Atypische mycobacteri - PowerPoint PPT Presentation

1 / 54
About This Presentation
Title:

Atypische mycobacteri

Description:

Atypische mycobacteri n in de setting van mucoviscidose Mieke Develter Dinsdag 27 april 2004 UZ Gasthuisberg Mucoviscidose (cystic fibrosis CF) meest frequente ... – PowerPoint PPT presentation

Number of Views:94
Avg rating:3.0/5.0
Slides: 55
Provided by: mdve
Category:

less

Transcript and Presenter's Notes

Title: Atypische mycobacteri


1
Atypische mycobacteriën in de setting van
mucoviscidose
  • Mieke Develter
  • Dinsdag 27 april 2004
  • UZ Gasthuisberg

2
Mucoviscidose (cystic fibrosis CF)
  • meest frequente levensverkortende genetische
    aandoening bij de blanke populatie (1/2500)
  • autosomaal recessieve aandoening
  • mutatie in één enkel gen op de lange arm van
    chromosoom 7 coderend voor het CF transmembrane
    conductance regulator (CFTR) proteïne
  • veel mutaties beschreven, doch slechts een dozijn
    verantwoordelijk voor de meeste gevallen
  • aanwezigheid van ?F508 verantwoordelijk voor de
    hogere frequentie van blanke tov andere rassen

3
Mucoviscidose (cystic fibrosis CF)
  • sterk visceuze secreties respiratoire en
    gastro-intestinale problemen
  • inflammatie van de luchtwegen vanaf jonge
    leeftijd
  • sputumculturen multipele pathogenen, met
    voorspelbare, universele cascade van pathogenen
    in functie van leeftijd

4
Leeftijdsspecifieke prevalentie van respiratoire
pathogenen in CF patiënten
CFF National Patient Registry Data 2001
5
Mucoviscidose (cystic fibrosis CF)
  • erkennen en agressief behandelen van chronische
    infectie heeft geleid tot betere
    levensverwachtingen (33,4 jaar in 2001)

CFF National Patient Registry Data 2001
6
Mucoviscidose (cystic fibrosis CF)
  • bij deze toegenomen overleving, vond men in de
    monsters van de luchtwegen van CF- patiënten
  • multipele antibiotica resistente stammen van
    traditionele pathogenen zoals P. aeruginosa
  • het verschijnen van nieuwe, meer virulente
    pathogenen zoals B. cepacia complex
  • toenemend isoleren van organismen aanvankelijk
    als commensalen aanzien, zoals atypische
    mycobacteriën (nontuberculous mycobacteria (NTM))

7
Atypische mycobacteriën (nontuberculous
mycobacteria NTM)
  • vrij snel geobserveerd na de ontdekking door Koch
    van de tuberkel bacil
  • zuur-vaste bacillen (Acid-Fast Bacilli AFB)
  • water en grond-saprofieten
  • pas rond 1950 als humane pathogenen erkend
  • zeldzame overdracht van persoon op persoon
  • toename in prevalentie van NTM (CDC)
  • niet gekend of NTM-ziekte (vooral longziekte)
    snel na infectie of pas na een latentieperiode
    ontwikkelt
  • occasioneel oorzaak van primaire longziekte, maar
    vaker bij patiënten met onderliggende
    aandoeningen zoals AIDS, chronische longziektes,
    diabetes mellitus en behandeling met steroïden

8
NTM CF
  • CF-patiënten hebben verhoogd risico op
    NTM-infectie omwille van
  • chronische longaandoening
  • diabetes mellitus
  • steroïden

9
NTM CF
  • toenemend gebruik van onderhoudstherapie met
    macroliden verdere studies zijn wel nodig voor
    lange termijn impact
  • anti-infectieus
  • excellente biofilmpenetratie (P. aeruginosa)
  • intracellulaire accumulatie in P. aeruginosa
  • inhibitie proteïnesynthese
  • verbeterde doding van P. aeruginosa
  • anti-inflammatoir effect ?
  • accumulatie in neutrofielen met impact op
    verschillende sleutelfuncties ?
  • fase III trial verbeterde longfunctie, toename
    in gewicht, verminderd pulmonaire exacerbaties
  • mogelijke resistentie inductie bij atypische
    mycobacteriën

