 mei 1947 geboren te New York.
  • 1969 studeert aan New York University af in de
    klassieke talen en theaterwetenschappen.
  • 1972 studeert aan Harvard University af in de
    filosofie.
  • 1978 promotie in de filosofie aan Harvard
    University.
  • 1986 raakt betrokken bij het onderzoek naar de
    kwaliteit van leven van het World Institute for
    Development Economic Research (Wider) van de
    Verenigde Naties.
  • 1995 hoogleraar recht en ethiek aan de
    University of Chicago.

10
BELANGRIJKE WERKEN
  • The Fragility of Goodness (1986).
  • Loves knowledge (1990).
  • The Therapy of Desire (1994).
  • Poetic Justice (1995).
  • For Love of Country (1994/1997).
  • Cultivating Humanity (1997).
  • Sex and Social Justice (1998).
  • Women and Human Development (2000).
  • Upheavals of Thought. The Intelligence of
    Emotions (2001).
  • Frontiers of Justice (2006).
  • The Clash Within (2007).
  • Liberty of Conscience (2008).
  • Not For Profit Why Democracy Needs the
    Humanities (2010).

11
EMOTIONALITEIT EN RATIONALITEIT
  • Nussbaum combineert de klassieke met de moderne
    ethiek.
  • Zij maakt vooral gebruik van het werk van
    Aristoteles om de deugdenethiek opnieuw een
    plaats in de filosofie te geven.
  • Daarbij zoekt zij heel bewust naar een balans
    tussen emotionaliteit en rationaliteit.
  • In tegenstelling tot veel andere filosofen is
    zijn niet van mening dat emoties rationeel
    inzicht in de werkelijkheid verhinderen.
  • Zo geeft angst in veel gevallen uitdrukking aan
    het rationele inzicht dat er een gevaar is.
  • Nussbaum is echter niet van mening dat elke
    emotie rationeel is en moreel door de beugel kan.
  • Zij bestrijdt de stoïcijnse opvatting dat emoties
    onder bedwang moeten worden gehouden om zodoende
    zoveel mogelijk onafhankelijk te worden van de
    grillen van het leven.
  • Een leven zonder emoties is niet alleen een
    illusie, maar zou schraal zijn.

12
HET BELANG VAN LITERATUUR
  • Nussbaum benadrukt het belang van de literatuur
    voor het verhelderen van normatieve kwesties.
  • Literatuur komt het morele oordeelsvermogen ten
    goede, omdat de lezer van een roman diverse
    perspectieven op een kwestie krijgt
    voorgeschoteld.
  • Romans, gedichten en tragedies doen een beroep op
    het denken, de emoties en de verbeeldingskracht
    van een lezer.
  • Zonder het leven van de romanpersonages te
    leiden, kan de lezer allerlei dingen beleven die
    zijn leven verrijken.
  • In de literatuur is veel wijsheid verstopt waar
    de filosoof zijn voordeel mee kan doen.

13
DE WIJSHEID VAN TRAGEDIES
  • Tragedies gt verhalen met een droevig einde die
    uitdrukking geven aan praktische wijsheid en
    laten zien dat mensen niet alles in eigen handen
    hebben.
  • Zij brengen morele dilemmas aan het licht gt het
    is nagenoeg onmogelijk om te bepalen welk van de
    mogelijke opties het beste te rechtvaardigen is.
  • Tragedies geven uitdrukking aan tegenstrijdige
    normen en waarden.
  • Voorbeeld Agamemnon van Aeschylus.

14
HET OFFER
  • Agamemnon wordt met zijn manschappen op weg
    naar Troje gestraft door de wraak van de godin
    Artemis.
  • De straf windstilte.
  • Artemis is woedend omdat zoveel jonge mannen in
    Troje om het leven zullen komen.
  • Een profeet geeft het teken dat Agamemnon alleen
    levend kan terugkeren als hij zijn dochter
    Iphigenia offert aan de goden.
  • Agamemnon offert Iphigenia.

15
DE SCHANDE VAN AGAMEMNON
  • Nussbaum vraagt zich af in welk opzicht Agamemnon
    in de fout is gegaan.
  • Antwoord niet omdat hij zijn dochter heeft
    geofferd, maar vanwege zijn inappropriate
    attitude towards the conflict, killing a human
    child with no more agony, no more revulsion of
    feeling.
  • Agamemnon kan worden bekritiseerd omdat hij niet
    de juiste emoties aan de dag legt (verdriet,
    etc.).
  • Het punt dat Nussbaum maakt de juistheid van een
    handeling hangt niet alleen af van de argumenten
    voor of tegen, maar ook van de emoties die
    daarbij worden getoond.

