mr M.M.C. Limbeek - PowerPoint PPT Presentation

1 / 16
About This Presentation
Title:

mr M.M.C. Limbeek

Description:

Centre for Children s Rights Amsterdam Het IVRK in vreemdelingenzaken en sociale zekerheidszaken mr M.M.C. Limbeek – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:110
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 17
Provided by: aho95
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: mr M.M.C. Limbeek


1
Het IVRK in vreemdelingenzaken en sociale
zekerheidszaken
Centre for Childrens Rights Amsterdam
  • mr M.M.C. Limbeek

2
Inhoud presentatie
  • Onderdeel 1 Toepassing van het IVRK in
    vreemdelingenzaken
  • Onderdeel 2 Toepassing van het IVRK in sociale
    zekerheidszaken

3
1. Vreemdelingenzaken
  • 430 uitspraken (2002-2011)
  • Stijgende lijn aantal uitspraken
  • IVRK meest ingeroepen in vreemdelingenzaken
  • Artt. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 14, 16,
    18, 19, 20, 22, 23, 24, 26, 27, 28, 29, 31, 34,
    35, 36, 37 en 39

4
Algemene bevindingen
  • Rechtspraak over het algemeen terughoudend in het
    toepassen van het IVRK en het toekennen van
    rechtstreekse werking aan bepalingen
  • Lagere rechtspraak neigt meer naar
    verdragsconforme uitleg en toepassing dan de
    ABRvS
  • doorwerking via verdragsconforme uitleg (begrip)
    nationaal recht, toetsing ABBB en toetsing 8 EVRM
    voorbeelden laten zien dat het IVRK van
    toegevoegde waarde kan zijngtgtgtgtgtgt

5
Voorbeeld 1 Bewaringszaak
  • ABRvS 24 februari 2003, AB 2003/327
  • Afdeling grijpt hier naar de artikelen 2 lid 1 en
    9 van de Beginselenwet justitiële
    jeugdinrichtingen en leest deze in het licht van
    artikel 37c IVRK, wat resulteert in het oordeel
    dat de 17 jarige vreemdeling in een
    jeugdinrichting dient te worden geplaatst
  • Effect vaste jurisprudentie dat vreemdelingen
    van 16-18 jaar in beginsel in een jeugdinrichting
    dienen te worden geplaatst

6
Voorbeeld 2 via motiveringsbeginsel 712 Awb en
begrip art. 3.71 lid 4 Vb
  • Rb. Den Haag zp. Assen 25 januari 2005, AWB
    04/12984, 04/12988
  • Bij de beoordeling van de vraag naar de
    toereikendheid van de motivering en ook bij de
    beoordeling van de vraag of verweerder in
    redelijkheid heeft kunnen komen tot de in het
    concrete geval gegeven invulling van het begrip
    onbillijkheid van overwegende aard, dient mede
    te worden betrokken de inhoud van een
    verdragsrechtelijke bepaling als artikel 3 van
    het IVRK. Ook indien uitgegaan wordt van het
    standpunt van de Afdeling Bestuursrechtspraak van
    de Raad van State van 23 september 2004, JV 2004,
    450, dat artikel 3, eerste lid, van het IVRK in
    feite geen rechtstreekse werking heeft, is dit
    het geval. Immers, bij de toepassing van een voor
    meerdere uitleg vatbare norm en de concrete
    invulling daarvan dient ook bij afwezigheid van
    rechtstreekse werking, verdragsconform te worden
    gehandeld.(.) De rechtbank is dan ook van
    oordeel dat, mede in het licht van artikel 3
    IVRK, de besluiten die betrekking hebben op
    (eisers) niet deugdelijk zijn gemotiveerd.

