Title: Schematechnieken en databases
1Schematechnieken en databases
- Module VIII
- Hoofdstuk 3
- Relationele databases en SQL
2Database
- Een database is een verzameling van gegevens een
gegevensbank. - Voorbeelden
- Leerlingenadministratie op school.
- Boekenadministratie in de bibliotheek.
- Telefoonboek.
- NS Reisplanner op internet.
- Productoverzicht van een uitgeverij.
- Gegevens kan je vastleggen in een kaartenbakof
in een database.
3Voordelen nadelen
- Nadelen van een papieren systeem
- De kaarten kunnen slechts op één manier
gesorteerd zijn. - Hierdoor kunnen gegevens ook op slechts één
manier gezocht en geselecteerd worden. - Onhandig in gebruik.
- Hoe groter de bak(ken), hoe tijdrovender het
zoeken! - Veel werk om te beheren.
4Voordelen Nadelen
- Voordelen van een computer-database
- Snel informatie op te vragen.
- Op meerdere manieren te sorteren.
- Eenvoudig, logisch te ordenen.
- Minder werk om te beheren.
- Overzichtelijk.
5Van papier naar computer
- Alle gegevens worden opgeslagen in tabellen.
- Gegevens van één kaartje komen in één rij van een
tabel. - De velden op het kaartje worden de kolommen in de
tabel.
6Database Management System (1)
- Afkorting DBMS
- Een DBMS is een verzameling programma's voor het
maken, onderhouden en gebruiken van een database. - Een DBMS gebruikt opslagmedia die door computers
te benaderen zijn. - Magnetische en optische schijven
- Diskettes
- Tapes
7Database Management System (2)
Database maken
Database beheren
Tabellen maken
Gegevens wijzigen
Gegevens invoeren
Informatie opvragen
8Checklist database ontwerp
- Gegevens opslaan
- Welke gegevens?
- Hoeveel?
- Hoe blijven de gegevens betrouwbaar?
- Wat weet de gebruiker?
- Gegevens ophalen
- Welke relaties tussen gegevens?
- Gegevens bewerken
- Wie is verantwoordelijk voor bewerking?
- Welke beveiligingsmaatregelen zijn nodig?
- Wie mag wijzigingen aanbrengen in de
databasestructuur?
9Database Management System (3)
- Functies
- Een nieuwe database definiëren.
- Gegevens opslaan en bewaren.
- Gegevens veranderen.
- Gegevens opvraagbaar maken.
- Een database beveiligen.
- Integriteit bewaken (voorkomen van fouten)
- Voorbeelden programma's
- MS-Access
- Solid
- Oracle
- SQL-server
- DB2
10Relationele Database (1)
- In een relationele database worden de gegevens en
hun onderlinge relaties gerepresenteerd in
tabellen. - Een tabel bestaat uit velden.
- Velden zijn gerangschikt in records en kolommen.
- Een sleutelveld van een record heeft een unieke
waarde waarmee je een record kunt terugvinden in
een tabel. - Een sleutelveld heeft een unieke identificatie
de primaire sleutel.
11Tabel
Kolom
Veld
Record
Sleutelveld met unieke waarde
12Relaties in MS Access
Elke relatie tussen deze vijf tabellen is
gekoppeld aan de primaire sleutel (vet opgemaakt)
in één van de tabellen.
Bijvoorbeeld De tabel Producten bevat één record
voor elk uniek product dat verkocht wordt. Het
record bevat Productnaam, Lever-id,
Categorienummer etc.
Bijvoorbeeld Je kunt een overzicht maken van
producten waarbij van ieder product de
leverancier met al zijn adresgegevens is
opgenomen.Hier zorgt de relatie voor (in de tabel
producten zijn immers die adresgegevens niet
opgenomen. Die komen uit de tabel Leveranciers.)
Aanduiding relatie
13Tabel
- Wanneer je alle gegevens in één tabel zet, kan je
dat veel werk geven. - Je ziet hieronder een stukje uit een gegevensbank
met leerlingen uit de tweede fase. - Wanneer een studiebegeleider verhuist, dan moet
dit bij al zijn/haar leerlingen gewijzigd worden. - Je voert op meerdere plaatsen dezelfde gegevens
in. Dit noem je Redundantie.
14Tabel splitsen en relaties leggen
- Wanneer je de tabel splitst en velden naar elkaar
laat verwijzen bespaar je je veel werk. - Je legt een relatie tussen de tabellen.
- Een wijziging in een tabel die een relatie heeft
met een andere tabel wordt meteen doorgevoerd in
die andere tabel. - Dat is wat een relationele database doet.
15Informatievraag (query)
- Om gegevens gestructureerd te kunnen opslaan,
bewerken en opvragen is het mogelijk om zelf
(tijdelijke) tabellen samen te stellen uit
(delen van) bestaande tabellen. - Hiervoor gebruik je een Query.
- Dit is een zoekopdracht om gegevens op te vragen
uit een database. - Zo'n vraag wordt geformuleerd in een speciale
vraagtaal. - Voorbeeld alle leerlingen van wie de achternaam
met een 'A' begint opvragen uit een tabel met
leerlingen van 'A tot Z'.
16Sleutels
- Primaire sleutel
- Een kolom die je kunt gebruiken als unieke
identificatie voor de rijen in die tabel. - Het kan ook een combinatie van kolommen zijn.
- Voorbeelden productnummer, studentnummer.
17SQL
- Een bekende vraagtaal is SQL Structured Query
Language ('gestructureerde vraagtaal'). - Met deze programmeertaal kun je door middel van
korte vragen (queries) specifieke gegevens uit
een database halen. - Het is een taal voor het invoeren en verwijderen,
beveiligen en raadplegen van gegevens in een
relationele database. - Je kunt gegevensverzamelingen in één of meerdere
tabellen bewerken.
18Programma's die SQL gebruiken
- MS-Access
- Grafisch
- Stand alone
- Solid
- Via LAN of WAN
- Client-server architectuur
- Remote database
- Filemaker
- Oracle
- SQL-server
- Sybase
19MS Access gebruikt SQL. Je ziet hier hoe uit een
tabel met produkten de tien duurste produkten
verzameld zijn.
20MS Access SQL
programma
SQL
resultaat
DBMS
21SQL - taal
- SQL kent alleen Engelse woorden. Bijvoorbeeld
- SELECT
- FROM
- WHERE
- GROUP BY
- ORDER BY
- SELECT
22SQL- operatoren
Om gegevens te kunnen selecteren die voldoen aan
bepaalde voorwaarden, gebruikt SQL operatoren.
- Relatie-operatoren
- is gelijk aan
- ltgt is ongelijk aan
- gt is groter dan
- gt is groter dan of gelijk aan
- lt is kleiner dan
- lt is kleiner dan of gelijk aan
- Logische operatoren
- AND
- OR
- NOT
- NEAR
23SQL - functies
Om het nog wat ingewikkelder te maken SQL kent
ook functies
- COUNT
- COUNT ()
- SUM (
- AVG
- MAX
- MIN
24Aan de slag!
- In een presentatie leer je geen SQL.
- Wel wanneer je zelf aan de slag gaat.
- In je boek staan talloze voorbeelden.
- Bekijk deze goed en oefen met deze taal.
Veel succes!
25(No Transcript)