Title: Openbaar vervoer H01I6A Verkeerskunde basis
1Openbaar vervoer H01I6A Verkeerskunde basis
- Ben Immers
- Francesco Corman
Traffic and Infrastructure Department of Civil
Engineering Faculty of Engineering Katholieke
Universiteit Leuven
2Waarom Openbaar Vervoer
- Achterliggende beleidsdoelstellingen
- Het bieden van basismobiliteit voor iedereen
- Het bieden van optimale mogelijkheden voor
economisch belangrijk personenvervoer - Het minimaliseren van de bijdrage van het
personenvervoersysteem aan de aantasting van het
leefmilieu - Het optimaliseren van de kosten-batenverhouding
van het personenvervoersysteem
3Functies van het Openbaar Vervoer
- Sociale functie
- Substitutiefunctie
- Commerciële functie
- Informatie gewenst over
- Aanbodindicatoren
- Vraagindicatoren
4Functies van het openbaar vervoer
- Sociale functie
- Aanbodindicatoren
- Gemiddelde snelheid per O.V. voor
niet-autobezitters - Aantal verplaatsingen niet-autobezitters op
relaties waar geen O.V. aanwezig is - Vraagindicatoren
- Aantal verplaatsingen per O.V. door
niet-autobezitters
5Functies van het openbaar vervoer
- Sociale functie (basismobiliteit) slecht ter
been - Aanbodindicatoren
- Gemiddelde snelheid O.V. voor niet-autobezitters
- Aantal verplaatsingen niet-autobezitters op
relaties waar geen O.V. aanwezig is - Gemiddelde voor- en natransportafstand
niet-autobezitters - Vraagindicatoren
- Aantal verplaatsingen per O.V. door
niet-autobezitters
6Functies van het openbaar vervoer
- Substitutiefunctie economische invalshoek
- Aanbodindicatoren
- Gemiddelde VF-waarde voor autobezitters op
congestiecorridors in de spits - Vraagindicatoren
- Aantal verplaatsingen van autobestuurders op
corridors in de spits
7Kwaliteit openbaar vervoer
- Verplaatsingstijdfactor VF-waarde
- Totale verplaatsingstijd per openbaar vervoer
- VF ------------------------------------------
-------------- - Totale verplaatsingstijd per auto
- De verplaatsingstijdfactor kan gebruikt worden
als maat voor de vaststelling van het aandeel van
het openbaar vervoer op het totaal aantal
verplaatsingen op en bepaalde relatie
8Relatie tussen waarde verplaatsingstijdfactor en
aandeel openbaar vervoer (voor wo-we
verplaatsingen)
9Streefwaarde voor de waarde van de
verplaatsingstijdfactor, gedifferentieerd naar
verschillende O.V.-stelsels
Stelsel verplaatsingsafstand Streefwaarde VF1) Streefwaarde VF1)
Stelsel verplaatsingsafstand Naar hoofdcentrum Naar subcentrum
Verbindende stelsels Internationaal Nationaal Interregionaal Regionaal Ontsluitende stelsels2 300 800 km 150 300 km 80 150 km 50 80 km 30 50 km 15 30 km 10 15 km 5 10 km 0,8 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,6 1,7 1,0 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,9 2,0
VF de totale verplaatsingstijd per openbaar vervoer gedeeld door de totale verplaatsingstijd per auto Bij ontsluitende stelsels worden geen harde eisen gesteld aan de verplaatsingstijd omdat deze ondergeschikt is aan de eisen met betrekking tot de beschikbaarheid naar plaats VF de totale verplaatsingstijd per openbaar vervoer gedeeld door de totale verplaatsingstijd per auto Bij ontsluitende stelsels worden geen harde eisen gesteld aan de verplaatsingstijd omdat deze ondergeschikt is aan de eisen met betrekking