16
MENSELIJKE BLOEI
  • In tegenstelling tot de filosofie van Kant zoekt
    Nussbaum niet naar algemeen geldende principes,
    maar naar ideeën die bijdragen aan menselijke
    bloei (eudaimonia).
  • Hierbij distantieert zij zich van het
    cognitivisme dat de overhand heeft in de ethiek.
  • Het cognitivisme benadrukt het belang van
    rationeel verkregen kennis en beschouwt emoties
    doorgaans als irrationeel.
  • Emoties zijn niet irrationeel, maar geven juist
    blijk van kennis van zaken.
  • Een zuiver cognitivistische ethiek is uit den
    boze.

17
2. CAPACITEITEN
18
EEN NIEUWE BENADERING
  • Het ontwikkelingsvraagstuk is niet alleen een
    vraag van herverdeling van schaarse goederen.
  • Derhalve heeft Nussbaum samen met Amartya Sen de
    zogenaamde capaciteitenbenadering (capability
    approach) ontwikkeld.
  • De beste manier om greep te krijgen op het
    ontwikkelingsvraagstuk is zich te richten op de
    mogelijkheden van mensen om bepaalde capaciteiten
    (capabilities) te ontwikkelen.
  • Regeringen hebben de plicht burgers de
    mogelijkheid te geven om een tiental capaciteiten
    te ontwikkelen.

19
CENTRALE CAPACITEITEN
  1. Leven gt in staat zijn om een leven te leiden met
    een normale lengte.
  2. Lichamelijke gezondheid gt in staat zijn om een
    gezond leven te leiden.
  3. Lichamelijke integriteit gt in staat zijn om zich
    vrij te bewegen.
  4. Zintuiglijkheid, fantasie en denken gt in staat
    zijn de zintuigen, het voorstellingsvermogen en
    het verstand te gebruiken.
  5. Emoties gt in staat zijn om gevoelens te
    ontwikkelen en te uiten.
  6. Praktische wijsheid gt in staat zijn om een idee
    van het goede leven te ontwikkelen en zich
    kritisch te engageren.
  7. Binding gt in staat zijn om op een respectvolle
    manier om te gaan met dieren, planten en de
    natuur in het algemeen.
  8. Andere wezens gt in staat zijn om een relatie aan
    te gaan met dieren, planten en de natuur in het
    algemeen.
  9. Spel gt in staat zijn om te lachen, te spelen en
    zich te ontspannen.
  10. Controle over de eigen omgeving gt in staat zijn
    om in politiek en materieel opzicht een relatief
    autonoom leven te leiden.

20
CONTRA HET RELATIVISME
  • Nussbaum keert zich tegen het relativisme dat
    stelt dat de eigenschappen van de mens historisch
    en cultureel variabel zijn.
  • Zij vindt dat de tien capaciteiten essentieel
    zijn voor de mens.
  • De mens zou van wezen veranderen wanneer aan deze
    capaciteiten niet tot op zekere hoogte tegemoet
    wordt gekomen.
  • De tien capaciteiten zijn universeel geldig, dat
    wil zeggen transhistorisch en transcultureel.
  • Ze zijn abstract genoeg geformuleerd om ruimte te
    bieden aan de mogelijkheid om ze van context tot
    context anders in te vullen.

21
HET GOEDE LEVEN
  • Net als Aristoteles vindt Nussbaum dat de mens
    een politiek wezen (zoon politikon) is dat zich
    tot doel stelt een goed leven te voeren.
  • De tien capaciteiten vormen de bouwstenen voor
    een minimale conceptie van het goede leven.
  • Wanneer aan een van deze capaciteiten in
    onvoldoende mate tegemoet zou worden gekomen, dan
    is het leven van de betreffende persoon niet
    goed.
  • Voor een bloeiend leven (flourishing life) moet
    een individu de mogelijkheid hebben om de tien
    capaciteiten te ontwikkelen.
  • Dat is een kwestie van mondiale rechtvaardigheid.

22
MONDIALE RECHTVAARDIGHEID
  • Ontwikkelingshulp dient volgens Nussbaum niet
    gefixeerd te zijn op het Bruto Nationaal Product
    (BNP), maar op het vergroten van de mogelijkheden
    om de tien capaciteiten te ontwikkelen.
  • De door Nussbaum en Sen ontwikkelde
    capaciteitenbenadering heeft ook praktisch zoden
    aan de dijk gezet gt de Human Development Index is
    erop gebaseerd.
  • Mondiale rechtvaardigheid impliceert dat alle
    mensen in gelijke mate en de facto de
    mogelijkheid moeten hebben om de tien
    capaciteiten te ontwikkelen a world in which
    people have all the capabilities on the list is a
    minimally just and decent world.