10
Atypische mycobacteriën (nontuberculous
mycobacteria NTM)
  • taxonomie
  • traag groeiende
  • fotochromogenen (Runyoun groep I)
  • oa M. kansasii
  • scotochromogenen (Runyoun groep II)
  • oa M. scrofulaceum
  • nonfotochromogenen (Runyoun groep III)
  • oa M. avium, M. intracellulare (MAC complex)
  • snel groeiende (Runyoun groep IV)
  • oa M. fortuitum, M. chelonae, M. abscessus

11
Diagnostische criteria voor NTM longziekte (ATS
1997)
  • klinische criteria
  • compatibele symptomen met deterioratie indien
    onderliggende aandoening
  • exclusie van andere oorzaken als verklaring
  • radiologische criteria
  • RX-thorax
  • Infiltraten, cavitatie, noduli
  • HRCT (high-resolution computed tomography)
  • Noduli, bronchiëctasiën

12
Diagnostische criteria voor NTM longziekte (ATS
1997)
  • bacteriologische criteria
  • ten minste drie beschikbare sputa/bronchiale
    washes beschikbaar binnen 1 jaar
  • drie positieve culturen met negatief uitstrijkje
    of
  • twee positieve culturen met een positief
    uitstrijkje
  • één beschikbare bronchiale wash met
    onmogelijkheid om sputumstalen te verkrijgen
  • positieve cultuur of positief uitstrijkje
  • weefselbiopsie met positieve cultuur
  • voor diagnose van pulmonaire ziekte moet aan alle
    3 de criteria voldaan zijn

13
Diagnostische criteria voor NTM longziekte (ATS
1997)
  • kliniek
  • symptomen zijn variabel en niet specifiek
    (chronische hoest, sputum productie,
    vermoeidheid, malaise, dyspnoe, koorts, hemoptoë,
    gewichtsverlies)
  • radiologie
  • geen specifieke diagnostische kenmerken
  • cultuur essentieel voor diagnose

14
Critical appraisal
  • Patiënt volwassen mucoviscidosepatiënt
  • Interventie cultuur van mycobacteriën
  • Vergelijking huidige decontaminatiemethode bij
    cultuur van atypische mycobacteriën met in de
    literatuur beschreven methodes voor specifieke
    decontaminatie bij mucoviscidosepatiënten
  • Outcome heeft het opsporen van atypische
    mycobacteriën een invloed op de outcome van
    mucoviscidosepatiënten ?

15
Critical appraisal bronnen
  • literatuurstudie
  • contact met andere referentiecentra van
  • België voor mucoviscidose
  • nog lopende studie in Gasthuisberg

16
detectiemethodes
  • huidtests
  • moleculaire diagnostiek in ontwikkeling
  • cultuur gouden standaard, tijd
  • zuurvaste kleuring geen speciës identificatie
    mogelijk, minder gevoelig

17
decontaminatiemethodes
  • NALC-NaOH meest gebruikt voor routine stalen
  • oxaalzuur
  • NALC-NaOH gevolgd door oxaalzuur
  • 2-stapsdecontaminatie
  • NALC-NaOH
  • NALC-NaOH gevolgd door oxaalzuur indien
    contaminatie

18
Analytische performantie
  • Pre-analytische factoren
  • Analytische factoren

19
Pre-analytische factoren
  • respiratoire stalen ochtendstaal
  • opgehoest sputum accurate indicator van lage
    luchtweg pathologie, geprefereerde bron van
    luchtwegsecreties bij mucoviscidosepatiënten
  • hypertonisch zout geïnduceerd sputum goed
    surrogaat voor staal van lagere luchtweg
  • keel geen optimale indicator van lage luchtweg
    pathologie (voor P. aeruginosa goede
    specificiteit, maar slechte sensitiviteit)
  • BAL-vocht meer sensitief dan keel bij patiënten
    die geen sputum ophoesten, maar
  • invasief
  • kostelijk
  • beperkt tot 1 lob, mogelijk regionale aandoening
    missend
  • kruis-contaminatie mogelijk met besmette
    bronchoscoop

