Sociale Stratificatie - PowerPoint PPT Presentation

1 / 39
About This Presentation
Title:

Sociale Stratificatie

Description:

... (Bron: jan Goodwin, ... Visie van Dahrendorf Dahrendorf: sociale klasse Dia 18 Hedendaagse marxistische theorie van sociale klasse van E.O. Wright: ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:60
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 40
Provided by: Piet162
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Sociale Stratificatie


1
Sociale Stratificatie
2
Belang van sociale stratificatie sociale klasse
en kindersterfte
Bron Cooper (2001)
3
Belang van sociale stratificatie mate van
sociale ongelijkheid in U.S staten en
mortaliteit van volwassen mannen
Fig. 1.   Mortality in working age men by
proportion of income belonging to the less well
off half of households, US states (1990) and
Canadian provinces (1991). Mortality standardised
to Canadian population in 1991. State
abbreviations LA-Louisiana MS-Mississippi
AL-Alabama SC-South Carolina FL-Florida
TX-Texas CA-California AR-Arkansas NH-New
Hampshire MN-Minnesota. Province abbreviations
QC-Quebec NS-Nova Scotia NB-New Brunswick
ND-Newfoundland PE-Prince Edward Island
ON-Ontario AB-Alberta BC-British Columbia
MB-Manitoba SK-Saskatchewan
4
Belang van sociale stratificatie de nadelige
gevolgen van sociale achterstelling overschaduwen
de genetische basis van intelligentie
5
Sociale stratificatie omschrijving
  • Omschrijving De ongelijke verdeling van
    schaarse en gewaardeerde middelen over de
    verschillende subgroepen van een samenleving.
  • Voorwaarden
  • Sociale differentiatie
  • De aanwezigheid van een economisch surplus
  • Perspectieven.
  • De conflictbenadering o.a. Marx, Dahrendorf
  • De functionalistische benadering Davis Moore

6
Het klassenconflictmodel van Marx.
  • Sociale ongelijkheid is het gevolg van de strijd
    om schaarse middelen tussen de verschillende
    belangengroepen van een samenleving, gericht op
    de verwerving van macht.
  • het productiestelsel is de spil waarrond de
    andere institutionele sferen georganiseerd zijn
  • Arbeid en kapitaal vormen de voornaamste sociale
    posities
  • Hun verhouding is gekenmerkt door een objectieve
    belangentegenstelling en door uitbuiting en
    dominantie

7
De verhouding tussen arbeid en kapitaal is
gekenmerkt door een objectieve belangentegenstelli
ng en door uitbuiting
  • Uitbuiting? De klasse van de investeerders eigent
    zich de meerwaarde van de productie toe
  • Meerwaarde van een goed ruilwaarde
    productiekost
  • Ruilwaarde of marktwaarde vraag x aanbod
  • Productiekost arbeidstijd x huurprijs van arbeid
  • Uitbuiting is een sociale relatie die volgt uit
  • de instelling van de loonarbeid, en
  • de competitie onder kapitalisten voor de controle
    over kapitaal

8
De functionalistische benadering van Davis
Moore.
  • Sociale stratificatie (SS) is gebaseerd op
    consensus en gemeenschappelijke waarden en
    doelstellingen.
  • Davis Moore (1945) sociale stratificatie is
    universeel, dus functioneel draagt bij tot de
    normale en adequate werking van de samenleving
  • Hoe kan de samenleving ervoor zorgen dat de meest
    adequate mensen de belangrijkste posities
    innemen?
  • de ongelijke spreiding van status, macht,
    materiële goederen, e.d. is een reflectie van de
    spreiding van de belangrijkheidsgraad van de
    functies (allocatie en motivatie)
  • Hoe zorgt de samenleving ervoor dat deze personen
    in hun functie optimaal functioneren?
  • Status, macht, materiële goederen fungeren als
    vergoedingen voor geleverde inzet
    (beloningsmechanisme)

