Title: Toelichting Monitoring handelsperiode 2013-2020
1Toelichting Monitoring handelsperiode 2013-2020
- 18 september 2012
- Xavier Martens
2Overzicht van de presentatie
- Verordening (MRR)
- Wat is nieuw?
- Taken exploitanten
- Monitoring
- Definities
- Monitoring methodes
- Tiers
- Berekening van emissies
- Monitoringplan
- Informatie uit richtsnoeren
- Sjablonen voor monitoringplan
- Uitgebreid
- Vereenvoudigd standaard sjabloon
3 Verordening (MRR)
4Monitoring van emissies binnen EU-ETS
- Monitoring Reporting Regulation (Verordening)
of MRR juni 2012 - Monitoring en rapportering van emissies
- Richtsnoeren (GDs) hoe MRR concreet
toepassen? - Vlaams sjabloon in Word voor monitoring plan
-
5Richtsnoeren (GDs)
- Bestaan enkel in het Engels, maar GD 1 wordt
vertaald - GD 1 Algemeen voor vaste installaties
- GD 2 Algemeen voor luchtvaart
- GD 3 Biomassa
- GD 4 Onzekerheidsberekeningen
- GD 5 Staalname en analyse voor berekenings-
- factoren
- GD 6 Data management en controleactiviteiten
6Wat is nieuw in MRR?
- Tier-systeem is aangepast en minder streng
- Eigen procedures belangrijk, maar geen deel van
MP - Principe van continue verbetering van MP
- Risicoanalyse vereist
- Combinatie van monitoring methodes toegelaten
- Onredelijke kosten en technische
onhaalbaarheid - Vereenvoudigingen bij onzekerheidsberekeningen
7Wat is nieuw in MRR? (2)
- Kleine emittenten (lt25 kton) minder
administratie - Biomassa in lijn met hernieuwbare
energierichtlijn - Bij laboanalyses is een staalnameplan vereist
- Regeling voor overgedragen CO2
- Interactie MP met verificatierapport
- Gebruik van eye-catchers in richtsnoeren
(nieuw, vereenvoudigd, kleine emittenten,)
8Taken van de exploitant (1)
- Stelt tegen 15/11/12 monitoring plan (MP) op
- Maakt risicoanalyse en zet controleactiviteiten
op - Toont aan dat aan de onzekerheidseisen voldaan
wordt - Vraagt, zo nodig, onderbouwde afwijkingen van
eisen - Past nadien jaarlijks in geval van wijzigingen of
verbeteringen het MP aan tegen 15/11 - Vanaf 2014 (indien nodig) verbeteringsverslag
indienen bij VBBV
9Taken van exploitant (2)
- Doet monitoring van de emissies doorheen het jaar
- Stelt jaarlijks het emissiejaarrapport (EJR) op
- Legt het EJR jaarlijks voor aan een verificateur
- Stuurt het EJR met verificatierapport naar LNE
- Stuurt significante wijzigingen aan MP naar VBBV
(nadien goedkeuring LNE) - Stuurt ingrijpende tijdelijke wijzigingen naar
VBBV (goedkeuring door VBBV zelf) - Vult logboeken Wijzigingen en Tijdelijke
wijzigingen in
10Tijdschema
11Belangrijkste aspecten van monitoring volgens MRR
12 MRR
13Bronstroom, enz (Art. 3 ) ()
- Bronstroom Brandstof, grondstof of product
- waarvan verbruik of productie tot BKG-emissies
leidt - met koolstof en gebruikt in de berekening van
BKG-emissies via de massabalansmethode - Emissiebron
- Deel van de installatie dat emissies veroorzaakt
(bvb stoomketel) - CEMS (continue meting van emissies)
- Meetpunt punt waar men BKG-emissies meet
- Emissiepunt punt waar BKG geëmitteerd wordt
- Annex I activiteit (EU 2003/87/EC)
- Reden waarom installatie onder EU- ETS valt
- () Meer informatie vindt men in de richtsnoeren