20
Pre-analytische factoren
  • snel transport en inzetten van cultuur na afname
  • steriel, lekvrij, wegwerp recipiënt
  • geen preservatieven vereist voor robuste
    mycobacteriën
  • onmiddellijk inzetten van cultuur
  • bij transporttijd gt 1 uur staalbewaring op 4C
    gedurende maximum 24 uur
  • in labo staalbewaring op 4C (gedurende maximum
    24 uur) voor het inzetten van het staal
  • (vandaar voorkeur geen staalafname op
    donderdagavond of vrijdag)

21
Analytische factoren
  • meetbereik
  • zuur-vaste kleuring (106 AFB/ml ? AFB)
  • (104 AFB/ml ? AFB in
    60)
  • cultuur (10 100 AFB/ml detectie)
  • Turn Around Time (cultuur) 6 weken indien
    negatief, iets langer indien secundaire
    decontaminatie vereist is

22
Diagnostische performantie
  • literatuur
  • performantie van detectiemethodes
  • performantie van decontaminatiemethodes voor
    cultuur
  • prevalentie
  • andere referentiecentra mucoviscidose
  • prevalentie
  • nog lopende studie in Gasthuisberg

23
Performantie van detectiemethodes
  • huidtests
  • algemeen
  • veel gemeenschappelijke antigenen bij
    verschillende mycobacteriën speciës
  • extensieve kruisreacties
  • corticosteroïden gebruik
  • anergie

24
Performantie van detectiemethodes
  • moleculaire diagnostiek
  • reeds voor M. tuberculosis en MAC complex
  • in ontwikkeling voor andere atypische
    mycobacteriën
  • sneller (6u)
  • in afwachting van meer probes voor NTM, voorlopig
    poging tot betere cultuur resultaten
  • in ontwikkeling op UZ Gasthuisberg (eventueel
    tegen lente 2005)

25
Performantie van detectiemethodes
  • cultuur gouden standaard aanbeveling van één
    vast en één vloeibaar medium (CDC)
  • vaste bodem
  • ei-media bv Löwenstein-Jensen
  • goede houdbaarheid (verschillende maanden in
    koelkast)
  • goede isolatie van M. tuberculosis
  • minder betrouwbaar voor isolatie van andere
    mycobacteriën
  • agar-media bv Middlebrook 7H11 en 7H10
  • duur
  • beperkte houdbaarheid (1 maand in koelkast)
  • delicaat excessieve warmte/licht kan
    deterioratie veroorzaken met vrijzetting van
    formaldehyde toxisch voor mycobacteriën

26
Performantie van detectiemethodes
  • cultuur gouden standaard aanbeveling van één
    vast en één vloeibaar medium (CDC)
  • vloeibaar medium
  • radiometrische detectie BACTEC 460TB system
  • eerste systeem dat significant eerdere detectie
    van mycobacteriën toeliet
  • nu als gouden standaard aanzien nieuwere
    systemen worden hiermee vergeleken
  • non-radiometrische detectie bv MGIT 960 system
    (gebruik op UZ Gasthuisberg)

27
Performantie van detectiemethodes
  • Vloeibare bodem
  • radiometrische detectie BACTEC 460TB system
  • principe -metabolisch verbruik van
    radiolabeled palmitinezuur 14C-gelabeled
    CO2 groei van mycobacteriën
  • -12B medium is erg arm aan voedinsstoffen, dus
    geen goede voedinsbodem voor de meeste
    bacteriën die het 14C-substraat niet gebruiken
  • beperkingen
  • radioactief materiaal
  • manueel werk (laden en ontladen)
  • potentieel risico van kruis contaminatie
  • gebrek aan gecomputeriseerd data management

28
Performantie van detectiemethodes
  • Vloeibare bodem
  • non-radiometrische detectie bv MGIT 960 system
  • principe -fluorescentie-sensor technologie
  • fluorescerend element is ingebed in bodem van
    MGIT-tube, dat aanvankelijk onderdrukt wordt
    door de aanwezige zuurstof, bij O2 verbruik
    door bacteriën neemt de fluorescentie toe
  • -gemodifieerde Middlebrook 7H9 (rijk
    medium)
  • voordelen
  • geen radioactief materiaal
  • volautomatisch
  • continue monitoring (60)
  • niet invasieve aflezing die kruis-contaminatie
    en prikaccidenten voorkomt