Functioneel belang van maatschappelijke posities
Schaarste van bekwaam personeel (training en
talent)
Ongelijke spreiding van status, macht en geld
9
Kritieken op de functionalistische theorie van
sociale stratificatie.
  • Sociale stratificatie is niet universeel
  • enkel in complexe samenlevingen
  • enkel in samenlevingen waar sociale ongelijkheid
    gebaseerd is op verworven statusposities en niet
    op toegeschreven statusposities,
  • Hoe kan bepaald worden wat een belangrijke
    positie is zonder te vervallen in een tautologie?
  • Voorbeeld van een alternatieve operationalisatie
    van het belang van een positie haar
    interruptiecapaciteit
  • Geld en aanzien fungeren niet voor alle bekwame
    personen als motivatiemechanismen,
  • Anderzijds is het zo dat geld en prestige
    belangrijke motivatiemechanismen zijn en vele
    functies niet adequaat zouden vervuld worden,
    moest rollenallocatie enkel door persoonlijke
    interesse en vrijwillige inzet bepaald worden

10
Kritieken op de functionalistische theorie van
sociale stratificatie.
  • De veronderstelling dat bekwame personen schaars
    zijn, klopt vaak niet, waardoor de distributie
    van prestige en geld niet samenvalt met de
    distributie van bekwaamheid en schaarste.
  • Andere factoren spelen een rol, zoals processen
    van sociale uitsluiting of social closure
  • De theorie verrechtvaardigt het bestaande stelsel
    van sociale ongelijkheid.
  • De vraag is niet of sociale ongelijkheid
    functioneel is, maar hoeveel sociale ongelijkheid
    functioneel is voor de samenleving!
  • Voorbeeld sociale ongelijkheid en moord Bron
    Kennedy, B.P. and I. Kawachi, D. Prothrow-Stith,
    K. Lochner and B. Gibbs, 1998, "Social capital,
    income inequality, and firearm violent crime",
    Social Science and Medicine, 47(1) 7-17.
  • Voorbeeld sociale ongelijkheid en groei van de
    economie Philippe Aghion Eve Caroli Cecilia
    Garcia-Penalosa, Inequality and Economic Growth
    The Perspective of the New Growth Theories,
    Journal of Economic Literature, Vol. 37, No. 4.
    (Dec., 1999), pp. 1615-1660.

11
Bron http//www.census.gov/hhes/income/histinc/hi
stinctb.html
12
CEO Pay Grew While Profits, Stocks Declined Bron
The New York Times http//www.aflcio.org/corpora
teamerica/paywatch/
13
  • Samenvattend
  • in samenlevingen met een complexe arbeidsdeling
    fungeren bepalen dimensies van sociale
    stratificatie als één van de mechanismen van
    rollenallocatie en van motivatie.

14
Vormen van sociale stratificatie
Gesloten samenleving
Open samenleving
Kastenstelsel
Standenstelsel
Klassensysteem
Sociale klasse Marx BEZIT Dahrendorf
GEZAG Weber KLASSE, STATUS, MACHT
15
Sociale klasse Marx visie
  • Sociale klassen collectiviteiten van wie de
    leden op éénzelfde wijze in relatie staan tot de
    productiemiddelen of een gelijkaardige rol
    vervullen in het economisch productiestelsel
  • Twee criteria
  • Objectief criterium positie met daarmee
    verbonden belangen
  • Subjectief criterium klassenbewustzijn
  • Klasse-an-sich
  • Klasse-für-sich

16
Visie van Dahrendorf
  1. Kritiek op Marx
  2. Ook sociale klassen in communistische staten
  3. Geen homogenisatie, maar differentiatie van
    sociale klassen
  4. Scheiding tussen eigendom en beheer van
    productiemiddelen
  5. Institutionalisering van het klassenconflictDUS
    nood aan een meer abstracte omschrijving van
    sociale klasse

17
Dahrendorf sociale klasse
  1. Belangengroep wier hiërarchische positie wordt
    bepaald door de mate waarin de leden over gezag
    kunnen beschikkenEen sociale klasse is een
    collectiviteit van personen die binnen een
    bepaalde activiteitensfeer van de samenleving een
    aantal manifeste en latente belangen gemeen
    hebben, belangen die voortkomen uit de positie
    die wordt ingenomen binnen een gezagsstructuur.
  2. Bezit is een vorm van gezagsuitoefening

