7. Productbeleid - PowerPoint PPT Presentation

1 / 24
About This Presentation
Title:

7. Productbeleid

Description:

Title: 1. Wat is Marketing Author: Jan van der Zanden Last modified by: jvdzanden Created Date: 9/8/2003 8:32:49 AM Document presentation format: Diavoorstelling (4:3) – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:39
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 25
Provided by: Janvande3
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: 7. Productbeleid


1
7. Productbeleid
  • Product is kern/essentie van de MM.
  • Definities
  • Klassiek combinatie van materiële en immateriële
    eigenschappen waarmee een goed of dienst in een
    bepaalde behoefte voorziet.
  • Kottler, 5 niveaus
  • Core benefit, Kernproduct, core product, basis
    functie, benefits. De view van de gebruiker.
  • Basic product ook wel Actual product, tangible
    product
  • eigenschappen/specificaties
  • kwaliteit (keurmerk, technisch en subjectieve
    kwaliteit, ISO-9000, prijs/kwaliteitsverhouding)
  • merknaam
  • verpakking
  • vormgeving
  • Expected product, niveau dat de klant (standaard)
    verwacht, bijv. airbag in een auto
  • Augmented product (garantie (verkleint
    risico/aankoopdrempel), service, prettige
    betaling, bezorging, installatie etc.)
  • 5. Potential product (wat nog aan een product
    toegevoegd zou kunnen worden of er naast kan
    komen)

2
7. Productbeleid (2)
  • Definities (vervolg)
  • Nima productniveaux (Leeflang)
  • Fysiek product Techniek (Kottler actual
    product)
  • Uitgebreid product fysiek product Toegevoegde
    eigenschappen van de MM (Kottler actual
    augmented)
  • Totaal product Uitgebreid product afgeleide
    eigenschappen (toegevoegde waarde, benefits voor
    consument, status, zelfexpressie etc.)
    (Kottler actual augmented core product)
  • Gouden regel
  • Dont sell features but sell benefits!
  • Denk aan onderscheid functionele en symbolische
    eigenschappen van product

3
7. Product definitie
  • Nog een andere indeling
  • Product bundel bevredigingsmiddelen, core
    values, centrale waarden. Met de volgende
    klassen
  • instrumentele concrete functionele
    producteigenschappen, technisch, zintuiglijk
    waarneembaar
  • rationele productwaarden (gepercipieerde
    voordelen, nut)
  • emotionele affectieve productwaarden

4
7. Product typen (1)
  • Niveaus van producten
  • Productklasse (voorziet in een bepaalde behoefte,
    bijv. dorstlessers)
  • Productgroep (bijv. frisdrank)
  • Producten (cola of vruchtensap)
  • Productvariant of type (appelsap of
    sinaasappelsap)
  • Merk (Coca Cola, Appelsientje)
  • Productlijn verzameling producten(varianten)
    door een organisatie aangeboden

5
7. Product typen (1a)
  • Indeling naar verschillende criteria
  • Abstractie (product/dienst)
  • Doelgroep (industrieel/consumenten)
  • Duurzaamheid (duurzame/gebruiks vs.
    verbruiks/FMCG)
  • Prijsgevoeligheid (substitutie, indifferent,
    complementair)
  • Inkomensgevoelig (luxe, noodzakelijk, inferieure)

6
7. Product typen (2)
  • Consumptiegoederen zijn alle goederen die door
    finale afnemers worden verbruikt of gebruikt
  • Duurzame consumptiegoederen, durables gebruik
    minimaal circa 3 jaar.of
  • Niet duurzame consumptiegoederen,
    verbruiksgoederen (kleiner dan 3 jaar)
  • Industriële goederen/diensten die gebruikt
    worden in productiehuishoudingen
  • Duurzame productiegoederen gebruikt in
    productiehuishouding, wordt diverse keren in
    productieprocessen gebruikt
  • Zakelijke/industriële afnemer die producten
    afneemt die direct of indirect noodzakelijk zijn
    voor het eigen productieproces.
  • Business/industriële marketing gericht op andere
    organisaties, alles wat niet op particulieren is
    gericht. Hier is sprake van afgeleide vraag
    (vergelijk industriële vraag).
  • Institutionele marketing Grootverbruik van
    niet-duurzame consumptiegoederen bij bedrijven en
    instellingen (geen NIMA definitie)