29
Performantie van detectiemethodes
TTD time to detection
30
(No Transcript)
31
studie met aantal isolaten sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in ) sensitiviteit (in )
studie met aantal isolaten totaal (alle mycobacteriën) totaal (alle mycobacteriën) totaal (alle mycobacteriën) MTB (Mycobacterium tuberculosis) MTB (Mycobacterium tuberculosis) MTB (Mycobacterium tuberculosis) NTM (atypische mycobacteriën) NTM (atypische mycobacteriën) NTM (atypische mycobacteriën)
studie met aantal isolaten MGIT LJ 460TB MGIT LJ 460TB MGIT LJ 460TB
Hanna et al. (362) 80 69 75 77 80 90 81 63 66
Leitritz et al. (127) 78 61 91 90 79 93 69 47 90
Tortoli et al. (236) 80 71 85 88 74 92 61 64 72
Kanchana et al. (104) 77 59 90 92 85 97 58 24 82
Scarparo et al. (122) 59 58 82 92 77 96 39 47 73
32
UZ Gasthuisberg
  • Cultuur enkel vloeibaar medium (MGIT)

studies Sensitiviteit (in ) Sensitiviteit (in ) Sensitiviteit (in ) Sensitiviteit (in ) Sensitiviteit (in ) Sensitiviteit (in )
studies Totaal Totaal MTB MTB NTM NTM
MGIT MGIT vast MGIT MGIT vast MGIT MGIT vast
Hanna et al. 80 93 77 92 81 93
Leitritz et al. 78 81 89 94 69 70
Tortoli et al. 80 90 88 94 61 81
Kanchana et al. 77 77 92 92 58 58
Scarparo et al. 59 80 92 98 39 68
33
Performantie van detectiemethodes
  • zuurvaste kleuringen (Acid -Fast Bacilli AFB)
  • 2 types
  • carbol-fuchsine (Ziehl-Neelsen of Kinyoun)
  • lichtmicroscoop 300 velden bekijken (15)
  • auramine-rhodamine fluorochroom voorkeur
  • fluorescentiemicroscoop kleinere vergroting 30
    velden bekijken (1,5)
  • verbeterde sensitiviteit
  • sneller
  • snel groeiende mycobacteriën (Runyon groep IV)
    kunnen
  • lt 10 zuurvast zijn en niet kleuren met
    fluorochroomkleuring
  • minder sensitief als cultuur (106 AFB/ml ?
    AFB)
  • (104 AFB/ml ? AFB in 60)
  • geen bepaling van speciës mogelijk

34
Performantie van decontaminatiemethodes voor
cultuur
  • NALC-NaOH meest gebruikt voor routine stalen
  • oxaalzuur
  • NALC-NaOH gevolgd door oxaalzuur
  • 2-stapsdecontaminatie
  • NALC-NaOH
  • NALC-NaOH gevolgd door oxaalzuur op reeds
    gegroeide cultuur indien contaminatie

35
Performantie van decontaminatiemethodes
  • Whittier et al., 1993 experiment 30 stalen van
    CF-patiënten gekend negatief voor mycobacteriën,
    werden geïnoculeerd met een standaard hoeveelheid
    NTM en gedecontamineerd op 3 ? methodes

graad van contaminatie na decontaminatie graad van contaminatie na decontaminatie graad van contaminatie na decontaminatie graad van contaminatie na decontaminatie
NALC-NaOH oxaalzuur NALC-NaOH gevolgd door oxaalzuur
LJ buis 21 (70) 16 (53) 4 (13)
BacTec flesje 14 (47) 15 (50) 3 (10)
36
Performantie van decontaminatiemethodes
  • Whittier et al (1997) 5 gesimuleerde
    sputumstalen, besmet met P. aeruginosa en NTM
    (3/5) werd opgestuurd naar 20 laboratoria, ter
    controle van NALC-NaOH-oxaalzuur
    decontaminatimethode

verwachte resultaten verwachte resultaten bekomen resultaten bekomen resultaten
uitstrijkje cultuur uitstrijkje cultuur
3/4 NTM 20/20 19/20
negatief negatief 18/20 19/20
1/2 NTM 10/20 11/20
negatief negatief 20/20 20/20
3/4 NTM 18/20 20/20
37
Performantie van decontaminatiemethodes
  • Bange et al., 1999 prospectieve screening 414
    stalen afkomstig van 148 CF-patiënten,
    gedecontamineerd op 2 ? methodes, daarna
    geïnoculeerd in MGIT tubes (geen vaste bodem
    ingezet, niet vergeleken met Bactec 460TB system)
  • 11 stalen NTM slechts 5 gemeenschappelijk
    met beide methodes gedetecteerd

