Op weg naar een integraal kindcentrum

1
Op weg naar een integraal kindcentrum
Janny Reitsma
2

• Programma
• Verkenning van het integraal kindcentrum
• Leiderschap mensen in beweging zetten
• Leiderschap planmatig organiseren
• Leren als strategie voor veranderen
• Tot slot Wat houd je vast? Welke vragen neem je
  mee?

3
Hoe help je een idee om zeep?

• Met welke vraag kom je hier?
• Waar loop je tegenaan in de brede school?

4
knelpunten
Beleid Organisatie Personeel
technisch Doelen en werkwijze Taken en bevoegdheden Deskundigen
technisch Verschillende beleidssporen en financieringsstromen Geen eenduidige visie Overlegstructuur niet duidelijk Geen communicatie met achterban Onduidelijkheid t.a.v. bevoegdheden en leidinggeven Iedereen praat mee, geen daadkracht. Geen discipline Geen aanspreekcultuur, niet afmaken Geen hiërarchische structuur vrijblijvend Duidelijk profiel is nodig voor medewerkers BS. Over grenzen kunnen kijken, flexibel zijn, geven en nemen.
5
knelpunten
Beleid Organisatie Personeel
politiek Beleids-beïnvloeders Besluitvorming Autonomie
politiek Partijen niet gelijkwaardig Afhankelijkheid van grote koepels Relatie publiek/privaat Geen afstemming financieringsstromen Onzekerheid door veel vernieuwingen Onvoldoende draagvlak Te grote stappen Trage besluitvorming Politiek afhankelijk Verschillen in mandaat Statusverschillen in functies Ruimte niet durven nemen Extra taken zonder faciliteiten Grote koepels
6
Knelpunten
Beleid Organisatie Personeel
cultuur Bedrijfsklimaat Samenwerking Houding
cultuur Geen echt acceptatie bij schooldirecteuren Beperkte bereidheid tot delen Negatief beeld over elkaar Te druk hebben Geen zelfreflectie Geen wij gevoel Verschillende pedagogische visies op de werkvloer Geen keuzevrijheid om mee te werken Gemeenschappelijk belang wordt niet gevoeld Vooroordelen de ander gaat alleen voor eigen belang Verschuilen achter tijdgebrek Aanspreekcultuur ontbreekt Ja zeggen, maar geen actie niet afgerekend worden op prestaties afwachten verschillen tussen functies
7
Integrale kindorganisatie

• Is een organisatie waar
• integraal en resultaatgericht wordt gewerkt
• Vraaggericht wordt gewerkt
• de verschillende organisatiedoelen zijn verbonden
  tot één gemeenschappelijk hoger doel
• Daar
• hebben professionals een grondhouding waarin niet
  de eigen discipline centraal staat maar de
  ontwikkeling van het kind
• Realiseren alle betrokken vanuit deze
  grondhouding en vanuit hun verschillende
  perspectieven gezamenlijk een integrale aanpak.

8
Integrale kindorganisatie

• Leidende principes
• Alle lagen en iedereen betrokken
• Gezamenlijk werken aan het hogere doel (de kern)
• Focus op een beperkt aantal gedeelde themas en
  doelen
• Precies, persoonlijk en professioneel leren
• Doorlopend onderzoeken van data om te verbeteren
• Gedisciplineerd werken
• Vanuit mogelijkheden werken
• Met plezier en gebruik maken van talenten
• Ruimte voor en faciliteren van professionals
• Meet- en merkbare resultaten
• Samenhangend, consistent beleid
• Beleid en uitvoering zijn congruent
•  

9
Van brede school naar integrale kindorganisatie

• Transitie het mensen in beweging zetten
• Transformatie planmatig organiseren en
  structureren
• Voor beide is leiderschap de hefboom (vraag wat
  is het lastigste?)

