Title: Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid
1Cognitieve ontwikkeling en schoolrijpheid
- Prof. Karine Verschueren
- Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van
Kind en Adolescent - K. U. Leuven
2Cognitieve ontwikkeling
3Belang van kijken doorheen bril normale
ontwikkeling
- Tal van hulpvragen leren
- Sterke neiging om meteen te denken i.t.v.
stoornissen - Blik verruimen ? ook denken i.t.v.
ontwikkelingsgebonden tekorten in cognitief
functioneren en implicaties voor leren - Niet met bedoeling probleem minimaliseren
- Wel inzicht van betrokkenen verhogen gepaste
handelingsadviezen
4Eigen invalshoek
- Verschillende theoretische kaders
- Informatieverwerkingsbenadering
- Meest recent
- Best onderbouwd met onderzoek
- Zegt veel over denkontwikkeling (in ruime zin)
zonder kwalitatieve sprongen in de aard van het
denken te veronderstellen - Ontwikkeling van aandacht, geheugen en
metacognitie en zelfregulatie
5Opdracht
- Verworvenheden op ontwikkelingslijn plaatsen
- Grove indeling
- Kleutertijd
- Begin lager onderwijs (1ste graad)
- Midden lager onderwijs (2de graad)
- Einde lager onderwijs (3de graad)
- Secundair onderwijs
6Ontwikkeling van aandacht
- Aandachtsproblemen worden heel vaak gemeld, m.n.
in lagere school leeftijd - Wat verstaat men onder aandacht ?
- eerste stap in informatieverwerkingsproces
- verschillende deelaspecten
- Volgehouden aandacht vermogen om aandacht
voldoende lang bij een taak te blijven houden
(vs. gemakkelijk afgeleid worden door interne of
externe stimuli)
7Ontwikkeling van aandacht
- Selectieve aandacht vermogen om aandacht
specifiek te richten op relevante taakkenmerken
en andere kenmerken te negeren. - Andere vormen van aandachtscontrole vermogen om
bewuste controle uit te oefenen op
aandachtsprocessen (aandacht verdelen, aandacht
verruimen of versmallen taakeisen, )
8Aandachtsproblemen ontwikkelingsgebonden ?
- Deels niet
- Temperamentskenmerken (in combinatie met
omgeving) gt op elke leeftijd grote
interindividuele verschillen - Taakkenmerken
- Deels wel
- Jonge kinderen meer moeite met volgehouden,
aandacht, selectieve aandacht en
aandachtscontrole dan oudere kinderen
9Volgehouden aandacht
- Belangrijke ontwikkelingen tijdens peuter- en
kleuterjaren w.b.t. voldoende lang aandacht
kunnen vasthouden
10Seconds per Orientation
Age in Years
Attention to Sesame Street source after Anderson
Levin (1976)
11Volgehouden aandacht
- Problemen met volgehouden aandacht bij 4-jarige
gt kan als ontwikkelingspsychologisch normaal
worden gezien gt advisering zonder gericht
onderzoek volstaat meestal - Problemen met aandacht voldoende kunnen
vasthouden bij 8-jarige gt verder gericht
onderzoek vaak wel aangewezen
12Selectieve aandacht
- Kan de aandacht richten op relevante informatie
en irrelevante informatie negeren
13Selectieve aandacht
- Heel wat moeilijker, vooral negeren van
irrelevante informatie - Derde graad LO en begin SO
- Prototypisch experiment Incidental learning
task - Fotos van twee voorwerpen dier en kledingstuk
- Je moet maar 1 van beide onthouden
- Herinneringstaak centrale en incidentele
stimuli
14(No Transcript)
15Selectieve aandacht
- Belangrijk dat men beperkte hoeveelheid
aandachtscapaciteit zo efficiënt mogelijk
gebruikt - Gebeurt nog onvoldoende in 1ste-4de lj LO
filteren afleidende informatie onvoldoende uit - Soms te weinig rekening mee gehouden te hoge
verwachtingen gesteld (bv. huiswerksituaties)
16Andere vormen van aandachtscontrole
- Flexibel verdelen van aandacht over twee of meer
activiteiten tegelijk - Schrijven en nadenken over spellingregels