tot de beschikbaarheid naar plaats VF de totale verplaatsingstijd per openbaar vervoer gedeeld door de totale verplaatsingstijd per auto Bij ontsluitende stelsels worden geen harde eisen gesteld aan de verplaatsingstijd omdat deze ondergeschikt is aan de eisen met betrekking tot de beschikbaarheid naar plaats VF de totale verplaatsingstijd per openbaar vervoer gedeeld door de totale verplaatsingstijd per auto Bij ontsluitende stelsels worden geen harde eisen gesteld aan de verplaatsingstijd omdat deze ondergeschikt is aan de eisen met betrekking tot de beschikbaarheid naar plaats
10Functies van het openbaar vervoer
- Substitutiefunctie milieu-invalshoek
- Aanbodindicatoren
- Gemiddelde VF-waarde voor autobezitters gedurende
een etmaal in het studiegebied - Vraagindicatoren
- Aantal verplaatsingen autobestuurders gedurende
een etmaal
11Functies van het openbaar vervoer
- Commerciële functie
- Aanbodindicatoren
- OV-kosten
- Vraagindicatoren
- OV-opbrengsten
12Kwaliteitselementen Openbaar Vervoer
- Rijtijd
- Beschikbaarheid naar plaats, gerelateerd aan
- Voortransporttijd
- Natransporttijd
- Beschikbaarheid naar tijd, gerelateerd aan
- Frequentie
- Exploitatieperiode
- Overstappen, waarbij onderscheid wordt gemaakt
naar - Aantal overstappen
- Tijd benodigd voor de overstap
- Comfort binnen en buiten voertuig
- Informatievoorziening beschikbaar, correct,
relevant - Tariefsysteem
- Betrouwbaarheid
13Kwaliteitskenmerken openbaar vervoer
- Infrastructuur gebonden
- halteafstand
- maaswijdte
- omwegfactoren
- Dienstregeling gebonden
- aantal overstappen
- intervaltijd (frequentie)
- synchroniteit
14Kwaliteitskenmerken openbaar vervoer
- Voertuig gebonden
- comfort (wordt deels ook door kwaliteit
halteplaats bepaald) - rijkarakteristieken (max. snelheid, versnelling,
etc.) - Dienstuitvoering gebonden
- stiptheid
- regelmaat
15Kosten Openbaar Vervoer
- Investeringskosten
- Exploitatiekosten
- vaste kosten
- tijdsafhankelijke kosten
- kilometerafhankelijke kosten
16Ontwerpvariabelen
- Haltedichtheid
- Netdichtheid
- Lijndichtheid
- Frequentie
- Bovenstaande eigenschappen zijn min of meer
uniform binnen een - stelsel
- Aantal stelsels
17Halte dichtheid
- Beïnvloedt (positief) de beschikbaarheid naar
plaats, c.q. de voor- en natransporttijd - Beïnvloedt (negatief) de rijtijd
- Beïnvloedt (indirect, negatief) de
voertuigdichtheid (aantal voertuigen per
oppervlakte-eenheid dat gelijktijdig in dienst is)
Hoge haltedichtheid
Lage haltedichtheid
18Netdichtheid
- Beïnvloedt (positief) de rijtijd (omwegfactor)
- Beïnvloedt (negatief) de voertuigdichtheid
(teneinde per schakel dezelfde kwaliteit te
kunnen bieden)
19Lijndichtheid
- Beïnvloedt (positief) overstaptijd en aantal
overstappen - Beïnvloedt (negatief) de voertuigdichtheid
Hoge lijndichtheid
Lage lijndichtheid
20Frequentie
- Beïnvloedt (positief) de wachttijd en
beschikbaarheid naar tijd - Beïnvloedt (negatief) de voertuigdichtheid
21Stelselmatige opbouw van netwerken
- betere afstemming van (infrastructuur)aanbod op
de wensen van de gebruiker - efficiëntere bedrijfsvoering van de exploitant
- geen verstoring kwaliteit door gebruiker uit
andere segmenten - (bijv. regionale files op nationale wegen)
- overige baten zoals veiligheid, comfort en
robuustheid.
