Hechting%20bij%20kinderen%20met%20een%20autistische%20stoornis%20en%20een%20verstandelijke%20handicap

presentation player overlay
About This Presentation
Transcript and Presenter's Notes

Title: Hechting%20bij%20kinderen%20met%20een%20autistische%20stoornis%20en%20een%20verstandelijke%20handicap


1
Hechting bij kinderen met een autistische
stoornis en een verstandelijke handicap
  • Kind en Adolescent Praktijk

2
inhoudstafel
  • Inleiding
  • Gehechtheidsrelatie
  • Types gehechtheidsrelatie
  • Kwaliteit gehechtheidsrelatie
  • Onveilig en gedesorganiseerde relaties
  • Utrechtse onderzoek
  • Resultaten onderzoek
  • Onveilige gehechtheid
  • Gedesorganiseerde gehechtheid
  • besluit

3
inleiding
  • Autistische stoornis hechtingrelaties met
    verzorgers, ondanks het feit dat sociale gedrag
    afwijkt van normaal ontwikkelende kinderen
  • ? Reageren op vertrek van verzorger, socialer
    gedrag tegenover verzorger en meer nabijheid na
    scheiding
  • Hetzelfde geldt voor kinderen met een
    verstandelijke beperking.
  • gt Is de kwaliteit van de hechting vergelijkbaar
    met die van normaal begaafde, niet-gestoorde
    kinderen.

4
gehechtheidsrelatie
  • affectieve band tussen een kind en een
    verzorger/opvoeder, die langdurig en overal
    aanwezig is.
  • Onder normale omstandigheden begint dit al tussen
    6 en 12 maanden. Deze gehechtheidsrelatie kan
    veilig of onveilig zijn (kwaliteit)
  • Kort na de geboorte vertonen ze sterke voorkeur
    voor de nabijheid van mensen die ze kennen,
    vooral van 1 figuur de hechtingsfiguur.
  • Het hechtingssysteem wordt geactiveerd tijdens
    periodes van stress, dan ontstaat er een behoefte
    aan nabijheid van hechtingsfiguren. Als deze het
    kind knuffelen of optillen kan de angst
    verdwijnen en dan is het hechtingssysteem niet
    meer actief. Andere systemen komen dan actief,
    zoals het exploratiesysteem, sociale
    gedragssysteem,
  • Het vermogen te hechten blijft ongeveer tot een
    jaar of 7 actief, dus als ze de 1ste
    hechtingsrelatie niet vormen kan dit later nog
    gebeuren. Door het uitstellen duurt het veel
    langer om zich te hechten. Er bestaat dan een
    kans dat er een hechtingsstoornis ontstaat

5
Types gehechtheidsrelaties
  • Type A angstig vermijdend gehecht. Het kind
    heeft geen vertrouwen in de beschikbaarheid van
    de hechtingsfiguur en vermijdt contact. Het
    ervaart geen gevoel van veiligheid en
    geborgenheid.
  • Type B veilig gehecht. Het kind heeft vertrouwen
    in de beschikbaarheid van de hechtingsfiguur en
    vindt de nabijheid van de ouder prettig. Het
    ervaart een gevoel van veiligheid en
    geborgenheid.
  • Type C angstig ambivalent gehecht. Het kind is
    onzeker over de beschikbaarheid van de
    hechtingsfiguur en is boos en angstig, zelfs in
    de nabijheid van de hechtingsfiguur. Het ervaart
    geen gevoel van veiligheid en geborgenheid.

6
Kwaliteit gehechtingsrelatie
  • Autistische kinderen hebben een reactiepatroon
    dat niet past binnen de klassieke A-B-C
    verdeling. Ze hebben gedesorganiseerd
    reactiepatroon van gehechtheid type D
  • motivationeel conflict (verzorger is bron van
    angst, maar enige die angst kan reduceren.)
  • ? Probleem in Innerlijk Werkmodel

7
Onveilig en gedesorganiseerde relaties
  • Kinderen met veilige relatie gt makkelijker
    vriendschappen sluiten en emotioneel stabieler
  • Gevolgen onveilige relatie
  • Aanpassingsproblemen
  • Adequate aanpassing aan niet sensitieve ouder
  • Gevolgen gedesorganiseerde gehechtheid
  • Emotionele problemen
  • gedragsproblemen