7
Voorbeeld 3 via toetsing 8 EVRM
  • Vzr. Rb. Den Haag zp. Amsterdam 4 oktober 2010,
    LJN BU3196
  • 4.10 Voorts blijkt uit de jurisprudentie van het
    EHRM dat in het geval van kinderen rekening moet
    worden gehouden met het Internationaal Verdrag
    voor de Rechten van het Kind (IVRK), ook al
    hebben de in dit verdrag neergelegde bepalingen
    naar vaste jurisprudentie van de Afdeling
    bestuursrechtspraak van de Raad van State geen
    rechtstreekse werking
  • In hoger beroep vernietigd ABRvS 16 juni 2011,
    LJN BQ9503

8
IVRK één norm? (1)
  • Bijzonder vaak een beroep gedaan op het IVRK
    als geheel
  • Bv alleen de stelling dat iets in strijd is met
    het IVRK
  • Beroep faalt wanneer rechter van oordeel is dat
    het beroep op het IVRK niet voldoende is
    geconcretiseerd en onderbouwd

9
IVRK één norm? (2)
  • Specifieke bepaling noemen
  • ABRvS 30 augustus 2002, 200203697/1
  • Niet alleen bepaling noemen, ook motiveren ABRvS
    13 februari 2009, LJN BH3708
  • Enkele stelling dat IVRK is geschonden niet
    voldoende
  • ABRvS 8 november 2004, JV 2005/21 ABRvS 19
    oktober 2005, JV 2005/462
  • Verwijzing naar IVRK nader specificeren
  • ABRvS 5 maart 2010, LJN BL7404

10
Ontwikkelingen jurisprudentie ABRvS
  • 2002, 2003, 2004
  • (..)het IVRK, voor zover al rechtstreeks
    toepasselijk, geen aanspraken in het leven roept
    voor kinderen van wie de ouders onrechtmatig in
    Nederland verblijven
  • Loop der tijd
  • Voor zovergeen verdere strekking dan dat
    rekening dient te worden gehouden met de belangen
    van het kind OF ..geen verdere strekking dan
    artikel 8 EVRM

11
2. Sociale zekerheidszaken
  • 113 uitspraken
  • Stijgende lijn aantal uitspraken
  • Vreemdelingen - koppelingsbeginsel
  • Artt. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 9, 18, 19, 23, 24, 26,
    27, 28, 29, 31 en 33 IVRK.

12
Algemene bevindingen
  • Rechtspraak is terughoudend in rechtstreekse
    toepassing
  • artikel 2 lid 1 IVRK rechtstreeks werkend
  • versus benadering ABRvS?
  • Bereidheid CRvB en lagere rechtspraak tot
    verdragsconforme uitleg en toepassing
  • Groeiende aandacht IVRK va. 2005,
    stroomversnelling doorwerking IVRK va. CRvB 24
    januari 2006, LJN AV0197

13
Ontwikkeling recht op bijstand (1)
  • CRvB gebruikt artikelen 3 lid 1 lid 2 en 27 lid
    3 bij de invulling van het begrip zeer dringende
    redenen in artikel 16 lid 1 WWB gt
    bijstandverlening aan minderjarige
  • Reeks uitspraken na CRvB 29 maart 2005, LJN
    AT3468 gt vaste jurisprudentie
  • Eerst alleen aan minderjarigen met Nederlandse
    nationaliteit, maar later ook aan minderjarige
    vreemdelingen
  • CRvB 24 januari 2006, LJN AV0197

14
Ontwikkeling recht op bijstand (2)
  • CRvB maakt onderscheid tussen kinderen die
    rechtmatig in NL verblijven, doch niet zijn
    toegelaten, en kinderen die niet rechtmatig in NL
    verblijven en acht de toepassing van het
    koppelingsbeginsel t.a.v. deze laatste groep
    ook in het licht van het IVRK in beginsel
    gerechtvaardigd

15
mede in het licht van het IVRK
  • CRvB betrekt het IVRK bij toetsing aan artikel
    8 EVRM (14 EVRM)
  • CRvB 20 oktober 2010, LJN BO3581 (minderjarige
    vreemdeling - verstandelijk gehandicapt kind met
    gedragsproblemen - recht op AWBZ-zorg)
  • CRvB 15 juli 2011, LJN BR1950 (ouders zonder
    verblijftitel recht op kinderbijslag)

16
IVRK toegevoegde waarde?
  • Los van de vraag of een bepaling rechtstreekse
    werking heeft, kan deze bepaling van toegevoegde
    waarde zijn voor de beoordeling van de zaak
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com