(GD)
14 Categorie, grootte van bronstroom (Art. 19)
- 3 categorieën installaties
- A ( 50 kton/j CO2(e))
- B (50-500 kton)
- C (gt500 kton)
- Installatie met lage emissies indien emissies
25 kton/j CO2(e) - Berekend op basis van gemiddelde geverifieerde
emissies 3 laatste jaren - Biomassa CO2 niet meegerekend (EF 0)
overgedragen CO2 wel - Grootte bronstroom
- De-minimis som lt1 kton/j CO2(e) of 2 van totale
emissie (max 20 kton/j) - Klein som lt 5 kton/j CO2(e) of 10 van totale
emissie (max 100 kton/j) - Groot rest
15 MRR
16 Monitoringmethodes (Art. 21 22)
- Berekening van broeikasgassen (BKG)
- Standaard berekeningsmethode zie volgende slide
- Massabalansmethode
- Meting van BKG (CEMS) verplicht bij N2O-emissies
- Fall-back indien men niet redelijk aan tier 1
kan voldoen met andere methodes. Bereken de
onzekerheid op de CO2 van de ganse installatie,
met als eis - 7.5 voor A-installatie
- 5 voor B-installatie
- 2.5 voor C-installatie
- Combinatie van voorgaande methodes A tot C
17 A.1 Standaard berekeningsmethode (1) (Art. 24)
- Verbrandingsemissies
- Em FQ NCV EFpre (1-BioFr) OF
- Met Em emissies ton CO2/j
- FQ hoeveelheid brandstof ton/j of Nm³/j
- NCV netto calorische waarde brandstof TJ/ton of
TJ/Nm³ - EFpre voorlopige emissiefactor ton CO2/TJ
- BioFr biofractie
- OF oxidatiefactor houdt rekening met
onvolledige verbranding - Activiteitsdata FQ (NCV)
- Berekeningsfactoren NCV, EFpre, BioFr, OF
18 A.1 Standaard berekeningsmethode (2)
- Procesemissies
- Em AD EF CF
- Met AD activiteitsdata Ton/j of Nm³/j
- EF emissiefactor ton CO2/T)
- CF conversiefactor houdt rekening met
onvolledige omzetting van C naar CO2 - Berekeningsfactoren EF, CF
19A.2 Massabalansmethode (Art 25)
- De exploitant berekent de hoeveelheid CO2 voor
elke bronstroom in de massabalans (cfr bijlage
II, 3) - Daartoe maakt hij het verschil tussen Cin en Cuit
van de hoeveelheid materiaal in de massabalans en
vermenigvuldigt met 3.664 ton CO2 / ton C - CO2-hoeveelheden van alle bronstromen uit de
massabalans worden meegenomen ook deze van
overgedragen CO2
20 B.Continue metingsmethode (CEMS) (Art. 40-46)
- Evenwaardig aan berekeningsmethode
- Meet debiet en concentratie (eventueel via
complement) - EN 14181 toepassen voor kwaliteitsborging
- EN 15259 voor meting van stationaire
bronemissies - Alle meetmethoden op basis van EN-standaards
- Labo EN 17025 accreditatie of equivalentie
aantonen - Bij N2O-emissies is CEMS verplicht (bijlage
IV,16) - Tiersysteem gebruiken
21Overgedragen CO2 en CCS
- Overgedragen CO2 mag men in mindering brengen bij
de exporteur indien de ontvanger (of-of) - Een opslaginstallatie is met CCS-vergunning (
2009/31/EC) - Een transportnetwerk is met als doel opslag en
een CCS-vergunning ( 2009/31/EC) - Een opslagplaats is voor geologische opslag
vergund onder 2009/31/EC - Inherente CO2
- CO2 aanwezig in hoogovengas of
raffinaderijgassen - Inherente CO2 is deel van EF
- Bij export naar ETS inherente CO2 in mindering
bij exporteur
22 MRR
- Nauwkeurigheidsniveaus (tiers)
23 Tier-systeem
Tier vereist kwaliteitsniveau voor parameters
van de emissieberekening
Hoe lager het nummer, hoe minder strenge eisen!
