Ciperaceae (cypergrassen) - PowerPoint PPT Presentation

About This Presentation
Title:

Ciperaceae (cypergrassen)

Description:

... (korrel) Meeldraden + veervormige stempels steken bij rijpheid vaak uit de aartjes Ranunculaceae (ranonkelfamilie) Primitieve Dicotyl, ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:35
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 16
Provided by: Jasp71
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Ciperaceae (cypergrassen)


1
Ciperaceae (cypergrassen)
  • Monocotyl
  • Bladeren in 3 rijen ingepland, vaak gekield,
    soms ruwe rand
  • Stengel vaak opvallend driekantig, zonder knopen
  • Bloemen in aren, zonder opvallende
    bloemdekblaadjes
  • Vruchtbeginsel met 2 of 3 stempels
  • Vrucht nootje, bij zegges verpakt in gesnaveld
    urntje

2
Juncaceae (russen, veldbiezen)
  • Monocotyl
  • 6 gelijke groene of bruine bloemdekblaadjes met
    vliezige rand
  • Bloemen meestal in vrij compacte hoofdjes of soms
    alleenstaand
  • Stengel rolrond, bladeren gootvormig of
    ontbrekend (Juncus)
  • Stengel grasachtig, bladeren met lange witte
    wimperharen (Luzula)
  • Vrucht ronde doosvrucht

3
Orchidaceae (orchideeën)
  • Monocotyl
  • Parallelnervige bladeren typische, kleurige
    orchideeënbloemen
  • Bloemdek 2-zijdig symmetrisch met 6 gekleurde
    bladen, waarvan 1 onderlip, vaak met achterwaarts
    wijzende spoor
  • Meestal 1 meeldraad met stempelzuil
  • Vrucht doosvrucht

4
Poaceae (grassen)
  • Monocotyl
  • Stengel met knopen
  • Vliezig/harig tongetje
  • Bladen in 2 rijen ingepland
  • Bloeiwijze aar- of pluimvormig
  • Vrucht graanvrucht (korrel)
  • Meeldraden veervormige stempels steken bij
    rijpheid vaak uit de aartjes

5
Ranunculaceae (ranonkelfamilie)
  • Primitieve Dicotyl, meestal kruiden
  • Vaak vele losstaande vruchtbeginseltjes in de
    bloem
  • Veel vrijstaande meeldraden
  • Blad vaak samengesteld, vaak niet gezaagd of
    getand
  • Kelk kroon niet vergroeid en vaak 5-tallig,
    kroonbladen met honingschub op basis, kelkbladen
    vaak onopvallend
  • Vrucht dop- of kokervrucht

6
Apiaceae (schermbloemigen)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • Bloemen in schermen
  • Kroon 5-tallig (wit/geel/roze)
  • Kelk klein, afwezig of 5-tallig
  • Vruchtbeginsel onderstandig
  • Vrucht 2-delige splitvrucht
  • Samengestelde bladeren, vaak met open of
    opgeblazen schede op stengel ingepland
  • Bladeren bij wrijven vaak aromatisch (soms giftig)

7
Asteraceae (composieten)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • Bloemen samengepakt tot hoofdje
  • Aantal groene omwindselblaadjes aan basis
    hoofdje
  • Bloem bestaat uit bloembuis met 4-5 slippen
  • Buisbloem, slippen zijn hetzelfde
  • Lintbloem, één slip is veel groter
  • Hoofdjes kunnen lint- en buisbloemen bevatten
  • Kelk gereduceerd tot witte haren (pappus) of
    schubben

8
Boraginaceae (ruwbladigen)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • Plant vaak ruw behaard
  • Jonge bloeiwijze naar één kant opgerold schicht
  • Zowel kelk als kroon vergroeid tot 5-delige of
    tandige buis
  • Kroonslippen vaak met opvallende witte of gele
    keelschubben
  • Vrucht vierdelig, bij rijpheid opsplitsend in 4
    rondachtige nootjes

9
Brassicaceae (kruisbloemigen)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • 2 kruizen van 4 vrije kelkbladeren met daartussen
    4 vrije kroonblaadjes (vaak wit of geel)
  • 4 lange en 2 korte meeldraden
  • Bladeren verspreid, vaak onderaan de plant in
    vorm van rozet
  • Vrucht met 2 kleppen overlangs openspringend
    hauw (veel langer dan breed), hauwtje
    (korter, breder, vaak zijdelings afgeplat)

10
Caryophyllaceae (anjerfamilie)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • Bloemen vaak in samengestelde gevorkte
    bijschermen met vaak in iedere vork een losse
    bloem
  • Kelk en kroon meestal 5-tallig, kroonbladen
    vrijstaand (meestal wit, roze of rood)
  • 5-10 meeldraden
  • Vrucht één-hokkige doosvrucht
  • Bladeren meestal enkelvoudig, gaafrandig en
    tegenoverstaand

11
Ericaceae (heidefamilie)
  • Geavanceerde Dicotyl, dwergstruiken of struiken
    (houtige takken)
  • Bladeren meestal klein, dik en leerachtig
  • Zowel kelk als kroon vergroeid kroonbuis vormt
    soms een soort belletje
  • Bloem vaak roze of wit
  • Vrucht meestal doosvrucht of bes

12
Fabaceae (vlinderbloemigen)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden, struiken en bomen
  • Bloembouw groot bovenste kroonblad (vlag), 2
    kleinere zijdelingse (zwaarden) en 2 onderste
    vergroeid tot langwerpige koker met opwaartse
    knik (kiel)
  • Kelkbladen vergroeid (5-tandig)
  • 10 meeldraden waarvan minstens 9 vergroeid zijn
  • Bladeren (vaak samengesteld) met steunblaadjes
    aan stengel
  • Vrucht meestal peul welke langs twee naden
    openspringt

13
Geraniaceae (ooievaarsbekfamilie)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden
  • Bloemen regelmatig 5 kelk- en kroonbladen
  • (meestal) twee rijen van 5 meeldraden
  • Vruchtbeginsel (3-5 hokkig) met lange snavel (
    vergroeide stijlen)
  • Bladeren sterk ingesneden, dus gelobd of
    samengesteld
  • Soms aromatisch (stinkend)

14
Lamiaceae (lipbloemigen)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden of dwergstruikjes
  • Vergroeide 5-tandige (soms 10) kelk
  • Vergroeide kroon (kroonbuis), meestal duidelijke
    boven- en onderlip
  • Meeldraden (2-4) en stijl meestal in of net onder
    bovenlip geplaatst
  • Stengel duidelijk 4-kantig met enkelvoudige,
    tegenovergestelde bladeren
  • Vaak sterk aromatisch (lekker of stinkend)
  • Vrucht 4-delige splitvrucht

15
Rosaceae (rozenfamilie)
  • Geavanceerde Dicotyl, kruiden, struiken en bomen
  • Meestal 5 kroon- en kelkblaadjes
  • Kelkblaadjes vaak opvallend tussen de
    kroonblaadjes (sommige met bijkelk, krans 5 extra
    kelkblaadjes)
  • Meestal veel meeldraden ingeplant op rand van
    holle bloedbodem
  • Vrucht doos-, koker-, steenvrucht of bes
  • Bladeren meestal met steunblaadjes, vaak
    samengesteld en gezaagd of getand
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com