Title: Atoom theorie
1Atoom theorie
2Democritus
Democritus van Abdera (ca. 460 v. Chr.-380/370 v.
Chr.) was een Grieks geleerde, filosoof astronoom
en reiziger.
- Materie bestaat uit zeer kleine ondeelbare
eenheden (a-tomos ondeelbaar) met daartussen
lege ruimte. - Atomen kunnen een oneindig aantal vormen
aannemen. - Atomen kunnen botsen en zo iets creeren maar
nadien kunnen zij weer uiteenvallen.
3Atoom theorie
- Atoommodel van Dalton (1808)
4Atoomtheorie van Dalton
- Elementen bestaan uit kleine deeltjes, atomen
genaamd. - Elk element wordt gekarakteriseerd door de massa
van het atoom atomen van hetzelfde element
hebben dezelfde massa en atomen van verschillende
elementen hebben een verschillende massa. - Bij het ontstaan van nieuwe stoffen verandert
alleen de manier waarop atomen met elkaar
verbonden zijn de atomen zelf veranderen niet.
5Atomen volgens Dalton
Simpele atomen. 1 waterstof
De hogere atoomnummers zijn volgens Dalton
samengestelde atomen binair, tertiar, quartenair
enz.
6(No Transcript)
7Symbolen voor de verschillende elementen
8PROBLEEM
Waar bestaan atomen uit?
9Atoom theorie
- Atoommodel van Thomson (1897)
10Ontdekking van het electron
Aan het einde van de 19e eeuw voerden
verschillende wetenschappers experimenten uit met
kathodestraalbuizen en langzaam kwamen zij tot
het besef dat er zich daarin negatief geladen
subatomaire deeltjes bevonden.
11PROBLEEM
Atomen zijn neutraal. Als elektronen negatief
zijn, moeten er ook nog positief geladen deeltjes
zijn!
12Het atoom volgens Thomson. Ook wel het krentenbol
of pudding model genoemd.
13Atoom theorie
- Atoommodel van Rutherford (1911)
14De hypothese
- Wat gebeurt er als ik een atoom met ?-deeltjes
(heliumkernen) beschiet? - Rutherford dacht het volgende te zullen
waarnemen http//www.nat.vu.nl/pwgroen/sdm/hyper
/anim/thomfilm.html
15Het experiment
16Resultaten
- De meeste ??-deeltjes gingen rechtdoor of werden
nauwelijks verstrooid. - Sommige ?-deeltjes werden onder grote hoeken
verstrooid. - Probleem Dit rijmt niet met de verwachtingen die
Rutherford had uit het model van Thomson.
17Een nieuw model
- Het atoom bestaat voor het grootste deel uit lege
ruimte. - Er is een positief geladen kern.
- De electronen cirkelen om de kern in banen.
- http//www.nat.vu.nl/pwgroen/sdm/hyper/anim/ruthf
ilm.html
18Het atoom volgens Rutherford
http//users.skynet.be/eddy/experiment_van_rutherf
ord.htm
19Afmetingen
20PROBLEEM
Waarom valt het electron niet op de kern?
21Atoom theorie
- Atoommodel van Bohr (1914)
22De Theorie
- Electronen bevinden zich in schillen rond de
kern. - Een schil kan een beperkt aantal electronen
bevatten. - De electronen van een stabiel atoom zitten in de
schillen met de laagst mogelijke energie.
23Schillen worden volgens toenemende afstand tot de
kern voorgesteld door K, L, M, N, O, P en Q. Het
rangnummer wordt het schilnummer 'n' genoemd. Een
schil met rangnummer n kan maximaal 2n2
elektronen bevatten, zoals aangegeven in de
volgende tabel
24Het atoom volgens Niels Bohr
25CHLOOR
26NATRIUM
27Atoom theorie
28Sommerfeld (1916)
- Sommerfeld stelde voor dat een elektronenschil of
hoofdenergieniveau samengesteld is uit
subniveaus. - Het aantal subniveaus in een hoofdschil is gelijk
aan het nummer van die hoofdschil (max. 4
subniveaus). - De subniveaus worden s-, p-, d- en f-subniveaus
genoemd met respectievelijk een maximale
elektronenbezetting van 2, 6, 10 en 14,
voorgesteld als s2, p6, d10 en f14
29Uiteindelijk!
- Erwin Schrödinger (1926) stelt een
kwantummechanisch model waarbij elektronen niet
als deeltjes, maar als golfverschijnsel werden
voorgesteld. - Een jaar later kwam Werner Heisenberg met het
onzekerheidsprincipe van Heisenberg, waarmee hij
aangaf dat het inderdaad niet mogelijk was van
een elektron de precieze plaats in een atoom aan
te geven.
30Onzekerheidsprincipe van Heisenberg
Een electron heeft geen vaste plaats, maar een
waarschijnlijkheid dat hij zich op een bepaalde
plek bevindt.
Het electron in de 1s orbitaal bevindt zich voor
95 zeker in de wolk die hier is getekend. Op de
plaatsen waar de wolk dicht is, is de
waarschijnlijkheid het electron aan te treffen
het grootst.
31(No Transcript)
32Ruimtelijke voorstelling van de s,p en d
orbitalen. De vorm van de orbitalen geeft aan op
welke plekken we de meeste kans hebben het
electron te vinden.
33(No Transcript)
34(No Transcript)
35Opvulling van de orbitalenhet Pauli-principe
- Elke orbitaal kan slechts 2 electronen bevatten.
- Deze electronen hebben een tegengestelde spin.
- http//users.skynet.be/eddy/config.html
36(No Transcript)
37Atoom theorie
38OCTETREGEL VAN LEWIS
- 8 electronen in de buitenste schil zorgt voor
verhoogde stabiliteit. - Waterstof vormt hier een uitzondering op. De
buitenste schil van een waterstofatoom bestaat
uit alleen een 1s orbitaal en biedt slechts
plaats aan twee elektronen. Daarom vormt het
atoom maar één binding.
39EDELGASSEN
- Edelgassen hebben een met acht elektronen hun
buitenste schil volledig gevuld, waardoor ze door
hun stabiliteit geen chemische reacties aangaan. - http//images.google.nl/imgres?imgurlhttp//www.w
ebelements.com/webelements/elements/media/kossel-p
ics/Kr.jpgimgrefurlhttp//www.webelements.com/we
belements/elements/text/Kr/econ.htmlh300w300s
z15tbnidVARd2uzJUZ8Jtbnh111tbnw111hln
40ionbinding en covalente binding
- http//users.skynet.be/eddy/ion_covalent.html
41Lewis structuur
- Een Lewisstructuur gaat op dezelfde manier als
een structuurformule, alleen moet je ook rekening
houden met vrije electronenparen.- Bekijk van
elk atoom hoeveel bindingen het aangaat - - Bekijk hoeveel valentie-elektronen het atoom
heeft - - Het aantal vrije electronenparen kan je
bereken met VEP 1/2 (aantal valentie -
aantal bindingen) - - Bekijk tenslotte welke atomen nu een formele
lading dragen.
42(No Transcript)
43(No Transcript)
44(No Transcript)
45(No Transcript)
46resonantie
47Atoom theorie
48(No Transcript)
49(No Transcript)
50(No Transcript)
51(No Transcript)
52(No Transcript)
53Het tekenen van een lewisstructuur
- http//cheminf.cmbi.ru.nl/wetche/organic/srm1/lewi
s/