Title: Verplichte practica natuurwetenschappen
1Verplichte practica natuurwetenschappen
Materie, energie en leven
- Microscopisch onderzoek van cellen
- Galvanische cellen bouwen van verschillende
cellen met verschillende metaalkoppels, meten van
de bronspanning - Wet van Ohm
2Verplichte practica natuurwetenschappen
Gezondheid en voeding
- Voorbeeld Concentratie van azijnzuur bepalen in
tafelazijn
3Practica natuurwetenschappen
Twee vrij te kiezen practica
Totaal zes practica voor de derde graad!
4Geluid heeft een medium nodig
Verbind twee blikken dozen met een touw. Het
touw wordt stijf gespannen tussen de twee blikken
dozen.
Je hebt een primitieve telefoon gebouwd. Het
touw is het medium.
5Geen geluid zonder medium
Plaats een wekker onder een stolp en zuig de
lucht weg met een vacuümpomp.
de wekker loopt af maar er is geen geluid.
6Grenzen van het zichtbare licht
7Golflengte van rood licht l 700 nm
Vergelijk de draaisnelheid van de vleugeltjes als
de radiometer van Crookes belicht wordt met
resp. rood licht en UV-licht
Rood licht doet het molentje draaien.
8Golflengte van blauw licht l 500 nm
- Verduister het lokaal.
- Belicht een lichtgevoelige plaat met resp.
- rood licht
- en
- blauw licht
- Doof de lichtbron.
De plaat licht op na belichting.
9Optische witmakers
Benodigdheden een zwarte trui, een
UV-lamp Werkwijze Belicht een gewassen zwarte
trui met UV-licht.
Waarneming Op de trui zie je kleine
fluorescerende stippen.
10Werking van sunblock onderzoeken
http//www.thuisexperimenteren.nl/science/sunblock
/zonnebrandcreme.htm
- Experiment Experimenteel zonneproducten
vergelijken - Benodigdheden
- Een strook papier, een fluorescerende stift,
zonneproducten (total block, beschermingsfactor
3), aftersun, glycerine - Werkwijze
- Trek met de stift twee dikke strepen op het
papier. - Breng op één van de strepen verschillende
zonneproducten aan. - Verduister het lokaal en maak een foto.
- Bekijk het resultaat op de foto.
11Wat stel je vast?Het fluorescerend effect treedt
niet op bij zonneproducten met een zekere
beschermingsfactor
12Fluorescentie van tonic
- Benodigdheden
- Tonic, keukenzout, UV-lamp
- Werkwijze
- Bekijk de kleur van de tonic
- Verduister het lokaal en richt een UV-lamp op de
tonic. - Wat neem je waar i.v.m. de kleur?
Waarneming Onder UV licht en in het donker
verschijnt er een blauwe fluorescerende kleur.
13Zijn alle zuren even sterk?
Benodigdheden Azijnzuuropl. (1 M), HCl-opl. (1
M), bakpoeder, twee flesjes of erlenmeyers,
- Werkwijze
- Doe eenzelfde hoeveelheid bakpoeder in elke
ballon. - Meet eenzelfde hoeveelheid HCl-oplossing en
CH3COOH-oplossing, telkens 1mol/liter af en giet
in de flesjes of erlenmeyers. - Bevestig de ballonnen aan de erlenmeyers.
- Laat gelijktijdig de inhoud van de ballonnen in
de erlenmeyers terechtkomen. - Neem waar dat de ballon zich het snelst vult in
de opstelling met het sterke zuur.
HCl
14Het azijnzuurgehalte in tafelazijn in acht
stappen bepalen
Stap 1
Doe met behulp van een meetspuitje 1 ml azijn in
een erlenmeyer en voeg 10 ml water toe.
15Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 2
Voeg een paar druppels fenolftaleïne-indicator
toe.
16Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 3
Neem een zuiver meetspuitje. Vul het met
NaOH-oplossing 0,10 mol/l en lees het beginvolume
af. ............... ml.
17Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 5
Kwispel de erlenmeyer om alles goed te mengen.
18Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 6
Als de oplossing nog geen kleur heeft, herhaal
dan 4 en 5 totdat er wel een fuchsia kleur
zichtbaar wordt.
19Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 7
Stop de toevoeging van NaOH-oplossing als er een
blijvende fuchsia kleur ontstaat.
20Het azijnzuurgehalte bepalen
Stap 8
Lees het eindvolume in de injectiespuit af.
............ ml. Het toegevoegde volume
NaOH-oplossing is dus ................. ml.
21Bepaling van het gehalte calciumcarbonaat in
maagtabletten
22Experiment Clinistix
Benodigdheden Clinistix , 0,02 M
glucose-opl., 0,02 M sucrose-opl., 0,02 M
lactose-opl., 0,5 M HCl-opl., 0,5 M
NaOH-opl.,gedeïoniseerd water (70 C)
- Werkwijze
- Steek een teststrookje in volgende oplossingen
- een glucoseoplossing (0,02 mol/l)
- een sucroseoplossing (0,02 mol/l)
- een lactoseoplossing (0,02 mol/l)
- een zuuroplossing (HCl 0,5 mol/l gedurende 2
minuten) en daarna in een glucoseoplossing - een base-oplossing (NaOH 0,5 mol/l gedurende 2
minuten) en daarna in een glucoseoplossing - gedurende 2 minuten in gedeïoniseerd water op een
temperatuur van 70C en daarna in een
glucoseoplossing
23Experiment Clinistix (vervolg)
Waarneming en verklaring De Clinistix reageert
alleen met glucose. Zuren en basen vernietigen
het enzym op de teststrook. Ook hoge temperaturen
zijn nefast voor de werking van het enzym.
24Experiment Hoe werkt Maalox?
- Benodigdheden
- Een horlogeglas, HCl-opl 0,01 M, indicatorpapier
- Werkwijze
- Doe een weinig HCl-opl in het horlogeglas.
- Meet de pH van de HCl-opl. met een stukje
indicatorpapier. - Voeg een beetje vloeibare Maalox toe, roer.
- Meet de pH opnieuw.
Waarneming en verklaring De pH moet stijgen.
Door toevoegen van Maalox wordt de oplossing
minder zuur.
25Experiment Hoe werkt zuurstofwater?
- Benodigdheden
- Een erlenmeyer (100 ml), 20 ml waterstofperoxide
3 , een spatel, mangaandioxide, een gloeiende
houtspaander - Werkwijze
- Doe de waterstofperoxide in de erlenmeyer.
- Voeg met de spatel een beetje mangaandioxide toe.
- Breng een gloeiende houtspaander in de
erlenmeyer.
Waarneming en verklaring Na het inbrengen van
het mangaandioxide begint het reactiemengsel te
bruisen (exotherm). De gloeiende houtspaander zal
ontvlammen. Dit duidt op het vrijkomen van
zuurstofgas.
26mm en het verval van atomen
Opdracht Simuleer het verval van atomen met
behulp van mms en stel dit verval grafisch voor
op millimeterpapier.
- Benodigdheden mm snoepjes (50 per groepje
leerlingen), een afsluitbare plastic zak,
grafiekpapier - Werkwijze
- Doe 50 mm snoepjes in de plastic zak, sluit de
zak en schud zachtjes (10 s) - Giet de snoepjes uit en tel de snoepjes met de
mm kant naar boven. Dit zijn de vervallen
atomen. Vul het aantal in de tabel in. - Doe de snoepjes met de mm kant naar beneden
terug in de plastic zak. Herhaal 1. en 2. - Vul de tabel verder aan.
- Zet de gegevens in een grafiek.