Title: PowerPoint-presentatie
1(No Transcript)
2Het is winter. In het park bij het bos is het
koud. Maar dat kan Boris de boswachter niets
schelen.
3Hij trekt zijn warme winterjas aan en doet zijn
wollen sjaal om. In zijn laarzen heeft hij dikke
sokken. Boris vindt het fijn om in de winter naar
buiten te gaan
4In het park, aan de rand van het bos, staat een
klein huis. Dat is het huis van Boris. Als hij
klaar is met werken, gaat Boris naar zijn huisje.
Daar is het altijd lekker warm en gezellig.
5De dieren die in het bos wonen, weten precies
waar Boris woont.
Als hij gaat eten, komen ze allemaal gauw
kijken. Dan krijgen ze ook een stukje brood.
6Op een winteravond wordt het heel koud.
Grote vlokken sneeuw dwarrelen langs het raam van
Boris huisje naar beneden.
7Brr,zegt Boris,Ik denk dat ik vannacht wel een
kruik nodig heb. Hij drinkt een kop hete
chocolademelk en doet warm water in een kruik.
Dan wil hij naar bed gaan. Plotseling hoort Boris
geklop. Het lijkt wel of er iemandvoor de deur
staat. Wie kan dat nu nog zijn,zo laat op de
avond? denkt Boris. Hij loopt naar de deurom
open te doen.
8Op de stoep staat een eekhoorntje. Het ziet er
koud en zielig uit. Ik kan niet slapen, Boris,
bibbert het eekhoorntje. Er ligt allemaal sneeuw
in mijn bed. Dat is nou ook wat, zegt Boris.
Kom maar gauw binnen, mijn bed is groot genoeg
voor twee.
9De eekhoorn kruipt in bed dicht tegen Boris
aan. Zo krijgt hij het lekker warm.
Klop, klop! Klinkt het opeens. Er wordt nog een
keer op de deur geklopt. Wie kan dat nu weer
zijn? Denkt Boris.
10Buiten staan twee bibberende konijntjes voor de
deur. Het v-v-vriest, zegt het ene konijntje.
We hebben het zo k-k-koud, fluistert het
anderen konijntje. Arme dieren, zegt Boris,
Kom maar gauw binnen, dan wordt je wel weer
warm.
De konijntjes springen naast Boris en de
eekhoorn in bed. Het is wel een beetje krap. Kun
je je misschien even omdraaien? vraagt Boris aan
de eekhoorn. Je staart kriebelt in mijn
neus. Klop, klop!Lieve help, zegt Boris. Er
staat alweer iemand voor de deur!
11Het is de vos! Hij heeft het ook heel koud. Mag
ik binnenkomen? vraagt hij.
12Boris krabt op zijn hoofd en denkt even na. Nou
ja, vooruit dan maar. Als je belooft dat je je
netjes zult gedragen. Ik zal de andere dieren
niets doen, belooft de vos. Hij rent naar het
bed en springt met een plof tussen de konijntjes
en de eekhoorn.
Boem! Au! De eekhoorn valt uit bed. Wat was dat
nou? vraagt hij verbaasd.
13Klop, klop! Nee toch, zegt Boris.Komt er nou
nog meer bezoek? Als hij de deur opendoet, staat
hij even verbaasd te kijken. Op de stoep
staaneen das, twee eenden, een egel en een hele
muizenfamilie!
Ze zijn allemaal op zoek naar een warm plekje om
te slapen.
14Arme Boris! Alle dieren kruipen bij hem in bed.
Dat gaat nooit! Ze duwen en schuiven elkaar
opzij. Ze trekken allemaal aan het dekbed en ze
krijgen ruzie met elkaar.Het lukt gewoon niet.
Er is niet genoeg plaats voor alle dieren in het
bed van Boris. Hoe moet dat nu?
15Boem! Het dekbed rolt van het bed en iedereen
valt op de grond. oh, oh, zegt Boris. We
kunnen niet met zn allen in mijn bed. Het is te
klein.Plotseling steekt een muisje zijn oren
omhoog. Wat is dat? piept hij. Ik hoor iets!
Nu luisteren ze allemaal. Ze horen gekrabbel. Het
lijkt wel of het van onder de vloer komt. Er
beweegt iets onder de grond fluistert Boris.
16De dieren kijken elkaar geschrokken aan. De
muisjes beginnen te trillen van angst. Oooh, wat
eng!Wat zou dat zijn?Misschien is het wel
een monster!Met hele grote klauwen!En hele
scherpe tanden!
17Plotseling begint een van de planken van de vloer
te bewegen. Kijk uit! Het komt door de
vloer!Krak! De plank schiet los. Help! roepen
de dieren en ze rennen alle kanten op om zich te
verstoppen.
18Boris is helemaal niet bang. Hij begint heel hard
te lachen. Vanonder de plank komt een klein,
donker kopje te voorschijn.
19Het is helemaal geen monster, zegt Boris
lachend. Het is een mol! Neem me niet kwalijk
dat ik zomaar binnen kom vallen,zegt de mol
beleefd. Ik heb eerst op de deur geklopt, maar
niemand deed open. Boris tilt de mol uit het gat
in de vloer en zet hem op de kruik om warm te
worden. Kom maar weer tevoorschijn, allemaal!
Roept hij tegen de andere dieren.
20Maar er komt helemaal niemand tevoorschijn. De
dieren blijven allemaal lekker zitten waar ze
zitten. Wat zullen we nou krijgen? Denkt Boris.
De eekhoorn is in slaap gevallen in de zak van
Borisochtendjas. De egel zit in de winterjas van
Boris
De vosde konijntjesde dasen de eendenHebben
allemaal een lekker warm plekje gevonden. Kun jij
ze ontdekken?
21En de muizen?Die zitten met zn allen in de
pantoffels van Boris. Alle dieren hebben zo een
slaapplaats gevonden.
22Boris gaapt en kruipt weer in zijn eigen bed. Zo
is het beter. Nu heb ik tenminste plaats
genoeg,zegt hij. En er is ook nog een klein
plekje over voor
de mol!