- Overschrijven bord en luisteren naar juf
-
- Pas eind lagere school ontwikkelt zich nog
verder doorheen adolescentie - geautomatiseerd raken van bepaalde activiteiten
17Andere vormen van aandachtscontrole
- 1ste-2de graad rekening mee houden
- Klas opdrachten één na één
- Thuis nodige rust en ruimte, spellingregels
achteraf nakijken,
18Noot systematisch vergelijken
- Gaat bij het vergelijken van twee tekeningen,
woorden, letters, systematisch (scannend) te
werk
19Systematisch vergelijken
- Begin lager onderwijs
- Voorheen arbitrair vergelijken en slechts letten
op bepaald opvallend aspect (centreren) - Verklaart heel wat problemen bij die jongere
kinderen - Bv. vooral kijken naar globale gelijkenis van
twee letters, niet onderscheidende kenmerken
(FE, DO) - Bv. niet systematisch, letter na letter scannen
van woorden (poot pook, pallap)
20Conclusie aandachtsprocessen
- Heel wat ontwikkelingsgebonden beperkingen in
aandachtsprocessen - gt aandachtsproblemen niet automatisch linken met
kindstoornissen - Ook afvragen Kan men dit al verwachten van een
doorsnee kind van die leeftijd ?
21Hoe kunnen opvoeders kind ondersteunen ?
- Gunstige leercondities scheppen door rekening te
houden met die beperkingen - Kleuters korte, afwisselende activiteiten
- Lagere school zelfstandig werk afbakenen,
structureren aandacht focussen op relevante
aspecten door vooraf vragen te stellen, - Geduld niet verliezen en eisen niet te hoog
stellen - Monitoring, toezicht houden bij huiswerk
22Ontwikkeling van geheugen
- Minder directe klachten
- Doch geheugen speelt een belangrijke rol in
leerprestaties vanaf begin LO - En steeds meer naarmate kind ouder wordt
- Kan dus ook belemmerende invloed hebben
23Ontwikkelingsgebonden tekorten in geheugen ?
- Zeker !
- Hoeveelheid beschikbaar werkgeheugen bij (jonge)
kinderen kleiner
24Mean Number of Symbols Recalled
adults
Age
Improvement with age in memory span for numbers
and letters source after Dempster (1981)
25Ontwikkelingsgebonden tekorten in geheugen ?
- Zeker !
- Hoeveelheid beschikbaar werkgeheugen kleiner bij
jongere kinderen - Geheugenstrategieën om informatie langer te
onthouden en te transformeren naar het lange
termijn geheugen worden minder gebruikt door
jongere kinderen - Ophalen uit lange termijngeheugen gebeurt minder
systematisch bij jongere kinderen geven sneller
op
26Geheugenstrategieën
- Eenvoudige herhaling
- Organiseren van informatie, bv. groeperen in
grotere, zinvolle gehelen - Elaboreren, verwerken van informatie, bv. schema,
beeld aan koppelen, in eigen woorden omzetten,
concrete voorbeelden zoeken - ? Steeds diepgaander leren
-
27GeheugenstrategieënHerhalen
- Gaat informatie spontaan herhalen wanneer die
onthouden moet worden
28GeheugenstrategieënHerhalen
- Gaat informatie spontaan herhalen wanneer die
onthouden moet worden - Overgrote meerderheid (85 ) in 5de leerjaar
- Kleine meerderheid (60 ) in 2de leerjaar
- Slechts 10 van de kleuters (5-jarigen)
- gebrekkige kennis over het geheugen
29Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren
- Kernideeën in tekst samenvatten
30Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren
- Kernideeën in tekst samenvatten of notas
nemen, onderlijnen, ideeën linken, in eigen
woorden beschrijven ? - pas eind lagere school en ontwikkelt zich nog
sterk in adolescentie (bv. goede samenvatting
maken)
31Complexere geheugenstrategieënzoals elaboreren
- DUS Pas vanaf 10 Ã 12 jaar spontaan gebruiken en
ontwikkelt zich nog voor een groot stuk tijdens
de adolescentie - ? informatie persoonlijk betekenisvol maken,
diepgaand leren pas einde lagere school
32Implicaties ?