24Tiers bij berekeningsmethode (Art.26)
25Tiers voor verbrandingsemissies bij
berekeningsmethode (Bijlage II)
26 Tiers bij CEMS (Art. 41)
- Regels analoog aan berekeningsmethode
- Hoogste tier 4 (2.5) bij grote bronstroom (gt5000
ton CO2/j of gt 10 van totale emissies) - Grote bronstroom, maar onredelijke kosten één
tier lager (5) - Kleine bronstromen één tier lager dan grote
- Tier 3 5
- Tier 2 7.5
- Minimaal tier 1 (10)
- Indien tier 1 (10) onhaalbaar is, FB toepassen
27Tiers voor CEMS, N2O, CCS
28 Afwijkingen van tiers
- Aanvraag indienen bij VBBV in geval van
- Onredelijke kosten (Art. 18)
- als bijkomende kost voor het uitvoeren van een
maatregel groter is dan de opbrengst - Prijs emissierechten 20 /ton
- Kost C is redelijk als C lt 20 /ton AEm
(UAct - UNieuw tier) - Waarbij
- C jaarlijkse kost uit investering
(/jaar) - Aem gemiddelde jaaremissie van de bronstroom
(ton CO2 /j) - Uact huidige onzekerheid ()
- UNieuw tier nieuwe tier die men kan
bereiken () - Technische onmogelijkheid (Art. 17)
- om een maatregel te realiseren. Moet
onderbouwd worden!
29 MRR
Berekening van emissies
30Standaard berekeningsmethodeActiviteitsdata
- Hoe emissie berekenen?
- Continu in-lijn meting meet het bronstroomdebiet
FQ - Batch FQ P - E (Sbegin Seinde)
- Met P, E de aanvoer en afvoer van de bronstroom
en S de voorraad - Toegepast als men facturen gebruikt of /en als er
geen eigen meters staan - Onzekerheid op stockvariatie toevoegen, tenzij de
voorraad minder dan 5 van het verbruik kan
bevatten. - Verbruik uit voorraad mag geschat worden in geval
van onredelijke kosten. - Em FQ NCV EFpre (1-BioFr) OF
31BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren
- Welke?
- Standaardberekening brandstof NCV, EF, OF,
BioFr - Standaardberekening grondstof EF, CF, BioFr
- Massabalans C-gehalte, NCV, BioFr
- Overzicht tiers in bijlagen II en V
32Berekeningsmethode (2) Berekeningsfactoren
- Referentiewaarden in geval van lage tiers
- Type I IPPC-waarde uit bijlage VI of waarde
gegarandeerd door leverancier of gebaseerd op
vroegere analyses - Type II nationale waarden (NVT)
- Labo-analyses enkel als de hoogste tier van
toepassing is - Competent labo (EN ISO/IEC 17025 of equivalent)
- Staalnameplan moet beschikbaar zijn
- Analyses op basis van (inter)nationale standaards
- OPM Indien installatie met lage emissies
- Technisch competent labo volstaat
- Staalnameplan met eventueel lagere frequentie van
staalname
33Berekeningsmethode (3) Berekeningsfactoren
bijzondere eisen
- EF ( ton CO2/TJ)
- Mits toelating VBBV EF in ton CO2/ton
bronstroom (Art. 36 (2)) - In geval van analyses C-factor bepalen
- Biomassa EFprel en tier zijn gebaseerd op totale
C (100 fossiel) (Art. 3(35)) - OF en CF (Art 37)
- Bij analyses OF 1- Cas/Cverbrand
-
34 Onzekerheidsanalyse
- Exploitant toont in een bijgevoegd document in
bijlage 1 van het sjabloon aan dat aan alle tiers
voldaan is voor (Art. 12 (1)a) - Activiteitsdata
- Berekeningsfactoren
- MRR laat vereenvoudigingen toe voor installaties
met geringe emissies (zie verder) (Art. 47) -
35 MRR
36Opmaak monitoringplan (Art. 12(1))
- Moet eenvoudig en transparant zijn
- Bepaal eerst installatiegrenzen, categorie,
grootte van bronstromen, vereiste tiers - Maak lijst van databronnen zijn tiers haalbaar?