7
7. Product typen (3)
  • Industriële producten
  • Consumptiegoederen (indeling Copeland, naar
    koopgedrag).
  • convenience goods (weinig inspanning voor
    aankoop, gemak, routine aankoop, massa marketing,
    veel concurrentie, lage marges). Sub indeling
    FMCG/stapel goederen, impulsgoederen, emergency
    goods.
  • shopping goods (enige inspanning voor aankoop,
    winkel-/keuzegoederen, beperkt of uitgebreide
    koopbeslissing, dus goede info geven, iets meer
    met product inspelen op behoeften klant)
  • specialty goods (hoge betrokkenheid/inspanning
    voor aankoop, merktrouw, vaak maatwerk)
  • unsought goods ((nog) niet bekend, je zoekt er
    niet naar, je stelt uit (bijv. uitvaartverzekering
    ))
  • Zie Tabel 7.1. boek Verhage

8
Assortiment
  • Assortiment geheel van producten/soorten/klassen
    /merken die een onderneming aanbiedt
  • Dimensies
  • breedte (aantal verschillende productgroepen)
  • diepte (aantal varianten (merken/typen etc.)
    binnen één productgroep)
  • lengte (totale aantal producten/artikelen soms
    het aantal in voorraad)L B x D
  • Overige eigenschappen
  • consistentie/verwantschap (one-stop-shopping,
    branchevervaging)
  • Assortimentshoogte (gemiddelde prijs per artikel)
  • Voorbeelden AH heeft lengte van 20.000,
    Carrefour 40.000, Aldi en Lidl 800 (jaar 2005).

9
Assortiment sanering
  • Beslissingsaspecten bij sanering crossselling,
    one-stop-shopping, marge, positionering, MM.
  • Line pruning wegkappen dode (niet meer lopende)
    producten
  • Prijsbeleid met assortiment
  • price lining indeling verwante maar licht
    verschillende artikelen in assortiment benadrukt
    door prijsverschillen, maar met een beperkt
    aantal prijzen, bijv. bij de bouwmarkt de doosjes
    met schroeven met kleuren stickers voor 1,95
    2,95 en 3,95
  • full line-pricing, productline pricing prijzen
    verwante artikelen (wijn/kaas printer/inktcartrid
    ges) worden in samenhang gemaakt om winst van het
    totaal (dus niet van het individuele product) te
    verhogen met een verlies artikel bijvoorbeeld
    een sterk winstgevend artikel verkopen. De
    kwaliteits-/waardeverschillen mogen voor de klant
    niet al te duidelijk zijn anders werkt het niet.
  • 80/20 regel
  • Kernassortiment (hoge omzetsnelheid)
  • Randassortiment, meestal hogere marges

10
Assortiment uitbreiding (nieuw)
  • Brand-stretching, merkuitbreiding merk voor
    andere producten of productvarianten. Twee
    hoofdvormen
  • a. Lijn extensie/line extension onder zelfde
    naam/merk productenvarianten in dezelfde
    productgroep voeren
  • horizontaal (zelfde prijs/waarde, bijv. andere
    smaak, kleur)
  • verticaal, line extension/lijnextensie (andere
    prijs/waarde bijv. nieuw autotype bij merk)
  • Line stretching (blz. 282 NIMA A Kernstof)
  • Trading-up, upward stretch hogere kwaliteit,
    hogere prijs artikel toevoegen (meer marge,
    imago, impact op rest assortiment)
  • Trading-down, downward stretch lager geprijsd
    artikel toevoegen (nieuwe markt pas op voor
    kannibalisatie, imago)
  • Line-filling opvullen van gaten in assortiment
  • b. Brand extension, merkextensie onder zelfde
    naam/merk (geheel) andere producten voeren (blz.
    289 NIMA A Kernstof)
  • N.b. Upgrading en downgrading is iets anders!