- Wanneer lagere school kinderen (1-2 gr.) les
moeten leren ? heel oppervlakkig ? weer vlug
vergeten - Vaak gewoon lezen
- Hoogstens herhalen
- Maar niet verwachten spel van maken, voorbeelden
zoeken, andere volgorde, parafraseren, enz.
33Implicaties ?
- Opvoeders kunnen wél het gebruik van
geheugenstrategieën stimuleren ? wel toepassen - Echter
- Geen spontane transfer verwachten
- Niet forceren
- Scholen geen zin te hoge eisen aan
geheugenprestaties te stellen
34Ontwikkeling van metacognitie en zelfregulatie
- Wat ?
- Metacognitie kennis en begrip en eigen
cognitieve mogelijkheden en denkprocessen - Zelfregulatie vermogen om eigen
leeractiviteiten te reguleren/controleren
plannen, doelen stellen, organiseren, opvolgen,
evalueren
35Ontwikkeling van metacognitie en zelfregulatie
- Belangrijk ?
- JA, want processen leren leren
- Eindtermen lager onderwijs
- De leerlingen kunnen uitleggen dat plannen
belangrijk is dat gewoon herlezen of kopiëren
meestal niet effectief is - De leerlingen kunnen, eventueel onder
begeleiding, hun lessen, taken en opdrachten
plannen en organiseren hun eigen leerproces
controleren en bijsturen
36Ontwikkelingsgebonden beperkingen in metacognitie
?
- Metacognitieve vaardigheden ontwikkelen zich
vooral tussen 5 en 10 jaar - Ontwikkeling traag want vereist dat men eigen
denkprocessen als voorwerp van denken kan nemen - Bv. Weten dat men dingen kan vergeten
37Ontwikkelingsgebonden beperkingen in metacognitie
?
- Weten dat het sneller gaat wanneer je iets een
tweede keer leert (3de gr) - Weten dat men beter kan onthouden naarmate men er
langer op studeert (3de gr) - Weten wanneer men welke strategie moet toepassen,
waarom effectief in bepaalde situaties (3de gr) - ? Beïnvloedt manier van omgaan met schooltaken
38Implicaties ?
- Kinderen 3de lj bv. kunnen nog niet inschatten
hoeveel tijd ze nodig hebben om les te leren en
hoe best aanvatten ? ouders moeten huiswerktijd
voor stuk organiseren - Trend in lagere scholen om huistaken steeds
vroeger te laten plannen door kinderen ? kinderen
kunnen dat nog niet alleen ! Niet abnormaal. Niet
ongemotiveerd of slechte studiehouding.
39Ontwikkelingsgebonden beperkingen in
zelfregulatie ?
- Self-regulated learners can plan, set goals,
self-monitor, self-evaluate at various points
during the process of knowlegde acquisition
(Zimmerman, 1990) - ? vermogen om onafhankelijk te leren ? succes op
school - Maar wanneer kan men dat verwachten van kinderen ?
40Ontwikkelingsgebonden beperkingen in
zelfregulatie ?
- Gaat zijn werk vooraf plannen, doelen stellen
- Controleert zijn eigen leerproces
41Ontwikkelingsgebonden beperkingen in
zelfregulatie ?
- Gaat zijn werk vooraf plannen, doelen stellen
- vooral tussen 5de lj en 2de middelbaar
- Controleert eigen leerproces (bv. moeilijke
stukken herlezen, woord opzoeken) - ? Vanaf 3de graad en ontwikkelt zich verder
tijdens adolescentie
42Implicaties ?
- Niet verwachten dat doorsnee kind 3de lj bv.
plannen maakt, doelen stelt, zelf fouten
controleert, - Kan wel gestimuleerd worden
- Doch telkens opnieuw nodig ! Dus zelfs met de
Beertjes van Meichenbaum gt niet spontaan doen -
43Conclusie
- Focus op ontwikkelingsgebonden beperkingen
- Grote denkmogelijkheden op elke leeftijd !