- Zo niet is lagere tier haalbaar en
onderbouwbaar? - CEMS? Fall-back?
- Maak risicoanalyse en leg controleactiviteiten
vast sjabloon hiervoor bestaat - Kandidaten eenvoudige installaties maken
risicobeoordeling en mogen bij positieve
evaluatie vereenvoudigd standaard sjabloon voor
MP gebruiken
37Procedures in het MP (Art. 33 57-66 en andere)
- Procedures moeten garanderen dat de exploitant de
monitoring correct uitvoert - Werkwijze
- In het MP vermeldt men beknopt een aantal
procedures - de echte procedure maakt geen deel uit van het
MP - echte procedure kan gewijzigd worden zonder
ingreep in MP
38Actualiteit van het monitoringplan (Art. 14-16 en
23)
- De exploitant zorgt ervoor dat het MP de
actualiteit weergeeft en brengt zo nodig
wijzigingen aan (Art 14(2)) - Significante wijzigingen (lijst in Art. 15.3)
dadelijk melden aan VBBV voor goedkeuring door
LNE (Art. 15 (2)) - Alle wijzigingen noteren in logboek (Art. 16)
- Alle wijzigingen per 15/11 samen met nieuw
MP-voorstel naar VBBV sturen voor advies en
goedkeuring door LNE - Ingrijpende tijdelijke wijzigingen binnen 5 dagen
aan VBBV voorleggen voor goedkeuring (Art. 23)
39Verbeteringsprincipe (Art. 9 en 69)
- Indien het verificatierapport over jaar (N-1)
aanbevelingen bevat stuurt de exploitant tegen
30/6/N een verbeterings-verslag naar het VBBV
(Art 69(4)) ? niet voor installaties met
emissies lt 25 kton CO2(e) - Indien een installatie een afwijking van tiers
heeft gevraagd en bekomen of fall back toegepast,
stuurt de exploitant een verbeteringsverslag naar
het VBBV tegen 30/6 (Art 69(1,2,3)) - Jaarlijks voor C-bedrijven
- Tweejaarlijks voor B-bedrijven
- Vierjaarlijks voor A-bedrijven
- Eerste verbeteringsverslag (indien nodig) in 2014
40Informatie uit richtsnoeren
41 GD-3 Biomassa
- Biomassa biologisch afbreekbare fractie van
producten, afval en resten van biologische
oorsprong - Vloeibare biomassa (energieproductie) biodiesel
(transport) - EF 0 enkel als voldaan is aan duurzaamheidscriter
ia - Nu bestaan geen duurzaamheidscriteria voor vaste
en gasvormige biomassa (behalve biogas voor
transport) - Biomassafractie analyse volgens EN 154402011,
bij voorkeur via de 14C-methode - Lijst met biomassa materialen in GD-3
42GD- 4 Onzekerheid bij berekeningsmethode
43Onder controle van de exploitant
Route CO-3 huidige onzekerheidsanalyse voor
hoeveelheid bronstroom
Route CO-2b toeslagfactor 2
44Onder controle van de leverancier
45GD- 4 Onzekerheid bij berekeningsmethode
- Berekeningsfactoren
- Behandeld in GD-5
46GD-5 Staalname en analyse
47Staalname analyses
- Van toepassing op berekeningsfactoren bij hoogste
tier - Analyses door laboratorium, dat
- EN ISO/IEC 17025 geaccrediteerd is, of
- Voldoet aan Art 34 (3) in geval van onredelijke
kosten of technische onhaalbaarheid - Correcte staalname is belangrijk
- Analyse op basis van (inter)-nationale standaards
- Minder strenge eisen bij lagere tiers en kleine
emittenten - Analysefrequentie
- Minimum zoals in bijlage VII
- Indien afwijking hiervan dan geldt 1/3 regel
berekent aantal analyses
48GD-6 Datastromen en controlesysteem
49 Datastromen en controlesysteem
- Ontwerp van een monitoringplan is een iteratief
proces - Verzamel databronnen
- Stel datastroomdiagram op
- Maak risicoanalyse
- Werk controleactiviteiten uit
- Beoordeel restrisicos opnieuw en herstart bij
vorige stap - Zet datastroomdiagram om in takenlijst en
procedures - Maak checklijst voor controle op taakuitvoering
- Risicoanalyse sjabloon hiervoor beschikbaar
- Globaal risico kans op incident gevolg schade
controlerisico
50Sjablonen voor monitoringplan
51Welke sjablonen?