8
Utrechtse onderzoek
  • de volgende vragen stonden centraal
  • Verschillen kinderen met een autistische stoornis
    van andere kinderen in onveilig
    gehechtheidsgedrag en gedesorganiseerd gedrag?
  • Zijn de verschillen in de kwaliteit van het
    hechtingsgedrag te verklaren door een specifiek
    effect van de autistische stoornis of
    verstandelijke beperking?
  • Zijn de verschillen tussen de groepen in
    hechtingsgedrag voor een deel te verklaren op
    grond van algemene sociale en emotionele
    gedragskenmerken?
  • Afgenomen bij ouders.
  • Grote verscheidenheid van scheidings- en
    herenigingsituaties beschreven.
  • Reactie van het kind werd gevraagd

9
Utrechtse onderzoek
  • De volgende groepen kinderen deden mee
  • Autistische stoornis en verstandelijke beperking
  • Verstandelijke beperking zonder autistische
    stoornis
  • Syndroom van Down
  • Normaal begaafde kinderen
  • Die overdag verbleven in kinderdagverblijf voor
    kinderen met verstandelijke beperking of
    ontwikkelingsstoornis

10
Utrechtse onderzoek
  • ? vragenlijsten
  • Waargenomen hechting en sociale inhibitie
  • Veilig basisgedrag en onveilig gehechtheidsgedrag
  • Waargenomen gedesorganiseerd gehechtheidsgedrag
  • gedesorganiseerd gehechtheidsgedrag
  • - Sociale en emotionele gedragskenmerken
  • verschillende aspecten van het sociaal-emotionele
    gedrag

11
Resultaten onderzoek
  • Verschillen tussen de groepen in de mate van
    angst, contact vermijden, empathie en sociale
    cognitie

12
Resultaten onderzoek
  • Verschillen tussen de groepen in de mate waarin
    zij in een positieve stemming en negatieve
    stemming verkeren en sociaal gedrag vertonen
  • Kinderen met verstandelijke beperking grote
    achterstand in sociaal-emotionele ontwikkeling
  • Kinderen met syndroom van down sociale
    contacten vermijden, maar hun empathisch vermogen
    / negatieve stemming / sociale gedrag is
    vergelijkbaar met dat van normale begaafde
    kinderen.

13
Onveilige gehechtheid
  • Kinderen met verstandelijke beperking meer
    onveilig gehechtheidsgedrag
  • verklaring ontwikkelingsachterstand
  • Kinderen met autistische stoornis hoge score
    van onveilig gehechtheidsgedrag
  • Kinderen met syndroom van Down lage score van
    onveilige gehechtheidsgedrag
  • ? ? van kinderen met verstandelijke beperking

14
Onveilige gehechtheid
  • Verschillen tussen de groepen op onveilig
    gehechtheidsgedrag, veilig gehechtheidsgedrag en
    gedesorganiseerd gedrag

15
Gedesorganiseerde gehechtheid
  • Kinderen met verstandelijke beperking hoge
    score op gedesorganiseerd gehechtheidsgedrag.
  • Kinderen met autistische stoornis vertonen
    gedesorganiseerd gehechtheidsgedrag.
  • Nieuwe analyse alle dingen die verwijzen naar
    autistiform gedrag zijn weggelaten
  • gt Geen ander resultaat
  • Kinderen met verstandelijke beperking en
    autistische stoornis gedesorganiseerd
    gehechtheidsgedrag
  • ? Geen verklaring door sociale en emotionele
    gedrag

16
besluit
  • Kinderen met autistische stoornis /
    verstandelijke beperking vaker onveilig
    gehechtheidsgedrag
  • ? Ontwikkelingsachterstand op sociaal en
    emotioneel gebied
  • Kinderen met syndroom van down niet vaker
    onveilig gehechtheidsgedrag
  • Kinderen met autistische stoornis meest
    gedesorganiseerd gedrag.
  • Kinderen met verstandelijke beperking
    gedesorganiseerd gedrag

17
Besluit
  • Verklaringen
  • Kwaliteit interactie opvoeder kind
  • Sensitiviteit ouder
  • Neuromotorische beperking (hypertonie en ataxie)
  • ? Emotionele stoornissen niet reduceren tot
    hechtingsproblemen.

18
Dank je
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com