22Beperking aantal te onderscheiden stelsels
- omvang van de vraag er dient voldoende vraag te
zijn per onderscheiden stelsel - duidelijkheid van het systeem voor de gebruiker
indien er te veel stelsels zijn, leidt dit tot
onduidelijkheid - versnippering van het landschap te veel stelsels
kunnen tot een grotere versnippering van het
landschap leiden ook het ruimtebeslag kan dan
onevenredig toenemen - hogere kosten o.a. door het wegvallen van
schaalvoordelen.
23Invloed ontwerpvariabelen op kwaliteit en kosten
positieve invloed - negatieve invloed
24Ontwerpdilemmas
- Beschikbaarheid naar plaats versus rijtijd
- Rijtijd versus beschikbaarheid naar tijd
- Overstappen versus beschikbaarheid naar tijd
- Beschikbaarheid naar plaats en korte rijtijden
versus - beschikbaarheid naar tijd
25Beschikbaarheid naar plaats versus rijtijd
Hoge haltedichtheid Hoge beschikbaarheid naar
plaats, lange rijtijden
Lage haltedichtheid Lage beschikbaarheid naar
plaats, korte rijtijden
26Rijtijd versus beschikbaarheid naar tijd
Hoge netdichtheid Korte rijtijd Lage frequentie
Lage netdichtheid Lange rijtijd Hoge frequentie
27Overstappen versus beschikbaarheid naar tijd
Hoge lijndichtheid Overstapvrij Lage frequentie
per lijn
Lage lijndichtheid Overstap noodzakelijk Hoge
frequentie per lijn
28Dilemmas bij het ontwerpen van OV-netwerken
Tegenstrijdige ontwerpeisen Ontwerpdilemma
Dilemma 1 Beschikbaarheid naar plaats versus Korte rijtijden Hoge haltedichtheid of Lage haltedichtheid
Dilemma 2 Korte rijtijden versus Beschikbaarheid naar tijd Hoge netdichtheid, lage frequentie of Lage netdichtheid, hoge frequentie
Dilemma 3 Weinig overstappen versus Beschikbaarheid naar tijd Hoge lijndichtheid, lage frequentie of Lage lijndichtheid, hoge frequentie
Dilemma 4 Beschikbaarheid naar plaats en korte rijtijden versus Beschikbaarheid naar tijd Veel stelsels, lage frequentie of Weinig stelsels, hoge frequentie
29Verbindende en ontsluitende stelsels
- Ontsluitend stelsel
- Stelsel waarvan de haltedichtheid direct volgt
uit de gehanteerde ontsluitingseis (eis aan de
beschikbaarheid naar plaats) - Verbindend stelsel
- Stelsel waarvan de haltedichtheid volgt uit een
minimalisatie van de verplaatsingstijd
30Totaaloverzicht systeemopbouw
31Onderscheiden stelsels en bijbehorende
operationele snelheid
Schaalniveau (Stelsel) Collectief netwerk Individueel netwerk Operationele snelheid
Internationaal C-4 gt200 km/u
Nationaal C-3 I-3 100 - 120 km/u
Regionaal, stadsgewestelijk C-2 I-2 50 - 70 km/u
Lokaal C-1 I-1 30 km/u
Lopen I-0 4 km/u
32Koppeling individueel en collectief vervoer
Collectief
Individueel
C-4
Internationaal
C-3
I-3
Nationaal
C-2
I-2
Regionaal
C-1
I-1
Lokaal
I-0
33Toegangspunten
- Aansluiting/stalling koppeling tussen
individuele netwerken van verschillende niveaus - Station koppeling tussen collectieve netwerken
van verschillende niveaus - Transferium koppeling tussen een individueel
netwerk en een collectief netwerk van een gelijk
of lager niveau - Halte/PR koppeling tussen een collectief
netwerk en een individueel netwerk van lager
niveau
34Toegangspunten
35Ruimtelijke schaalniveaus
Schaalniveau (afmeting gebied) minimaal inwonertal voor zelfstandig stedelijk gebied benaming benaming benaming
