Title: Filosofie
1 Reflecties op religie in een post-moderne wereld
Welkom!
http//filosofiereligiositeit.wordpress.com/
2geschiedenis van het subject
- MIDDELEEUWEN
- Platonische scheiding tussen schijnwereld
(zintuiglijk waarneembare werkelijkheid), en de
ware werkelijkheid van de ideeën, universele
begrippen, en God - Aristotelische invloed directere connectie
tussen natuurlijke werkelijkheid en de
ideeënwereld dingen kregen een immanente vorm
streven (entelechie) - RENAISSANCE / VROEG-MODERNE TIJD
- dualisme subject staat tegenover object
- empirie rationalisme vormen de basis voor de
wetenschap - subject centraal ik denk dus ik ben bewustzijn
vrij en onsterfelijk - statisch wereldbeeld de waarheid natuurwet
één oneindig onveranderlijk - object materie gehoorzaamt blind mechanische
natuurwetten - Angel-Saksische filosofie is meer pragmatisch
empirisch meten weten - Germaanse filosofie meer rationalistisch welke
kennis is absoluut zeker?
3Immanuel Kant (1724-1804) transcendentaal
idealisme
- In Kritik der reinen Vernunft (1781) onderscheidt
Kant - fenomenale werkelijkheid de werkelijkheid
zoals die zich aan ons voordoet - - via aanschouwingsvormen (conceptueel kader,
ken-vorm, interpretatie-mal) - - in het bewustzijn a-priori aanwezige
structuren die waarneming mogelijk maken - - wij kunnen alleen dingen kennen zoals het
verstand ze modelleert - noumenale werkelijkheid dingen zoals ze op
zichzelf bestaan Ding-an-sich - - het Ding-an-sich is niet kenbaar, want
kenbaarheid impliceert modellering, vormgeving - - het enige dat we ervan hebben is een
rationeel idee (veronderstelling) - kritiek vanuit het Idealisme
- het Ding-an-sich is slechts een aanname, een
veronderstelling, geen bewijs - er bestaat geen Ding-an-sich, geen noumenale
wereld achter de fenomenale - de werkelijkheid bestaat niet op zichzelf, maar
altijd in relatie tot een bepaalde ervaring - geloof in Ding-an-sich dogmatisme er is
alleen maar het subjectieve / ideële - Fichte het IK stelt zichzelf ( absoluut),
ZIJN "het er-zijn van het IK" - niet vanuit methodologische twijfel, maar vanuit
Romantische zelfverzekerdheid
4Verlichting Romantiek (18e - 19e eeuw)
- Verlichting rationaliteit, maatschappij-kritiek
emancipatie van het individu - kritiek op irrationaliteit, geïnstitutionaliseer
d geloof, ongelegitimeerde macht, etc - Kant "Verlichting is het uittreden van de mens
uit - zijn door eigen schuld veroorzaakte
onmondigheid" - verlichting is ook voorlichting gericht op
praktische kennis kennis is macht - optimistisch geloof in de mens en maakbaarheid
van de samenleving - Romantiek het goede ligt in het gevoel en de
menselijke natuur besloten - Rousseau De samenleving moet niet gebaseerd
zijn op historisch gegroeide, door de status quo
gelegitimeerde machtsverhoudingen, maar op een
vrijwillig sociaal contract tussen vrije, gelijke
en redelijke subjecten. Eraan ten grondslag moet
de algemene wil (volonté générale) van het
soevereine volk liggen. Deze algemene wil is niet
de democratische uitkomst van de som individuele
belangen (volonté de tous), maar de
gemeenschappelijke wil van het collectief - Vrijheid, gelijkheid en broederschap - leus
van de Franse Revolutie (1789-1799)
5Duits Idealisme (eind 18e - begin 19e eeuw)
- Duitse Romantiek, Sturm und Drang, inspireert de
filosofie tot het Idealisme - Hegel "zonder passie is nog nooit iets in de
wereld bereikt" - Idealisme verwerpt de statische, a-historische,
ken-theorethische benadering van Kant - subject object zijn niet statisch gescheiden,
maar in een ontwikkelingsproces - objectief idealisme geestelijke grondstructuur
van en in de natuur (Schelling) - subjectief idealisme door interactie van het IK
met de wereld ontstaat dynamiek (Fichte) - absoluut idealisme de historische ontwikkeling
van de geest tot bewustzijn (Hegel) - subject / object-dichotomie wordt aangevuld met
een dynamisch beginsel de dialectiek - dialectiek redeneervorm die d.m.v.
