TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER (VOOR DE VERLENGING VAN HET PPL(TMG)) - PowerPoint PPT Presentation

1 / 21
About This Presentation
Title:

TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER (VOOR DE VERLENGING VAN HET PPL(TMG))

Description:

(Tolerantie: 15kn, 150ft, 10 ) Maatregelen ter voorkoming van ijs. (Carburator voorverwarming of volgas) Overtrek en het voorkomen van een spin. Het ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:122
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 22
Provided by: stud1775
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER (VOOR DE VERLENGING VAN HET PPL(TMG))


1
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR
GLIDER(VOOR DE VERLENGING VAN HET PPL(TMG))
  • Presentatie voor de opfriscursus voor
    RFI(A)-TMGs
  • Eindhoven 19 april 2008
  • Opgesteld door Ruud Diepeveen (EACzc) et al.

2
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
  • TE BESPREKEN
  • 1. AARD VAN DE TRAININGSVLUCHT
  • 2. DE TECHNISCHE BEHEERSING VAN HET VLIEGTUIG
  • 3. KENNIS VAN HET VLIEGHANDBOEK
  • 4. KENNIS VAN PROCEDURES
  • 5. VLIEGERSCHAP
  • 6. DE DEBRIEFING

3
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
1. AARD VAN DE TRAININGSVLUCHT (1)
  • Voor de verlenging van het PPL(TMG) geldt dat
  • wanneer de ervaring van de vlieger in de
    voorafgaande 12 maanden meer is dan 11 uur als
    Pilot in Command (PIC), een trainingsvlucht moet
    worden gemaakt met een RFI.
  • wanneer de ervaring van de vlieger in de
    voorafgaande 12 maanden minder is dan 11 uur PIC,
    een proficiency check (proeve van bekwaamheid)
    moet worden afgenomen door een RFE.
  • Omdat een proficiency check moet worden
    afgenomen door een RFE bespreken we hier alleen
    de trainingsvlucht, die met een RFI mag worden
    gemaakt.

4
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
1. AARD VAN DE TRAININGSVLUCHT (2)
  • Het doel van de trainingsvlucht is
  • Het vaststellen van de vliegstandaard
    (proficiency)
  • Het nagaan of er (onbewust?) specifieke
    gewoonten ingeslopen zijn bij het vliegen van de
    kandidaat, die strijdig zijn met de optimale
    veiligheid en/of efficiëntie?
  • Het beoordelen van het vliegerschap van de
    kandidaat.
  • Een trainingsvlucht moet minimaal 60 minuten
    duren en bij voorkeur is er een landing op een
    vreemd veld inbegrepen.

5
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
1. AARD VAN DE TRAININGSVLUCHT (3)
  • Bij veel zweefvliegers en ook bij
    motorzweefvliegers is er een zekere aversie tegen
    ieder soort van checkvlucht , omdat die wordt
    gezien als een soort examen, waarop sancties
    kunnen volgen als de vlucht niet geheel naar de
    wens van de examinator verloopt.
  • Een trainingsvlucht is echter, in tegenstelling
    tot de proficiency check, een meer informele
    beoordeling van een collega-vlieger die wel
    opmerkingen en of adviezen kan geven en is
    onafhankelijk van de status en ervaring van de
    vlieger.
  • Houd de sfeer informeel, stel de kandidaat zo
    nodig op zijn gemak en geef tijdens de check
    alleen commentaar als dat nodig is voor de
    veiligheid.
  • De instructeur die de trainingsvlucht
    afneemt hoeft niet per se meer ervaren te zijn
    dan de kandidaat, maar zal uit hoofde van zijn
    functie wel bekwaam genoeg dienen te zijn om de
    kandidaat te beoordelen op zijn bekwaamheden en
    vliegerschap.

6
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
  • 1. AARD VAN DE TRAININGSVLUCHT (4)
  • Voor TMG-vliegers met RPL/PPL verdient een
    trainingsvlucht in de vorm van een overlandvlucht
    de voorkeur boven een lokale vlucht, want alleen
    daarbij kunnen alle facetten van het
    motorzweefvliegen aan de orde komen
  • De technische beheersing van het
    motorzweefvliegtuig.
  • (Kan de vlieger te allen tijden het
    motorzweefvliegtuig
  • op een veilige manier bedienen?)
  • De kennis van het vlieghandboek van
    motorzweefvliegtuig
  • (Eigenschappen en limieten van het
    motorzweefvliegtuig)
  • De kennis van de voor de vlucht benodigde
    procedures.
  • (Vluchtvoorbereiding en communicatie
    tijdens de vlucht)
  • Het mentale vliegerschap
  • (Het vermijden van potentieel gevaarlijke
    situaties)