Schaalniveau (afmeting gebied) minimaal inwonertal voor zelfstandig stedelijk gebied niet-stedelijk element zelfstandig stedelijk element component van stedelijk element
R 100 m 100 inw. buurtschap stratenblok
R 300 m 1.000 inw. kleine kern buurt
R 1 km 10.000 inw. middelgrote kern wijk
R 3 km 100.000 inw. stad stadsdeel
R 10 km 1 miljoen inw. streek agglomeratie
R 30 km 10 miljoen inw. Regio metropool
R 100 km n.v.t. landsdeel
R 300 km n.v.t. Laagland
R 1000 km n.v.t. Noordwest-Europa
36Ruimtelijke schaalniveaus voor België
37Indeling vervoersystemen
schaalniveau organisatie van het aanbod organisatie van het aanbod organisatie van het aanbod organisatie van het aanbod
individueel eigen vervoer individuele vervoerdienst collectief eigen vervoer collectieve vervoerdienst
lt 10 km/u buurt I-0 Lopen, fiets
10 30 km/u wijk, middelgrote kern, stad(sdeel) I-1 fiets, skeeler, auto op wijk-/stedelijk wegennet ID-1 witte fiets, deelauto/ taxi op wijk-/stedelijk wegennet CE-1 carpoolen op wijk-/ stedelijk wegennet C-1 stadsbus, stadstram, treintaxi
30 80 km/u agglomeratie, streek, regio I-2 brommer, stadsauto, auto op agglomeratief/ regionaal wegennet ID-2 deelauto/taxi op agglomeratief/ regionaal wegennet CE-2 carpoolen op agglomeratief/ regionaal wegennet C-2 metro, light rail, stoptrein, streekbus, interliner, CVV (coll. vraagafh. vervoer)
80 200 km/u landsdeel, laagland I-3 auto op auto(snel)weg ID-3 deelauto/taxi op auto(snel)weg CE-3 carpoolen op auto(snel)weg C-3 sneltrein, intercity
gt 200 km/u NW Europa C-4 hogesnelheidstrein, vliegtuig
38Kenmerken ontwerpmethodiek wegennet
- Elk stelsel wordt afzonderlijk ontworpen
- Van hoog naar laag schaalniveau
39Ontwerpstappen per stelsel
- Verstedelijkingsniveau
- Kernen hiërarchie
- Gewenste verbindingen
- Ideaaltypisch net
- Analyse bestaand net
- Ontwerp reëel net
40Ontwerpstappen Openbaar Vervoernet
- overnemen van de kernen van het hoger
schaalniveau - indeling van het studiegebied in nodale gebieden
- opstellen van een rangorde van nodale gebieden
- bepalen van het aantal haltes
- checken van de ontsluitende functie
- opnemen van haltes buiten het studiegebied
- ideaal net
- compromisnet
41Kernen van een hoger schaalniveau
42Nationale nodale gebiedsindeling
43Kernenhiërarchie (nationale schaal)
Deze werden aangevuld met de volgende
ontsluitende kernen
44Aantal verplaatsingen van nodale gebieden
45Invloedsgebieden van de primaire kernen
46Invloedsgebieden van de primaire en ontsluitende
kernen
47Opnemen van haltes van buiten het studiegebied
- Nederland
- Breda
- Eindhoven
- Maastricht
- Duitsland
- Aken
- Luxemburg
- Luxemburg
- Frankrijk
- Rijsel
48Ideaal netwerk (nationaal)
49Compromisnet (nationaal)
50Kernenhiërarchie (gewestelijk/regionale schaal)
51Opnemen van haltes van buiten het studiegebied
52Gewestelijke haltes met hun invloedsgebied
53Ideale gewestelijke netwerk Vlaanderen
54Compromisnet Vlaanderen
55Vaststelling optimale halteafstand
- Er wordt uitgegaan van een gelijkmatige verdeling
van de haltes over het studiegebied. De snelheid
en versnelling van voor-, hoofd-, en natransport
zijn onveranderlijk. Bij grotere gemiddelde
halteafstand stijgt de reistijd door het grotere
aandeel van het tragere voortransport. Bij kleine
halteafstand stijgt de reistijd omdat het
hoofdtransport te dikwijls moet halteren.