- Bij klachten m.b.t. aandacht, leerhouding, ?
kijken of de verwachtingen van de omgeving
ontwikkelingsniveau van kind - Kan verklaren waarom onderzoek uitwijst dat er
niks mankeert, terwijl betrokkenen toch
problemen ondervinden
44Schoolrijpheid
45Situering
- Meeste onderwijssystemen start formeel onderwijs
rond 6 jaar - Transitie van kleuter-lager onderwijs
veranderingen in leeromgeving
46First grade vs. Kindergarten (LaParo,
Rimm-Kaufman, Pianta, 2006 Sink, Edwards,
Weir, 2007)
- Bereiken leerdoelen niet meer vrijblijvend
- Meer prestatiegeoriënteerd
- Klasorganisatie
- Meer bankwerk en
- groepsinstructie
47- Factoren die succesvolle overgang
- KO-LO belemmeren/bevorderen?
Schoolrijpheid
48Overzicht
- Vroegere opvatting
- Kritiek
- Huidige opvatting
- Implicaties voor diagnostiek en interventies
49Vroegere visie
- School readiness
- Arnold Gesell
- Biologische ontwikkelingsmodellen
- Ontwikkeling verklaren in termen van biologische
processen - Voorspelbare en invariante ontwikkelingsstadia
50Vroegere visie
- Leren is pas mogelijk als het kind er biologisch
rijp voor is - Implicaties
- Diagnostiek bv. Head-proef
- Adviesverlening wachten tot het kind rijp is
51Visie van leerkrachten(Smith Shepard, 1988)
- 40 interviews met kleuterleidsters
- Ongeveer helft maturatievisie
- Schoolonrijpheid vooral te wijten aan
onvoldoende rijping. Leerkrachten of ouders
kunnen kind daarom het beste meer tijd geven om
verder te ontwikkelen. Laten overgaan zou te
frustrerend zijn. - SLB-beslissingen
-
52Kritiek
- Ontwikkeling (ook) beïnvloed door context
- ? bio-ecologische of contextuele
ontwikkelingsmodellen - Leervoorwaarden ook beïnvloedbaar door
instructie (bv. Morrison et al., 1995) -
53Resultaten Auditieve Analyse correcte
antwoorden (Morrison et al., 1995)
Noot 2 groepen ongeveer even oud
54Kritiek
- Kenmerk van kind (lagere) school buiten schot
- ? Is deze school wel rijp voor dit kind ?
55  Remediërende visie (Smith Shepard, 1988)
- Â Schoolonrijpheid is gevolg van ervaring, de
leeromgeving, Ouders en leerkrachten kunnen
mits extra inspanningen het verschil maken.
Leerkrachten 1ste leerjaar moeten zich kunnen
aanpassen aan diversiteit.Â
56Huidige wetenschappelijke visie compromis
- Rol van (school)omgeving niet vergeten!
- Rol van kindfactoren niet ontkennen
- biologische factoren zijn wel degelijk van belang
(risicofactoren) - grenzen aan draagkracht van scholen
- kindfactoren in kaart te brengen ? leerkracht kan
aanbod erop afstemmen - maar vaardigheden van kind steeds resultaat
van wisselwerking kind-omgeving
57School readiness
- Resultaat van interactie of wisselwerking tussen
kind en omgeving (Ladd et al., 1999 Mashburn
Pianta, 2006) -
58Huidige visie
- Interactionistisch
- Multidimensioneel verschillende domeinen van
functioneren - ? welke?
59Welke kind- en omgevingsfactoren voorspellen
schoolprestaties 1ste leerjaar?
60Gebaseerd op Downer Pianta (2006) Bossaert,
Verschueren, et al. (2008) Verachtert (2007)
61Gebaseerd op Downer Pianta (2006) Bossaert,
Verschueren, et al. (2008) Verachtert (2007)
62Specifieke leervoorwaarden
- Prestaties voor taal/rekenen in 1ste leerjaar
worden het beste voorspeld door prestaties voor
taal/rekenvoorwaarden in 3de KK - Afname van (betrouwbare en valide!) toetsen
leervoorwaarden heeft predictieve waarde ?
