Title: Blok 7: netwerken
1Blok 7 netwerken
2Applicatie Laag
- Om met Telematica Systemen te communiceren,
gebruiken mensen een zg. User Agent. Bijvoorbeeld
een Web-browser. - De User Agent omvat zaken als de user
interface, lokale schijf etc. Ook staat het
communicatie met andere user agents toe. - Een User Agent bestaat uit twee onderdelen
- een Applicatie Protocol dat de communicatie
tussen User Agents regelt, en - Een Applicatie Service User dat alle activiteiten
regelt die lokaal gezien belangrijk zijn (user
interface, disk access, sampling van spraak of
video signalen).
3Applicatie Laag (2)
Applicatie Service User
Applicatie Service User
User Agent
User Agent
Applicatie Protocol Entiteit
Applicatie Protocol Entiteit
T-SAP
T-SAP
Transport Service Provider
4Domain Name System (DNS)
- DNS verzorgt het gebruik van vriendelijke
namen' namen die makkelijker te lezen en
onthouden zijn door mensen. - Het is mogelijk om deze namen te koppelen aan een
IP-adres - www.ietf.org gt 132.151.1.19
- www.ns.nl gt 195.108.47.18
- Veel applicaties gebruiken DNS voor het
gebruiksgemak (bv. je Web-Browser). - DNS gebruikt een (wereldwijde) database,
gebaseerd op hiërarcisch gestructureerde
domeinen. - DNS staat in de standaarden RFC 1034 RFC 1035.
5DNS (2)
root
domain
host
6Telnet
Telnet User Part
Telnet User Part
- Telnet is een applicatie protocol dat je toelaat
commandos op een andere machine uit te voeren. - Vroeger was het de manier om je email te lezen
als je niet op werk was.
Telnet Protocol Entiteit
Telnet Protocol Entiteit
T-SAP
T-SAP
Transport Service Provider
7Telnet (2)
- Problemen zijn
- De betekenis van toetsaanslagen is het bedoeld
voor het lokale of remote systeem. - Wat als de systemen verschillende
besturings-systemen hebben? (bv. WIN 95/98/NT,
UNIX, LINUX, Solaris).
- Deze problemen worden opgelost door
- NVT Network Virtual Terminal.
- Als de NVT draait op beide machines, kunnen beide
systemen gegarandeerd samenwerken. - Een nadeel is dat handige fucnties van een OS
niet kunnen worden gebruikt!
8Telnet (3)
- Telnet gebruikt een TCP verbinding, het standaard
poort-nummer om met een Telnet protocol entiteit
te communiceren is 23. - Echter, een ander poort-nummer kan worden
geselecteerd. Bijvoorbeeld - met poort-nummer 25 benader je een SMTP protocol
entiteit. - met poort-nummer 80 beander je een HTTP protocol
entiteit. - Deze eigenschap' kan gebruikt worden om SMTP te
praten(Zie het Practicum).
9File Transfer Protocol (FTP)
- Met FTP kun je
- Bestanden downloaden naar je eigen computer.
- Bestanden uploaden naar een andere computer.
- FTP gebruikt een TCP verbinding (poort nummer 21)
voor controle via deze verbinding worden FTP
commandos uitgewisseld tussen computers. - Om een bestand te transporteren wordt een nieuwe
TCP verbinding gemaakt (poort nummer 20) en het
bestand verstuurd
10FTP (2)
FTP User Part
FTP User Part
FTP Protocol Entiteit
FTP Protocol Entiteit
Voor FTP Data (poort nr 20)
Voor FTP Controle (poort nr 21)
T-SAP
T-SAP
T-SAP
T-SAP
Transport Service Provider
11FTP (3)
- Een aantal FTP commandos
- dir de remote host stuurt een bestandlijst naar
de lokale host. - get ltfile-namegt de remote host stuurt een
bestand met naam ltfile-namegt naar de lokale host. - put ltfile-namegt de lokale host stuurt een
bestand met naam ltfilenamegt naar de remote host. - cd ltdirectory-namegt de huidige map van de remote
host wordt veranderd naar ltdirectory-namegt
12Electronische Post (E-Mail)
- Je weet wat je met e-mail kunt doen!
- Het verschaft een dienst waarmee gebruikers
berichten naar elkaar kunnen versturen. - Aandachtspunten in de email dienst
- Welke berichten kunnen worden verstuurd?
- Hoe andere gebruikers bereiken?
- Hoe kan het werken als je computer uit staat?
- Email gebruikt verscheidene applicatie
protocollen - SMTP om email berichten tussen Email Servers uit
te wisselen en email vanaf je PC te versturen - POP of IMAP om email berichten van de email
server naar jouw PC op te halen - MIME om de inhoud van een email bericht te
structureren
13Electronische Post (2)
email server
email server receiver
Zendende host
Ontvangende host
IP Network
Sending host
User Agent
host
Email server
Email server
Mail Transfer Agent
Mail Transfer Agent
User Agent
SMTP
SMTP
SMTP
SMTP
POP3 of IMAP
POP3 of IMAP
Transport Service Provider
Transport Service Provider
Transport Service Provider
14Simple Mail Transfer Protocol (SMTP)
- SMTP heeft 14 soorten berichten, waaronder
- HELO ltSPgt ltdomaingt ltCRLFgt
- De zendende email server identificeert zichzelf
bij de ontvangende email server. - MAIL ltSPgt FROM ltreverse-pathgt ltCRLFgt
- Om te vertellen wie de email zendt
- RCPT ltSPgt TO ltforward-pathgt ltCRLFgt
- Om te vertellen wie de email hoort te ontvangen
- DATA ltCRLFgt
- Om te vertellen dat wat volgt email inhoud is
(het einde van de inhoud wordt aangegeven door
een '.' aan het begin van een nieuwe regel). - QUIT ltCRLFgt
- Om het versturen te beëindigen.
15MIME
- De vorm van een email bericht wordt bepaald door
by MIME - header keywords
- to
- cc
- bcc
- from
- sender
- received
- ltmail bodygt
- ltDit is de inhoud van het email berichtgt
- Vroeger kon een email alleen ASCII tekst
bevatten, met MIME kunnen nu ook word documenten,
afbeeldingen video, etc. in een email staan
16World Wide Web (WWW)
- Het World Wide Web
- Gebruikt het HyperText Transfer Protocol (HTTP)
voor de uitwisseling van informatie - Het data formaat is HyperText Markup Language
(HTML) het bevat zowel inhoud als vormgeving. - Dit laatste was oorspronkelijk niet de bedoeling!