56Dekking van het studiegebied door de
invloedsgebieden van de haltes
57Ontsloten en niet-ontsloten delen van het
studiegebied
58Minimaal netwerk
- De haltes worden met elkaar verbonden zodanig dat
een net met bijna minimale netlengte bekomen
wordt. De belangrijkste kernen dienen wel goed
verbonden zijn en mogen liefst niet op het
uiteinde van een tak liggen. Vanaf nu wordt elke
schakel die toegevoegd wordt weloverwogen. Het
verlies aan middelen in de rest van het net mag
niet opwegen tegen de algemene tijdswinst die
geboekt kan worden met een kortsluitschakel.
Eventueel kunnen kortere schakels vervangen
worden door langere die dan wel een betere
verbinding geven.
59Schematische weergave ontwerpmethodiek
60Schema ontwerpstappen (1)
Definitie van/ontwerpdilemma Acties Resultaat
Verstedelijkings-niveaus (per schaalniveau) verstedelijkingsniveaus trekken grenzen verstedelijkingsniveaus Verstedelijkings-niveaus op kaart
Kernenhiërarchie (per verstedelijkings-niveau) maximale omvang kernen principe rangorde kernen ondergrens selectie criteria primaire, secundaire, tertiaire kernen criteria ontsluiting overnemen kernen hoger schaalniveau vaststellen primaire, secundaire, tertiaire kernen op dit schaalniveau kernenhiërarchie op kaart
Gewenste verbindingen (collectief, individueel) gewenste maaswijdte/netdichtheid maximale omwegfactor verbinden primaire kernen toevoegen verbindingen secundaire kernen toevoegen tertiaire kernen mits aan bestaande verbinding en max. omwegfactor niet bereikt gewenste verbindingen tussen kernen
61Schema ontwerpstappen (2)
Definitie van/ontwerpdilemma Acties Resultaat
Ideaaltypisch net (collectief, individueel) gewenste ontsluitingsruimte trekken cirkels om primaire en secundaire kernen bepalen hoofdstromen langs primaire kernen bepalen optimale ontsluitingsstructuur (trajecten langs kernen) verbinden ontsluitingsstructuren terugkoppeling maken naar gewenste omwegfactor/ maaswijdte kaart (los van bestaande infrastructuur) met ideale net
Analyse bestaand net (collectief, individueel, op weg/baanvak-niveau) ontwerpeisen minimale afstand tussen toegangspunten Ontwerpsnelheden eisen aan logische opbouw kijken welke bestaande verbindingen de functie van de gewenste verbinding vervullen checken ontwerpeisen per verbinding kaart met verbindingen op, boven of onder gewenst niveau en onlogische punten in netwerken
62Schema ontwerpstappen (3)
Definitie van/ontwerpdilemma Acties Resultaat
Ontwerp reëel net (per schaalniveau, collectief individueel) uitgangspunten om positie op ontwerpassen te bepalen hoeveelheid nieuwe infrastructuur mate scheiding tussen ontwerpniveaus mate verknoping collectief-individueel selectie tracés volgens ideaal of bestaand kiezen hoofdrichting stromen (i.v.m. onlogische punten) selecteren toegangspunten voor individuele en collectieve net en voor verknoping beide nettten kaarten met ontwerpen (collectief en individueel, toegangs/ verknopingspunten, verschillende schaalniveaus)
63(No Transcript)