10
Richten, inrichten en verrichten

• Kiezen voor een strategie vanuit kracht
• Hoe is de situatie nu hoe doen we het wat doen
  we goed
• Hoe willen we het welke toekomst zien we en
  welke oplossingen of verbeteringen zien we
• Hoe zorgen we dat deze toekomst realiteit wordt
• Drie processen richten, inrichten en verrichten
• (zie checklist)

11
Onze Kern Waar zijn we echt heel goed in? Wat
waarderen we het meest in onze organisatie?
 
 
Actie Motiveren Stimuleren Verbinden Doen en
doorgaan. Nieuwe partners betrekken.
Feiten onder ogen zien Wat zien we? Hoe doen we
het? Oog op het kind, ouders en omgeving precies
en persoonlijk
Ontwerpen Hoe zou het eruit kunnen zien? Samen
ontwerpen Improviserend ontwerpen
Een motiverende toekomstvisie Onze gedroomde
toekomst? Wat willen we? Kansen?  
Focussen Concentratie? Veranderthemas? Succesindi
catoren?
12
Richten, inrichten en verrichten,

• Positief, waarderen en niet (ver)oordelen
• Iedereen (alle lagen) bij het proces betrokken
  (alle stappen)
• Samenhang creëren (horizontaal en verticaal)
• Verankeren van de brede school in de
  afzonderlijke organisaties
• in visie en doelen
• in bestuurlijke inrichting
• in structuren en communicatie
• in juridische zin

13
Veranderen de beweging in gang

• Leiderschap is de hefboom
• Mensen in beweging zetten (transitie,
  leiderschap)
• Organiseren en vormgeven (transformatie,
  management)
• Knelpunt
• Brede school geen formeel leiderschap, alleen
  feitelijk.
• Meerdere kapiteins op het schip
• Kiezen voor een strategie van leren

14
Leiderschap

• Een inspirerende visie
• Context- en netwerkmanagement
• Heldere afspraken over feitelijk en formeel
  leiderschap
• Één kapitein op het schip
• Juiste mensen om je heen verzamelen
• Faciliteiten en ruimte (om te manoeuvreren)
• Zoeken naar win-win
• Bouwen aan relaties

15
   
16
Formeel leiderschap

• Naast de leiderschapskant ook de managementkant
• Dus dan ook
• Borging, beleid, beheer, gedisciplineerd werken,
  vrijblijvendheid voorbij, verantwoording

17
Veranderen
flexibiliteit
continuïteit
innovatie
verankering
18
Leren als strategie voor veranderen

• Vier niveaus
• De professional
• Impliciete kennis expliciet maken, reflectie,
  verbeteren in de praktijk, eigen kwaliteiten
  inzetten
• De groep of het team
• Reflectie, delen, onderzoeken in dialoog met
  collegas, teamleren, collegiale visitatie
• De organisatie
• Leren vermogen vergroten, organisatieontwikkeling
  en innovatie
• Het netwerk van organisaties
• Leernetwerken, kennisgemeenschappen,
  professionele leergemeenschappen, verbinding met
  kennisinstituten, actie-onderzoek

19
Leren als strategie voor veranderen

• gedeelde noodzaak om te veranderen
• gedeeld door alle partners en verankerd in
  beleid
• expliciete aandacht en tijd voor leren
• fouten beschouwen als leermogelijkheid
• bereidheid om te ontwikkelen en om te leren
• vertrouwen
• problemen aanpakken om op te lossen en om ervan
  te leren
• verschillen zien als een verrijking en ook als
  zodanig gebruiken
• men realiseert zich dat iedereen vanuit een eigen
  mentale model kijkt en handelt
• ontmoeting en dialoog als instrument om te leren
• een verbinding met experts, deskundigen en
  kennisinstituten.

20
Lerende cultuur

• De feiten onder ogen zien
• Leren in de praktijk
• Voortdurend blijven leren
• Hoge verwachtingen
• Externe partners delen en laten kijken

21
Naar een integrale kindorganisatie

• Opdracht Leidende prip
• Wat is je verbeterpunt voor de brede school.
• Formuleer dit positief in een uitdagende stelling
• Welke aspecten op welke niveaus moet je aanpakken
  om dit te bereiken?  

22
Welke organisatie elementen beïnvloeden het vervullen van de uitdagende stelling? Uitdagende stelling Acties
De missie en visie Meerjarenbeleidsplan/jaarplan De cultuur van de organisatie Organisatie-, team- en individuele doelen Stijl van leiding geven Communicatie Besluitvorming Competenties en kwaliteiten Functieprofielen Training Processen Managementsystemen Klantrelaties
23
Een leider is op zijn best wanneer de mensen
amper weten dat hij bestaat, niet zo goed wanneer
mensen hem gehoorzamen en toejuichen, slecht als
ze hem verachten. Maar goed is de leider die
weinig praat. Als het werk is gedaan en het doel
bereikt, zullen de mensen zeggen wij hebben het
zelf gedaan. Chinese filosoof Lao Tse (6de eeuw
v. Chr.)

24
(No Transcript)