11
Assortiment uitbreiding
  • Voorbeelden
  • Euroshopper gaat ook kleding verkopen brand
    extension.
  • Extra smaakje vruchtensap horizontale
    brandstretching
  • Een Lupo bij Volkswagen toevoegen trading down,
    verticale line stretching
  • Een Phaeton bij Volkswagen toevoegen trading up,
    verticale line stretching
  • Een Versus bij Toyota invoegen line filling.
  • Parallellisatie toevoegen van branchevreemde
    artikelen

12
Productlevenscyclus (PLC)
  • Fasen
  • Introductie (introduction investeren, primaire
    vraag stimuleren (productsoort))
  • Groei (growth maximale winst, vaak echter
    maximale winst in Rijpheidsfase)
  • Volwassenheid (maturity, meer concurrentie,
    secundaire vraag (eigen merk))
  • Rijpheid
  • Verzadiging, stabilisatiefase (maximale
    penetratiegraad bereikt, hevige concurrentie,
    kostenbeheersing, optimale MM van groot belang,
    marktaandeel heilig, verdringingsmarkt,
    shake-out, fusies/overnames)
  • Neergang (decline, oogsten, uitmelken,
    terugtrekken)
  • Zie tabel 7.2. boek

13
Productlevenscyclus (PLC)
  • Analyse op producttype niveau van belang voor
    marketing strategie en MM
  • Market stretching volwassen fase verlengen (door
    bijv. steeds (kleine) vernieuwingen te doen, een
    nieuwe variant, herpositionering).
    Enveloppencurve of scalloped pattern
  • Recyclestrategie in neergang wordt aan nieuwe
    PLC begonnen (verhogen verbruik, nieuwe
    toepassingen etc.)
  • Lengte PLC bepaald door voortschrijdende
    techniek, demografische ontwikkelingen, weinig
    barrières voor toetreding ? veel concurrentie ?
    kortere PLC, snelle adoptiecurve ? korte PLC,
    tempo ontwikkeling techniek en maatschappij ?
    kortere PLC)

14
Service beleid
  • Service
  • voor
  • tijdens
  • na aankoop.
  • Optimale service door Customer service center
    met een verticaal marketingsysteem (over kolom
    heen).
  • Opbouwen relatie met klanten geeft succes.
  • Meeste klachten worden wel doorverteld, maar niet
    aan de leverancier.

15
Kwaliteit producten
  • Subjectieve kwaliteit
  • ervaring groter dan verwachting (expected
    product)
  • satisfier (plus punt)
  • dissatisfier (mag niet ontbreken, is gemeengoed
    bij meeste leveranciers)
  • Wet Productaansprakelijkheid (schade) versus
    garantie (doen wat het moet doen)

16
Verpakking
  • Soorten verpakking
  • primaire (nodig om product bij elkaar te houden)
  • secundaire (voor allerlei niet perse
    noodzakelijke doelen)
  • Functies van verpakking
  • beschermen
  • faciliteren vervoer, distributie, opslag
  • verbeteren gebruiksgemak
  • promotie
  • herkenbaarheid
  • opwekken emotionele aantrekkelijkheid
  • informeren
  • segmenteren naar hoeveelheid volume
  • Soms wettelijke eisen (Warenwet of Algemene
    Aanduidingenbesluit) aan verpakking (naam,
    hoeveelheid, afkomst, ingrediënten, houdbaarheid,
    producent/verpakker/verkoper, gebruiksaanwijzing)

17
Merken
  • Merk is naam/beeld of symbool waarmee een
    organisatie zichzelf en haar producten herkenbaar
    wil maken voor consumenten en wil onderscheiden
    van concurrenten.
  • Wettelijk deponeren/registreren dan exclusief
    gebruik en bescherming
  • Doel/voordelen merk
  • zekerheid (onbekend merk), herhalingsaankoop
  • gemak
  • onderstrepen lifestyle/imago
  • herkenbaar
  • minder afhankelijk van tussenhandel
  • merktrouw, hogere winstmarge, A-merk
  • eenvoudiger lanceren nieuwe producten
  • Eisen
  • constante kwaliteit
  • merk moet publicabel zijn