- Eigen Vlaams sjabloon op Word-basis is verplicht
- Vertrekt van huidig MP-sjabloon en is uitgebreid
met alle functionaliteiten uit EU-sjabloon - Drie formaten
- LANG voor installaties met CEMS, N2O, Fall back
of CCS - KORT voor installaties die aan bijzondere
voorwaarden voldoen (100-tal) - MEDIUM andere installaties
52Waarom eigen Vlaams sjabloon?
- EU-sjabloon op basis Excel heeft als nadeel
- Van nul beginnen, d.w.z. veel administratief werk
voor bedrijf - Veel assistentie aan bedrijven vereist
- Strenge timing moeilijk te respecteren
- Sectorbevraging leert dat de meeste bedrijven
liever niet met het EU-sjabloon werken - Word is meer geschikt voor MP dat enkel
beschrijvend is en geen berekeningen vereist - EU-sjabloon wordt beperkt gebruikt en niet door
grote landen
53Aanpak sjabloon
- Geen aparte handleiding
- Tekst van MRR (en waar nodig richtlijnen) staat
bij de in te vullen onderdelen - Artikels uit MRR zijn toegevoegd
- Hoofdstuk 1 bevat instructies voor invullen,
indienen en onderhoud MP - Waar mogelijk zijn uitklapbare keuzemenus
voorzien - Voor elk formaat bestaat er naast een blanco ook
een versie met ingevuld voorbeeld
54Inhoud sjablonenHfst. 1- 5
- Hfst 1 tot 5 zijn gemeenschappelijk voor de 3
formaten - 1 Richtlijnen
- 2 2.1- 2.4 Algemene bedrijfsgegevens huidig
hfst 1 - 2.5 -2.6 Schema en emissies huidig 2.5 en 2.6
- 3 Bronstromen, emissiebronnen, meet- en
emissie- punten deels in huidig hfst 2 - 4 Informatiebronnen om emissies te bepalen
deels in huidig 3.2.2 - 5 Berekeningsmethode voor CO2-emissies huidig
3.2.1 4.1, 5
55Sjabloon Hfst. 5 Berekeningsmethode
- 5.1 Details bronstromen berekeningswijze
emissies huidig 3.2.1 - Toevoegen biomassafractie onderbouwing
afwijking tiers - 5.2 Meetinstrumenten en meetsystemen huidig
4.1 en 4.2 - 5.3 Onzekerheidsberekening huidig hfst 5
- Toevoegen bijlage 1 Toon aan dat aan tiers
voldaan is. - 5.4 Procedures bij gebruik van
berekeningsmethode - (voor analyses, staalname en voorraadbeheer)
deels nieuw
56Andere methodesHfst 6-9
- 6. CEMS meting van CO2 of N2O indeling zoals
hfst 5 van het sjabloon 2013-2020 - 7. Fall back
- 8. N2O-emissies hfst bevat enkel procedures
gaat samen met hfst 6. - 9. CCS overgedragen of inherente CO2 en
geologische opslag van CO2
57Management controle
- Bevat vrij algemene procedures met verwijzing
naar eigen procedures - Hfst 10 (sjabloon LANG) Hfst 6 in andere
sjablonen - Risicobeheer elke exploitant moet een
risico-analyse maken en insturen met het eerste
MP-voorstel - Sjabloon hiertoe is beschikbaar
- Logboeken wijzigingen en Tijdelijke
wijzigingen - Verplicht in te vullen
- Logboek Wijzigingen mee insturen met
MP-voorstel - 10 (6).3.9 melden van veranderingen aan
capaciteits- of activiteitsniveau en werking van