Aandeelhouder
Traditionele kapitalistische ondernemer
Bestuurder
gedelegeerd eigendomsrecht (verantwoordelijk
zijn voor), gezag gebaseerd op een consensus
onder zij die van de gezagshiërarchie deel
uitmaken
gezagsuitoefening is onderdeel van zijn
eigendomsrechten (gezag gebaseerd op
eigendom/bezit)
18
  • Twee criteriaObjectief criterium gezag
  • wie gezag uitoefent
  • Wie gezag ondergaat
  • Subjectief criterium
  • Quasi-groepen
  • Reële belangengroepen

19
Hedendaagse marxistische theorie van sociale
klasse van E.O. Wright Een theorie over
contradictorische klassenrelaties
  • Uitgangspunten.
  • Binnen de sfeer van de economische productie zijn
    er drie onderling gerelateerde dimensies van
    dominantie en onderwerping
  • Monetair kapitaal stroom van investeringen en de
    richting van het proces van accumulatie
    KAPITAAL
  • Fysiek kapitaal actuele productiemiddelen
    PRODUCTIEMIDDELEN
  • Arbeidskapitaal de activiteiten van de
    rechtstreekse producenten (arbeiders) ARBEID
  • Dit zijn relaties van dominantie en onderwerping
    omwille van het onderscheid tussen zij die
    controleren en zij de van de controle zijn
    uitgesloten.

20
  1. Deze relaties van dominantie/onderwerping staan
    met elkaar in een hiërarchisch verband

Sociale relaties van controle over kapitaal
Bepalen de grenzen van
Sociale relaties van controle over
productiemiddelen
Bepalen de grenzen van
Sociale relaties van controle over arbeid
21
Sociale klassenstructuur van een kapitalistische
samenleving
Kapitalistische productie
Niet-kapitalistische productie
Bourgeoisie of kapitalisten (K, P, A)
Kleine ondernemers (K, P, A)
Managers en opzichters (K-, P, A)
Petty bourgeoisie (K, P, A-)
Semi-autonome werknemers of vrije beroepen (K-,
P, A-)
Proletariaat of arbeiders (K-, P-, A-)
Sociale klassen
Contradictorische locaties in het sociale
klassensysteem
22
Multidimensionele benadering van WEBER
Economische orde KLASSEN Verzameling van mensen
in eenzelfde economische situatie vraag en
aanbod Een klasse bestaat uit personen met
gelijke levenskansen, levenskansen die
veroorzaakt worden door verschillen in de
controle over goederen (eigendom), vaardigheden
en kennis Geen echte sociale groep
Sociale orde STATUSGROEPEN Positieve en
negatieve beoordeling van het prestige/levenstijl
van een persoon of een groep Statusgroepen zijn
echte gemeenschappen gekenmerkt door een
gezamenlijke levensstijl.
    
Legale/politieke orde BELANGENGROEPEN Enkel in
samenlevingen met een staatsstructuur Belangengroe
pen zijn echte groepen, want sociaal
georganiseerd, gepland en gericht op een
gezamenlijk doel
    
23
Het vermogen om de eigen doelstellingen te
realiseren eventueel tegen de weerstand van
anderen in
24
  • Het belang van de verschillende hiërarchieën
    verschilt van samenleving tot samenleving
  • Structureel
  • Statusgroepen en sociale klassen komen voor in
    alle complexe samenlevingen
  • Belangengroepen enkel in staten
  • Conjunctureel
  • Klassen en de economisch orde centraal in tijden
    van versnelde economische groei of versneld
    economisch verval (samenlevingen in
    transformatie)
  • Statusgroepen en de sociale orde centraal in
    stabiele samenlevingen (statusgroepen en sociale
    klassen overlappen)