informatief
63Recent onderzoek in Vlaanderen
- SIBO-onderzoek (Verachtert, 2008) (N 3 055 uit
122 scholen) - r .65 tussen voorbereidend rekenen begin 3de
KK en rekenen einde 1ste leerjaar - Eigen onderzoek (Bossaert, Verschueren et al.,
2008) (N 169 uit 26 scholen) - r .54 tussen voorbereidende vaardigheden taal
rekenen 1ste trim. 3de KK en taal en rekenen
einde 1ste leerjaar
64Meting specifieke leervoorwaarden
- Algemene screeningstoetsen en meer gerichte
toetsen - Leertestvorm  proeflessenÂ
65Specifieke leervoorwaarden
- Aanknopingspunten voor preventieve stimulering
bij bepaalde risicogroepen - In klas/school (niet bij à lle kinderen,
Ruijssenaars, 1997) - Thuis (spelenderwijze !)
- Buitenschoolse hulpverlening
- gt gunstiger startpositie
66Algemene cognitieve vaardigheden
- Betekenisvol effect, grotendeels indirect via
voorbereidende vaardigheden 3e KK - r .47 (p lt .001) van scores Coloured
Progressive Matrices begin 3de KK met
voorbereidende reken- en taalvaardigheden en r
.37 (p lt .001) met prestaties eind 1ste leerjaar
(Bossaert, Verschueren et al., 2008) - ? beperkte cognitieve vaardigheden plausibele
verklaring voor uitval screening leervoorwaarden
67Algemene cognitieve vaardigheden
- Meting algemene cognitieve vaardigheden vaak
intelligentietest -
- ? let op meer gevaar voor meetfouten bij
jongere kinderen (vooral lt 5 jaar) (Chen
Siegler, 2000 Resing, 2007)
68Algemene cognitieve vaardigheden
- Minder informatief voor gerichte
remediëring/begeleiding (tenzij voor verwachte
vooruitgang) - Wel voor globale indicatiestelling aangepaste
vorm van onderwijs nodig? (Van den Broek, 1997)
69Werkhouding en taakgericht gedrag
- leergerelateerde gedragingen
onafhankelijkheid, betrokkenheid bij
klasactiviteiten, attitude t.o.v. schooltaken, - ? bijkomende voorspellende waarde voor succes
1ste leerjaar - Bv. SIBO-onderzoek r .43 met rekenprestaties
1ste leerjaar
70Klasparticipatie(Ladd, 1992 bewerking door
Cornelissen Verschueren, 2002)
- Coöperatieve participatie
- Doet wat de leerkracht vraagt
- Maakt verantwoordelijk gebruik van klasmateriaal
- Is goed handelbaar voor de leerkracht
- Aanvaardt het gezag van de leerkracht
- Onafhankelijke participatie
- Zoekt uitdagingen
- Is zelfbepalend, stelt eigen doelen
- Werkt onafhankelijk
- Heeft veel hulp en leiding nodig (-)
71Sociaal-emotioneel functioneren
- Sociale competentie interpersoonlijk sociaal
gedrag, zelfwaardering, - bijkomende voorspellende waarde, hoewel op zich
beperkter - Wel via relaties met klasgenoten en leerkrachten
72Dus
-
- Verschillende domeinen van functioneren van kind
- algemene cognitieve ontwikkeling
- specifieke leervoorwaarden
- leergerelateerde gedragingen
- sociaal-emotioneel functioneren
- ? product van kind x omgevingsinvloeden
73Omgevingsinvloedenthuisomgeving
- Lage SES, lage opleiding moeder, allochtone
herkomst, - ? meer risico op schools falen ook na overgang
KO-LO
74.18
.34
.38
Gebaseerd op Bossaert, Verschueren et al., 2008
75Omgevingsinvloeden
- Vroegtijdige selectieve preventieve interventies
( gericht op risicogroepen) om negatieve traject
tijdig om te buigen (bv. Instapje) - Kostelijk maar weegt niet op tegen negatieve
gevolgen
76Aandachtspunten onderzoek naar schoolrijpheid
- Jonge kinderen ? op meerdere tijdstippen
observeren, onderzoeken - Continue en vroegtijdige signalering doorheen
kleuterschool ? voldoende tijd om preventief te
werken (maar ook keerzijde) - Schoolloopbaanbeslissingen samenwerking met
ouders, zij beslissen (maar geïnformeerd) - Belang van ondersteuning door team van deskundige
diagnostici