23
3. KOSMOPOLIETEN
24
VOORBIJ DE CONCENTRISCHE CIRKELS
  • Nussbaum verzet zich tegen het opkomende
    nationalisme.
  • Het patriottisme dat inherent is aan het
    nationalisme gaat uit van het model van de
    concentrische cirkels.
  • Basisgedachte van het patriottisme gt mensen
    voelen zich in eerste instantie verantwoordelijk
    voor degenen die het meeste nabij zijn.
  • Nussbaum stelt daar tegenover een kosmopolitisch
    model dat uitgaat van de capaciteitenbenadering.

25
MENSELIJKE WAARDIGHEID
  • Nussbaum stoelt haar kosmopolitisme op een
    specifieke voorstelling van menselijke
    waardigheid.
  • In haar ogen zijn de tien capaciteiten essentieel
    voor een menswaardig bestaan.
  • Ze corresponderen volgens Nussbaum met de
    Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
  • Om daaraan tegemoet te komen, is collectief
    handelen onontbeerlijk.
  • Dat betekent dat wereldwijd instituties in het
    leven moeten worden geroepen die garant staan
    voor het naleven van de mensenrechten.

26
GEEN WERELDSTAAT
  • Mondiale rechtvaardigheid en menselijke
    waardigheid kunnen volgens Nussbaum niet
    gewaarborgd worden door een wereldstaat.
  • Net als Kant is ze van mening dat een wereldstaat
    ertoe kan leiden dat te veel oncontroleerbare
    macht in de handen van weinigen komt.
  • Bovendien vormt een wereldstaat een bedreiging
    voor culturele verscheidenheid.
  • Het kosmopolitisme van Nussbaum impliceert dat de
    mensenrechten op het niveau van de staat handen
    en voeten moeten krijgen.
  • Maar het impliceert ook dat staten niet alleen
    voor het wel en wee van hun eigen burgers
    verantwoordelijk zijn, maar ook voor dat van
    buitenlanders.
  • Dat betekent concreet dat rijke landen de plicht
    hebben een stuk van hun welvaart af te geven aan
    arme landen.
  • Naast staten zijn ook multinationale
    ondernemingen, transnationale organisaties
    (bijvoorbeeld de Verenigde Naties) en
    non-gouvernementele organisaties verantwoordelijk
    voor het creëren van een rechtvaardigere wereld.

27
OPVOEDING TOT EEN GOEDE BURGER
  • In het tijdperk van de globalisering dienen
    mensen niet alleen opgevoed te worden tot goede
    burgers van een natiestaat, maar tot goede
    wereldburgers, aldus Nussbaum.
  • Vandaar dat zij in diverse werken aandacht
    besteed aan citizenship education.
  • Dat houdt in dat niet alleen rekenen en taal
    belangrijk zijn, maar ook kennis van andere
    culturen, levensstijlen, etc.
  • Kunst en literatuur zijn voor de opvoeding tot
    wereldburger belangrijk, omdat ze mensen in staat
    stellen zich te verplaatsen in de gedachten en
    emoties van mensen die er een geheel andere kijk
    op de werkelijkheid op nahouden.

28
EEN KWESTIE VAN IDENTITEITSPOLITIEK
  • De strijd tussen patriottisme en kosmopolitisme
    is voor een groot deel een kwestie van
    identiteitspolitiek gt met wie of wat
    identificeert een individu zich?
  • Het patriottisme benadrukt het belang van de
    identificatie met de natiestaat (en haar
    specifieke culturele waarden, etc.).
  • Het kosmopolitisme van Nussbaum heeft als
    uitgangspunt dat iedere wereldburger
    gerespecteerd moet worden als iemand die het
    recht moet hebben om zijn of haar capaciteiten te
    ontwikkelen, ongeacht in welke staat hij of zij
    toevallig geboren is.
  • Een kosmopoliet respecteert dat individuen niet
    uitgesloten mogen worden van de wereldgemeenschap
    of gefrustreerd mogen worden in het ontwikkelen
    van hun capaciteiten, omdat ze niet een bepaald
    paspoort hebben of zich identificeren met een
    specifieke cultuur.
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com