25
LENSKI statusinconsistentie
  • Wat? Het innemen van ongelijke posities op
    verschillende statusladders
  • Hoe meten?
  • Positioneel inconsistentiemodel
  • Sociaal-psychologisch inconsistentiemodel
  • Gevolgen rolspanning

26
Statusinconsistentie hedendaags voorbeeld
  • Statusinconsistentie discrepantie tussen inkomen
    en prestige/diploma
  • Statusinconsistentie is hoog in
    overheidsbedrijven, bij professionelen en lagere
    bedienden
  • Statusinconsistentie neemt af
  • Stemmen voor linkse partijen is functie van graad
    van statusinconsistentie

27
Geslachtsstratificatie
  • Wat? De ongelijke spreiding van schaarse en
    gewaardeerde middelen tussen vrouwen en mannen
  • Twee invloedrijke theorieën
  • Conflicttheorie van Randall Collins (1975)
  • Economische theorie van Rae Lester Blumberg (1984)

28
Geslachtsstratificatie I Conflicttheorie van
CollinsA. Uitgangsveronderstelling
Sterk ontwikkelde seksuele behoeften
Agressief handelen in situaties van dwang
(psychobiologische basis van machtsstructuren Mann
en groter en fysiek sterker vrouwen fysiek
kwetsbaarder
Mannen hebben een machtsvoordeel en domineren
(ceteris paribus)
Mannen zijn seksueel agressief/ vrouwen zijn
seksueel defensief (ceteris paribus)
Kern van de seksuele stratificatie
Vrouwen fungeren als seksueel bezit en als
ruilmiddel de seksuele ruilrelaties worden
georganiseerd in verwantschapssystemen, of door
mannen gedomineerde stabiele vormen van seksueel
bezit
Seksueel bezit Permanente aanspraak op of de
exclusieve seksuele rechten over een ander
persoon
29
(No Transcript)
30
B. Maatschappelijke transformaties van het
systeem van seksuele stratificatie.
  • Vier relevante types van samenlevingen
  • Tribale samenlevingen
  • Pré-industriële agrarische samenlevingen
  • Vroeg-industriële samenlevingen
  • Gevorderde markteconomieën
  • Deze samenlevingen verschillen van elkaar op drie
    dimensies
  • Criterium I Controle over politieke en
    economische middelen in dezelfde
    organisatie-eenheid?
  • Onderscheid tussen A/B en C/D
  • Criterium II Aanwezigheid van economisch
    surplus?
  • Onderscheid tussen A en B
  • Criterium III Vrouwen toegang tot economische
    middelen (arbeidsparticipatie vrouwen)?
  • Onderscheid tussen C en D

31
A. TRIBALE SAMENLEVINGEN.
  • Weinig of geen economisch surplus
  • Gevolg partnerkeuze vooral gebaseerd op
    wederzijdse aantrekkelijkheid en op basis van
    mannelijke fysieke kracht.
  • Deze samenlevingen worden gekenmerkt door een
    licht mannelijke overwicht.

Bron Scientific American, jan. 2004
32
B. PREÏNDUSTRIËLE AGRARISCHE SAMENLEVINGEN
  • In deze samenlevingen is de uitbuiting van
    vrouwen het meest extreem.
  • Waarom?
  • Basiseenheid van organisatie is de patriarchale
    familie landbouweconomie is familiaal
    georganiseerd
  • Huwelijk reguleert de ruilverhoudingen tussen
    families de waarde van vrouwen wordt volledig
    door hun ruilwaarde bepaald
  • Vrouwen kunnen slechts macht verwerven als
    partners van mannen op dominante sociale
    posities.