7
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
2. DE TECHNISCHE BEHEERSING VAN HET
MOTORZWEEFVLIEGTUIG (1)
  • Het gebruik van de checklist.
  • Het starten van de motor.
  • Taxiën.
  • De run-up checks.
  • Start en rotatie.
  • Juiste klimsnelheid met optimale stijghoek (best
    angle) en met optimale klimsnelheid (best rate).
  • (Tolerantie 10 kn, -0 kn)
  • Overgang propeller van starten naar kruisen.
  • Doorklimmen met propeller in kruisstand en met
    optimale klimsnelheid.

8
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
2. DE TECHNISCHE BEHEERSING VAN HET
MOTORZWEEFVLIEGTUIG (2)
  • Kruisen met constante snelheid en hoogte en
    koers. (Tolerantie 15kn, 150ft, 10)
  • Maatregelen ter voorkoming van ijs.
  • (Carburator voorverwarming of volgas)
  • Overtrek en het voorkomen van een spin.
  • Het herstellen uit een beginnende spin.
  • Steile bochten met behoud van hoogte en snelheid.
    (Tolerantie 15kn, 150ft)
  • Slippen. (met en zonder kleppen)
  • Motor stoppen en starten in de vlucht.

9
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
2. DE TECHNISCHE BEHEERSING VAN HET
MOTORZWEEFVLIEGTUIG (3)
  • Noodprocedures.
  • (b.v. motorstoring met gesimuleerde
    buitenlanding)
  • Daalvlucht met zo min mogelijk risico op ijs.
  • Downwind-checks (propeller in startstand!!)
  • Finals met gebruik van remkleppen of gas.
  • Go-around.
  • Touch-and-go. (Niet gas open met getrokken
    knuppel)
  • Zijwindlanding.
  • Motorloze landing.
  • Het stoppen van de motor na de vlucht. (checklist)

10
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
3. DE KENNIS VAN HET VLIEGHANDBOEK (1)
  • Checklist met memory-items.
  • Startlengte over 15 m op gras en beton.
  • Invloed van veldhoogte op startlengte.
  • Maximum olie- en cilinderkop-temperatuur.
  • Maximale vliegsnelheid.
  • Manoeuvreersnelheid.
  • Overtreksnelheid.
  • Optimaal klimmen.
  • Optimaal kruisen

11
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
3. DE KENNIS VAN HET VLIEGHANDBOEK (2)
  • Optimaal zweven met propeller in vaanstand.
  • Maximaal bereik met de daar bij behorende
    motorsetting.
  • Brandstofverbruik afhankelijk van de snelheid.
  • Weight and balance.
  • Maximale zijwindcomponent.
  • Minimaal standtoerental.
  • Maximaal starttoerental.
  • Maximaal en minimaal kruistoerental en
    carburatorijs bestrijding.
  • Kennis van de noodprocedures

12
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
4. DE KENNIS VAN DE PROCEDURES (1)
  • Vluchtvoorbereiding. (route, frequenties,
    uitwijkvelden enz.)
  • Intekenen van de kaart. (waypoints met tijden,
  • TMA en FIR-grenzen enz.)
  • Het gebruik van een adequaat
    navigatie-programma, zoals Proplan-Navbox, maakt
    de voorbereiding aanzienlijk makkelijker.
  • Kennis van AIP. (luchtruim, VFR-levels enz)
  • Gebruik Bottlang.
  • NOTAMS. (FIS geeft de enige complete lijst)
  • Weerinfo. (TAF/METAR, ATIS, teletext 707)
  • Vluchtplan. (invullen en indienen)

13
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
4. DE KENNIS VAN DE PROCEDURES (2)
  • Radiocommunicatie
  • Transpondergebruik
  • Kaarts- en GPS-gebruik. Updates van GPS zijn
    vaak niet helemaal bij de meest recente kaart en
    de Notams blijven bepalend
  • Aanvliegen van veld van bestemming.
  • Motorvliegcircuit. (hoogte, snelheid en daling
    vanaf base leg).
  • Afmelden van vluchtplan, via toren,havenmeester
    of telefoon. Bij landing op uitwijkveld moet
    naast FIS ook het veld van bestemming gebeld
    worden.
  • De vlieger blijft verantwoordelijk voor het
    afmelden van het vluchtplan.