18
Merken
  • A-merk, is fabrikanten merk (Douwe Egberts,
    Droste Cacao)
  • minimaal 75 distributiedekking
  • marktaandeel 2/3 (niet altijd verplicht
    gedefinieerd)
  • massa promotie
  • bekend, kwaliteit, status, zekerheid
  • B-merken (Friesche Vlag)
  • Missen minstens een van de A-merk kenmerken.
  • C-merk, fancy naam, niet extern gepromoot, geen
    meerwaarde
  • Winkelmerken, distribuantenmerken, D-merken,
    private labels
  • huismerken (fantasie namen, Delicata, O'lacy)
  • eigen merken (eigen naam distribuant, AH, Spar,
    Hema)
  • witte merken (vorm van C merk)
  • Doel onttrekken aan de macht van A- en B-
    merken. Winkeltrouw is inmiddels groter dan
    merktrouw.
  • Grijze markten er is geen merkartikel (groenten,
    aardappelen). Komt bijna niet (meer) voor.

19
Merken (2)
  • Strategische opties fabrikant
  • Uitsluitend fabrieksmerken (A en B)
  • Uitsluitend distribuantenmerken (geen/nauwelijks
    eigen marketing)
  • Gemengde merkenstrategie (schaalvoordelen groter
    dan kannibalisatie nadelen)
  • Nog meer opties
  • paraplumerk, familiemerkenstrategie een merk
    voor diverse producten en productgroepen
  • individuele merken, mono branding beschermen
    bestaande producten, omzet verhogen door
    segmentatie, interne concurrentie stimuleren
  • combinatie merken merk op diverse
    productvarianten (vaak merk plus toevoeging,
    Canon S500)

20
Merken (3)
  • Eisen voor een merknaam
  • origineel
  • goed/snel te herkennen
  • passen, goed associaties opwekken (pas op
    buitenland)
  • kort en makkelijk uit te spreken en onthouden.
  • Leesbaar
  • passend in verschillende talen/culturen
  • registreerbaar/Benelux Merkenbureau
  • Aantrekkelijk
  • Niet controversieel (eigen namen, sterren)
  • Bij overmatig succes merk wordt soortnaam
    (aspirine). Dat is niet te beschermen.

21
Dienstenmarketing
  • Kenmerken van diensten
  • ontastbaar (product-dienstcontinuum van Shostack,
    van zout tot onderwijs)
  • heterogeen, geen constante kwaliteit
  • vergankelijk
  • persoonsgebonden (niet de tent maar de vent)
  • gelijktijdige productie en consumptie
  • interactieve consumptie
  • Onderverdeling van diensten
  • kerndienst of ondersteunende dienst
  • verleend door mens of apparatuur
  • koopmotief (kwaliteit, specialisme, gemak,
    besparing, status, sfeer)
  • aanwezigheid klant wel/niet vereist
  • continue relatie met klant/afnemer

22
Soorten diensten (classificatie)
  • Gradatie ontastbaarheid (advies ..tot... maaltijd
    in restaurant tot pak zout of suiker)
  • Wijze van voortbrenging (machine-, man-,
    systeemgebonden)
  • Koopsituatie afnemer (eerste buy, (straight)
    rebuy)
  • Alternatieven (uitbesteding-, kennis-,
    kundedienst)
  • Elke soort dienst heeft specifieke marketing
    uitdagingen.
  • Materiele producten zijn goederen
  • Immateriële producten zijn diensten

23
Dienstenmarketing (2)
  • Specifieke punten voor de MM
  • de 5e P Personeel
  • promotie vooral gericht op vertrouwen

24
Not for Profit marketing
  • Kenmerken Not for profit marketing
  • geen winststreven, ideëel doel en
    continuïteit/groei
  • vaak meerdere inkomstenbronnen (subsidies,
    donaties, fondsenwerving)
  • gericht op diensten
  • kwantificeerbare doel (output meting,
    oordeelsmeting publiek)
  • Specifieke MM elementen
  • Promotie heel belangrijk (voorlichting, reclame,
    PR, makkelijk toegang tot Free Publicity), inzet
    vrijwilligers
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com