NALC-NaOH NALC-NaOH met oxaalzuur
vals (contaminatie) 237/414 (57) 106/414 (26)
vals (geen groei) 0 3
echt NTM 8/11 (5 3) 8/11 (5 3)
Oxaalzuur kan vals negatieve resultaten geven
38
Performantie van decontaminatiemethodes
  • Bange et al., 2002 prospectieve screening 920
    stalen afkomstig van 239 CF-patiënten,
    2-stapsdecontaminatie
  • NALC-NaOH 31 NTM (van 12 patiënten)
  • indien gecontamineerd dan NALC-NaOH en oxaalzuur
    9 NTM (van 8 patiënten)
  • vals en vals zo veel als mogelijk reduceren

1 NALC-NaOH 2 NALC-NaOH met oxaalzuur
vals (contaminatie) 415/920 (45) 67/920 (7,3)
echt NTM 30/920 (3) (9 30)/920 (4)
39
prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten) prevalentie (NTM bij CF-patiënten)
Studie Land Aantal Lft Screen Decont Media Prevalentie opmerkingen
Smith et al. 1984 UK 233 11-50 Reg/6j 7/233 (3) 3 MTB
Hjelte et al. 1990 Zwed 54 3-67 3/3j 6/54 (11) 1 MTB
Kilby et al. 1992 US 87 18-64 ?/11j NALC-NaOH LJ 460TB 17/87 (19)
Aitken et al. 1993 US 64 17-50 1/j NALC-NaOH LJ 7H11 460TB 8/64 (12)
Hjelt et al. 1994 Dene 185 2-38 NALCoxaalz LJ 9/185 (5)
Oliver et al. 2001 Span 37 NALCoxaalz LJ ESP 6/37 (16)
Olivier et al. 2003 US 986 gt 10j 3/j NALC-NaOHoxaalz LJ 460TB 128/986 (13) variatie 7 24 volgens ligging
40
Andere Belgische referentiecentra voor
mucoviscidose
  • Prevalentie
  • AZ VUB
  • sedert 2 jaar screening 1/jaar en bij klinische
    achteruitgang
  • methode 2 stapsdecontaminatie (Bange et al 2002)
  • 3 patiënten met M. abscessus
  • geen longtransplantatie indien M. abscessus
  • Centre Muco Erasme
  • 150 patiënten (volwassenen)
  • sedert 2 à 3 jaar screening 1/jaar
  • 2 of 3 maal mycobacteriën geïsoleerd
  • methode NALC-NaOH en bij contaminatie herhaling
    NALC-NaOH

41
Andere Belgische referentiecentra voor
mucoviscidose
  • mucocentrum Antwerpen St. Vincentiusziekenhuis
    (volw ptn)
  • cultuur mycobacteriën wordt regelmatig
    aangevraagd
  • methode NALC-NaOH
  • geen statistieken
  • universitair ziekenhuis Antwerpen (kinderen)
  • geen systematische screening, wel op indicatie en
    zeker indien bronchoscopie gebeurd is
  • methode geen specifieke decontaminatiemethode
    (methode ontwikkeld door prof. Pattyn)
  • nog geen resultaat

42
Andere Belgische referentiecentra voor
mucoviscidose
  • UZ Gent
  • sedert 3 à 4 jaar screening 1/jaar
  • methode NALC-NaOH
  • nog geen resultaat
  • CHR Citadelle
  • 80 patiënten (? 35 volwassenen)
  • sedert 4 jaar screening 1/jaar en bij klinische
    achteruitgang
  • methode NaOH
  • 2 atypische mycobacteriën geïsoleerd bij tieners

43
Andere Belgische referentiecentra voor
mucoviscidose
  • cliniques St. Luc
  • 130 patiënten (38 volwassenen)
  • screening sedert 10 jaar
  • niet systematisch, wel bij
  • klinische acteruitgang
  • hospitalisatie
  • toename sputumproductie
  • methode NALC-NaOH , bij contaminatie oxaalzuur
  • 1 M. chelonae geïsoleerd