14
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
5. VLIEGERSCHAP (1)
  • Vliegerschap is een optelling van kennis,
    attitude en geoefendheid, die het de vlieger
    mogelijk maakt het vliegtuig, ook onder slechtere
    omstandigheden, veilig te bedienen.
  • Vliegerschap is ook het onder alle omstandigheden
    vermijden van potentiële risicos, ook onder
    goede weersomstandigheden.
  • Goed vliegerschap stoelt op goede communicatie,
    zelfkritiek, geoefendheid, waakzaamheid,
    besluitvaardigheid en stress. (overconfidentie
    hoort hier niet bij).
  • De meeste ongelukken of bijna ongelukken worden
    veroorzaakt door slecht vliegerschap

15
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
5. VLIEGERSCHAP (2)
  • Voorbeelden van goed vliegerschap zijn o.a
  • Voor de start het veld van bestemming opbellen
    voor eventuele bijzonderheden.
  • Minimaal 1 uur brandstof reserve meenemen.
  • Voortdurend uitkijken naar buitenlandingsvelden.
  • Voortdurend bedacht zijn op veranderende
    omstandigheden.
  • Bij te grote zijwindcomponent niet landen maar
    uitwijken.
  • Bij de nadering van een veld via de radio je
    intenties duidelijk maken, ook als er geen
    contact is met een grondstation

16
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
5. VLIEGERSCHAP (3)
  • Voorbeelden van slecht vliegerschap zijn o.a
  • Slechte vluchtvoorbereiding.
  • Geen checklist gebruiken.
  • Geen walk-around voor de vlucht maken.
  • Niet goed uitkijken tijdens de vlucht.
  • De radio niet verstaan en geen herhaling vragen.
  • Navigeren van de grond naar de kaart of alleen
    GPS gebruiken en geen kaart bij de hand houden.
  • Niet voortdurend zijn voorbereid op een eventuele
    noodsituatie.
  • Bij weersverslechtering doorpersen i.p.v.
    uitwijken of terugkeren

17
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
5. VLIEGERSCHAP (4)
  • Een speciaal punt dat het vliegerschap kan
    beïnvloeden is vliegangst. Dit kan ook
    voorkomen bij vliegers met meer ervaring
    veroorzaakt door bij voorbeeld een narrow escape
  • De symptomen van vliegangst kunnen zijn
  • Gespannen indruk, knuppel stijf
    vasthouden.
  • Continu te snel vliegen.
  • Te vlakke en meestal schuivende bochten
    vliegen.
  • Tegen leunen in de bocht.
  • Angst voor overtrekken.

18
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
5. VLIEGERSCHAP (5)
  • Ter controle op vliegangst kan men de
    volgende oefeningen uitvoeren
  • Overtrek met aanzet tot vrille
  • Een situatie creëren die verminderde
    G-krachten tot
  • gevolg heeft

19
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
6. DEBRIEFING
  • Gedraag je tijdens de vlucht niet als een
    examinator maar als een collega en wacht, mits er
    geen gevaar ontstaat voor een normale
    vluchtuitvoering, met eventuele op- of
    aanmerkingen tot de debriefing.
  • Bespreek de hele vlucht en discussieer over de
    punten die jij anders zou hebben opgelost.
  • Verpak je commentaar als advies.
  • Teken het logboek van de kandidaat af met
    vermelding van trainingsvlucht en
    instructienummer

20
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
  • Dank U
  • voor Uw aandacht
  • Nog vragen ?

21
TRAININGSVLUCHTEN MET DE TOURING MOTOR GLIDER
  • FIS Amsterdam 0031204062315
  • Beek 0031204062323
  • Dutch Mill 0031577458700
  • Bremen 00494215372131
  • Frankfurt 00496978072500
  • Langen 004961037070
  • Transponder codes
  • ( S-mode verplicht)
  • Nederland,België, VFRgtgtgtgtgtgtgtgt7000
  • Frankrijk,Duitsland, Non-radiogtgtgtgt7600
  • Oostenrijk Emergencygtgtgt7700
  • Kapinggtgtgtgtgtgt7500
  • Transition level
  • (Hoogtemeter op 1013,2mB)
  • Nederland 3000ft QNH
  • Duitsland 5000ft QNH/2000ft AGL
  • VFR cruisinglevel
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com