tegenstellingen tot hoger inzicht wil komen
(logica) - stelling (these) - tegenwerping (antithese) -
aangescherpte stelling (synthese) - in het Idealisme is de dialectiek
metafysisch/ontologisch heeft betrekking op het
ZIJN - these - antithese - synthese geïntroduceerd
door Kant, uitgewerkt door Fichte - Hegel gebruikt abstract - negatief - concreet
6Georg Friedrich Wilhelm Hegel (1770-1831)
- Hegels doel is de filosofie tot voltooiing te
brengen, tot ware wetenschap te maken - de filosofie moet alle tegenstellingen opheffen
om de absolute totaliteit te bereiken - het absolute (geheel) verklaart het specifieke,
elk onderdeel reflecteert het geheel - identiteit van denken en zijn de werkelijkheid
redelijk, en wat redelijk is werkelijk - subject object, begrip werkelijkheid, denken
zijn, veronderstellen elkaar - het (Hegels) systeem de totaliteit van de
werkelijkheid zowel substantie als subject - Hegel zou in de middeleeuwse universalia-strijd
de kant van de realisten kiezen - DIALECTIEK
- Wissenshaft der Logik (1812-1816) structuur van
de werkelijkheid dialectisch (logica) - identiteit van identiteit en niet-identiteit is
een universeel principe - elk fenomeen kent een triadische ontwikkeling
- - An-sich abstract (these)
- - Anderssein negatief (anti-these)
- - An-und-für-sich concreet (synthese)
7Hegel dialectiek, geest, werkelijkheid natuur
- Hegels werkelijkheidsbegrip is niet statisch
(zijn), maar dynamisch (worden) - contradictie is de bron van alle leven en
beweging (vgl. Herakleitos panta rhei ) - - meest elementaire begrip is onbepaald ZIJN
abstract (these) - - dat impliceert tevens een niet-ZIJN
(anders-zijn) negatief (anti-these) - - contradictie resulteert in een WORDEN
concreet (synthese) - ontwikkeling van al het bestaande is de
ontwikkeling van de redelijkheid van de Geest - - begrip / geest oneindig
- - realiteit / natuur eindig
- - absolute idee waarlijk oneindig
- wezenlijk voor de totale werkelijkheid is het
begrip ervan, dat er zelf deel van uitmaakt - absolute idee eenheid van begrip realiteit,
and-und-für-sich, tot zichzelf gekomen zijn - de natuur is niet louter object, maar ook
subject - natuur is de objectivering (verwerkelijking,
uiterlijke manifestatie) van de geest - God is immanent in de natuur aanwezig om zich
van daaruit als geest te ontwikkelen - natuur vooral cyclisch gedetermineerd
cultuur vooruitgang gericht op vrijheid
8Hegel individuele geest als sociaal fenomeen
- 1807 Phänomenologie des Geistes
- bewustzijn komt voort uit een dynamische geest
in een dialectisch proces verschijnen van de
geest is doorlopend proces van ontplooiing,
objectivering, verwerkelijking - de geest kent 3 niveaus van ontplooiing, die
zich gelijktijdig voltrekken - 1 individueel (psychisch-persoonlijk), 2
sociaal-maatschappelijk, 3 absoluut (God) - het civilisatieproces is de geschiedenis van de
onbewuste individuele geest - (oermens, kind), die zich ontwikkelt tot de
absolute geest (God) - om een bepaald IK te worden (individu te
worden), moet het begrenst (beperkt) worden - zelf-bewustzijn is afhankelijk van weerstand
door iets dat geen deel uitmaakt van het IK - de ontdekking van de begrenstheid maakt het IK
mogelijk (leerproces, trial error) - wederzijdse erkenning van rationele individuen
is voorwaarde voor het IK als individu - een IK kan alleen ontstaan te midden van anderen
die niet-IK (maar jij of jullie) zijn - vrijheid verantwoordelijkheid zijn 2 kanten
van de medaille van het begrenst zijn - het zelfbewuste subject, IK, is dus een
sociaal-maatschappelijk fenomeen
9Hegel vrijheid meester-slaaf dialectiek
- meester-slaaf analogie ontwikkeling van het
kind? primitieve samenleving? republiek? - een IK ziet een ander IK en ziet dit als
bedreiging zijn macht kan ingeperkt worden - daarmee het IK zichzelf verloren, is het van
zichzelf vervreemd geraakt het ziet de - ander niet als anders, maar als een zelfde IK
buiten zichzelf (geen reflexie, geen respect) - ze confronteren elkaar en willen de ander
controleren, overheersen, hun wil opleggen - de één heeft meer angst voor de dood dan de
ander onderwerping meester - slaaf - meester autoriteit zonder verantwoording
slaaf verantwoording zonder autoriteit - wederzijdse erkenning van de meester/slaaf-relati
e leidt tot hun beider zelfbewustzijn - enerzijds gaat de slaaf inzien dat hij niet