de installatie
58Gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon (KORT)
- 5. Berekeningsmethode
- is reeds ingevuld voor bronstromen aardgas en
gasolie - 6. Procedures voor management controle
- Zijn reeds ingevuld met standaard teksten
- Mogen zo gebruikt (of aangepast) worden mits
actualisering - Eigen procedures waarnaar hfst 6 verwijst,
moeten bestaan - 7. Bijlagen
- 8. Tool-box
- Bevat reeds ingevulde tabellen voor hfst 5 die
men met kopieer/plak kan overhalen naargelang de
toepassing
59Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon
gebruiken?
- Gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon is
bedoeld voor eenvoudige installaties (met
eenvoudige monitoring van emissies) - Hiertoe moeten bedrijven zelf risicobeoordeling
uitvoeren op basis van sjabloon -
- Gebruik van gestandaardiseerd vereenvoudigd
sjabloon is afhankelijk van resultaat van deze
risicobeoordeling
60Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon
gebruiken? (2)
- Risicobeoordeling bestaat uit drie stappen
- Identificatie van installaties die te complex
zijn voor gebruik van gestandaardiseerd
vereenvoudigd sjabloon - Vb. meer dan 3 grote bronstromen
- Vb. gebruik van CEMS,CCS, fall back methode,
-
- ? indien geen te complexe installatie ? stap 2
- Identificatie van installaties die wel in
aanmerking komen - Vb. enkel standaardbrandstoffen en geen proces
emissies - Vb. enkel CO2 uit kleine of de-minimis
bronstromen -
- ? indien installatie nog in aanmerking komt ?
stap 3
61Wie mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon
gebruiken? (3)
- Risicobeoordeling bestaat uit drie stappen
- 3. Zijn de controleactiviteiten voldoende en
zijn ze procedureel vastgelegd? - Risico betekent kans op fouten in de
monitoring data - Risicoanalyse op basis van excel sjabloon
- Installaties met lage emissies (lt 25.000 ton
CO2(e) ) kunnen hier vereenvoudigd sjabloon
gebruiken voor risicoanalyse - ? Indien ook hier resultaat positief installatie
mag gestandaardiseerd vereenvoudigd sjabloon
gebruiken
62Vereenvoudigingen voor installaties met lage
emissies(lt 25000 ton CO2(e) /j ) (Art. 47)
- Onzekerheden tiers verlagen tot min. tier 1 voor
activiteitsdata en berekeningsfactoren zonder
onderbouwing van onredelijke kosten - Enkel voor MP-2013 bewijzen dat aan tiers voldaan
is - Risicobeoordeling op basis van eenvoudige
risicoanalyse - Geen reactie vereist op verbeteringsvoorstellen
verificateur - Hoeveelheid brandstof baseren op facturen en
geschatte voorraden - Indien men analyses moet gebruiken volstaat
competent labo
63Dank u voor uw aandacht
646. BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren
tiers tabel 8 uit GD-1
656. BerekeningsmethodeBerekeningsfactoren
tiers tabel 8 uit GD-1