Afraid of the Taliban's long reach, these Afghan
schoolgirls cover their faces to avoid
recognition, even in a refugee camp in Pakistan
(Bron jan Goodwin, http//www.echonyc.com/onissu
es/su98goodwin.html).
De Standaard 22 jan 04
33
C. VROEG-INDUSTRIËLE SAMENLEVING.
  • De opkomst van de (moderne) staat
    industrialisatie gevolgen
  • Ontstaan van belangengroepen die niet op
    familiale basis georganiseerd zijn
    (staatsbureaucratie, bedrijf).
  • Scheiding tussen woon- en werkplaats en de
    opkomst van het private huishoudens. Enkel mannen
    hebben toegang tot het productiestelsel en kunnen
    economisch middelen verwerven.
  • Het belang van de fysieke kracht van mannen als
    machtsmiddel tegen vrouwen neemt af. De macht van
    mannen over vrouwen is functie van hun controle
    over economische middelen en hun controle over
    het staatsapparaat.
  • Vrouwen en mannen moeten met elkaar onderhandelen
    op een partnermarkt gekoppeld aan een ongelijke
    toegang tot economische middelen het ontstaan
    van seksuele repressie bij vrouwen het
    romantische liefdescomplex
  • Zie

34
(No Transcript)
35
 D. GEVORDERDE MARKTECONOMIE.
  • Vrouwen kunnen zelfstandig economische middelen
    verwerven
  • onderhandelingen tussen mannen en vrouwen worden
    bepaald door de economische middelen waarover ze
    beschikken en door fysieke aantrekkelijkheid
  • De sociale ongelijkheid tussen vrouwen en mannen
    neemt af.

36
Geslachtsstratificatie II de economische theorie
van Blumberg.
  • Centraliteit van economische macht.
  • Wat is economische macht?
  • Economische macht vloeit voort uit de controle
    over productiemiddelen en over productiesurplus
  • Niet de absolute, maar de relatieve economische
    macht van vrouwen is belangrijk
  • Economische macht kan omgezet worden in invloed
    in andere sferen van het leven vooral domein van
    reproductie en seksualiteit zijn belangrijk

37
  • Economische macht volstaat evenwel niet
  • Vrouwen hebben een even groot of doorgaans groter
    aandeel in de totale productie van een
    samenleving dan mannen. Hun arbeid leidt evenwel
    niet altijd tot de controle over de vruchten van
    deze arbeid of over de productiemiddelen
  • Welke factoren bepalen de economische macht van
    vrouwen of welke factoren maken dat vrouwen
    arbeid in economische macht kunnen omzetten?
  • Strategische onvervangbaarheid
  • Aard van het vigerende familiestelsel
  • Ideologische, politieke/militaire macht van
    vrouwen.

38
  • De strategische onvervangbaarheid van de arbeid
    van vrouwen
  • Relatief aandeel in de economisch productie
  • Technische deskundigheid
  • Mate van autonomie (autonoom kunnen werken, los
    van mannelijke supervisie)
  • Het heersende familiestelsel
  • Geldend erfrecht matrilineaal/patrilineaal
  • Vestigingsgewoonten matri-, patri- of
    neolocaliteit
  • De heersende ideologie, de politieke en militaire
    macht van mannen

39
Waarom beschikken vrouwen over weinig politiek,
militaire en ideologisch macht?
BIO-SOCIO-HISTORISCHE VERKLARING de sociale
organisatie van de reproductie en de productie in
de gevorderde landbouwsamenlevingen voorafgaand
aan de industrialisatie, met als gevolg vrouwen
hebben geen controle over kapitaal en geen
controle over de staat.
  • In landbouwsamenlevingen die historisch
    voorafgaan aan Westerse geïndustrialiseerde
    maatschappij
  • Gebrek aan controle over kapitaal volgt uit
  • Biologische feit dat enkel vrouwen kinderen
    kunnen baren en kunnen instaan voor hun
    levensonderhoud gedurende eerste maanden
  • Organisatie van de productie akkerbouw en zware
    landbouwmachines
  • 1 2 vrouwen teruggedrongen tot aan de
    woonplaats verbonden routinematige aspecten van
    het productieproces, met als gevolg geen
    controle over kapitaal
  • Geen controle over de staat De ontwikkeling van
    de staat is onlosmakelijk verbonden met door
    mannen gemonopoliseerde vormen van
    intergroepsgeweld of oorlog

Women need more control of economic assets such
as land. Bron Africa Recovery, an U.N. online
publication
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com