vervreemd is van zijn arbeid wordt zelfbewust - anderzijds gaat de meester inzien dat hij
afhankelijk (slaaf) is van de slaaf - oplossing van de contradictie is als slaaf
meester erkennen dat ze afhankelijk zijn - vrijheid voor beiden uitbannen van
asymmetrische machtsverhoudingen - wanneer autoriteit verantwoordelijkheid
samengaan zelfbewustzijn autonomie - het hele verhaal van historische/dialectische
stadia geldt ook voor de absolute Geest - zodoende komt pas in mens maatschappij God tot
zelfbewustzijn (God historisch)
10Hegel zelfrealisering objectieve geest
- alles is een historisch-dialectisch proces
staat, recht, kunst, religie, filosofie - fenomenologie van de geest hoe het bewustzijn
verschijnt op het wereldtoneel - alle culturen en religies zijn fasen in de
trapsgewijze ontwikkeling van de geest - Zeitgeist de geest in een bepaald stadium van
zijn ontwikkeling (cultuur, mentaliteit) - uiteindelijk vinden we de waarde van elke fase
terug op een hoger plan (zelf-bewustzijn) - alles ontwikkelt zich zo, dat het op zijn
beginpunt terugkeert op een hoger niveau - - subjectieve geest
- - objectiveert zich in recht, moraal,
zedelijkheid ( objectieve geest) - - komt tot zichzelf in kunst, religie,
filosofie ( absolute geest) - innerlijke vrijheid moet verwerkelijkt worden in
maatschappelijke instellingen - de objectieve geest (bijv. het recht, in 1e
instantie buiten tegenover de vrije mens) - zedelijkheid verzoening (synthese) van de
uitwendige rechtsorde innerlijke moraliteit - de morele maatschappelijke orde
universalisering van zelfbewustzijn (vrijheid) - dialectiek van zelf-determinatie is inherent aan
de structuur van vrijheid, - het ultieme kenmerk van de geest
11Hegel vrijheid, noodzakelijkheid collectief
- verwerkelijking van de geest in de samenleving
vereist een toenemende individualiteit, - die begint met de realisering door het
zelfbewustzijn van de waarheid van zelf-zekerheid - en uitmondt in de vorm van een gedeeld
gemeenschappelijk leven in een geïntegreerde - gemeenschap van liefde redelijkheid,
gebaseerd op verwerkelijking van menswording - uiteindelijk is de totaliteit van alles voor
zichzelf inzichtelijk geworden, door een - subject dat deze totaliteit begrijpt, zichzelf
hierin herkent, en daarmee vrij is geworden - 19e eeuw opkomst van de moderne natiestaat
(Napoleon 1799-1815) - natie (volk, nationalisme) subjectieve geest
staat objectieve geest - natiestaat burger zelfbewustzijn, vrijheid
soevereiniteit (absolute verwerkelijking) - God de geobjectiveerde geest als uiting van de
bewuste en vrije collectieve identiteit - Hegels systeem is dus een filosofie van de
vrijheid, autonomie, soevereiniteit - de geschiedenis is het voortschrijdende
bewustzijn van de vrijheid - vrijheid niet in termen van vrij zijn van
bepaling, maar als noodzakelijkheid (vgl.Spinoza) - zelfbewustzijn het individuele overstijgen,
als sociaal wezen deel zijn van het collectief - geest zijn is leven binnen een gemeenschap, dat
geldt ook voor God
12Hegel geloof, verlossing, verzoening, vrijheid
- Hegel ziet God als een evoluerende, zichzelf
realiserende geest - 1 zichzelf verwerkelijkend, 2 zichzelf
bewust-wordend - de openbaring is voortschrijdende bewustwording
van God door die van de mens - Hegel was tegen een positieve en autoritaire
godsdienst, en voor een redelijke - d.w.z. monotheïstisch, egalitair,
verinnerlijkt, geestelijk, bevrijd van
zintuiglijkheid - het protestantisme (m.n. Luther) is de kroon op
geschiedenis van de religiositeit - door Jezus is de relatie tussen mens (subject)
het goddelijke (absolute geest) hersteld - Jezus' dood is een daad van verzoening
(synthese, opheffing van vervreemding) - de dood van Jezus heeft binnen God zelf
plaatsgevonden (als offer) - door de persoonlijke verlossing die het geloof
biedt kan de gelovige zich identificeren - met de gemeenschap waarin de geest van God
oneindig leven heeft - God sterft opdat de mens God wordt, en binnen
kan gaan in het rijk van de vrijheid - geen onsterfelijkheid van de ziel, alleen in het
voorleven in de gemeenschap - Jezus was mens, maar een rolmodel, omdat hij
deelnam aan de absolute geest - de wederopstanding staat symbool voor het
voortleven van het Woord van God
13 Reflecties op religie in een post-moderne wereld
tot volgende week
http//filosofiereligiositeit.wordpress.com/