44
UZ Gasthuisberg
  • prospectieve studie bij (80) volwassen
    CF-patiënten
  • stalen van 30 patiënten
  • 10/30 redecontaminatie (2-stapsdecontaminatie
    volgens Bange et al)
  • nog geen resultaat

45
Klinische impact diagnostisch
  • Kunnen andere testen vermeden, vervangen worden ?
  • Levert de test supplementaire en/of meer adekwate
    informatie, niet verkrijgbaar door andere
    onderzoeken ?
  • diagnose van NTM-infectie ATS-criteria voor
    diagnose van pulmonaire ziekte moet aan alle 3 de
    criteria voldaan zijn (klinisch, radiologisch,
    microbiologisch)

46
Klinische impact therapeutisch
  • Kan een behandeling sneller gestart of juist
    vermeden worden door deze test ?
  • niet starten van onderhoudstherapie met
    macroliden indien cultuur om resistentie te
    vermijden
  • sneller starten van antimycobacteriële therapie
  • vermijden van therapie voor andere pathogenen
  • soms voorwaarde voor transplantatie (echter geen
    contra-indicatie volgens ATS)
  • vermijden van meer invasieve therapeutische
    opties (bv uitstellen van longtransplantatie,
    cfr. Oliver et al., 2001)

47
Klinische impact outcome
  • Kan een ziekte, complicatie, morbiditeit,
    mortaliteit vermeden worden door deze test ?
  • case reports geen consensus
  • casussen met/zonder klinische deterioratie
  • casussen met/zonder klinische verbetering bij
    therapie
  • geen vergelijkende studies gevonden met bewezen
    verbeterde outcome wanneer gescreend wordt naar
    atypische mycobacteriën en deze ook behandeld
    worden indien klinisch geïndiceerd

48
Outcome case reports
  • Smith et al (1984, UK) 223 patiënten 11 - 50
    jaar
  • follow up bij 3 patiënten met NTM
  • 1 beantwoordde niet aan therapie en overleed
    (autopsie) (M. fortuitum)
  • 1 ging klinisch beter na 3 maand therapie (M.
    chelonae)
  • 1 geen therapie toegediend (eenmalige isolatie
    NTM)
  • Hjelte et al (1990, Zweden) 54 patiënten 3-67
    jaar
  • (3 MAC, 1 M. kansasii, 1 M. gordonae, 1 niet te
    classeren)
  • impact
  • bij aanvang klinische deterioratie
  • follow up klinische verbetering met aangepaste
    therapie

49
Outcome case reports
  • Kilby et al (US 1992) 87 patiënten 18 - 64 jaar
    oud over 11 jaar opgevolgd
  • (17 patiënten met NTM
  • 11 met MAC
  • 3 met M. chelonae
  • 2 met zowel MAC als M. chelonae
  • 1 met M. fortuitum)
  • impact geen correlatie met ernst aandoening
  • Aitken et al (1993, US) 64 patiënten 17 - 50
    jaar oud over 1 jaar
  • (8 patiënten met NTM 7 met MAC en 1 met M.
    fortuitum)
  • impact tendens NTM patiënten lagere klinische
    scores

50
Outcome case reports
  • Hjelt et al (1994, Denemarken) 185 patiënten
    2-38,5 jaar (mediaan 15 jaar) over 1 jaar (3-4
    jaar follow up)
  • (7 patiënten met herhaaldelijk NTM 2 met MAC en
    5 met M. abscessus)
  • impact
  • bij aanvang 3/7 patiënten klinisch stabiel (1
    MAC, 2 M. abscessus)
  • follow up -bij 2/7 patiënten verdwijnt NTM
    spontaan (1 MAC)
  • -bij 2/7 patiënten verbeterde kliniek
    onder therapie (simultane therapie voor andere
    pathogenen) (2 M. abscessus)
  • -geen eradicatie bij 4/5 patiënten
    ondanks therapie

51
Outcome case reports
  • Oliver et al (Spanje 2001) 37 patiënten
  • impact 3 patiënten met persisterende NTM
  • bij aanvang klinische deterioratie voor en
    tijdens studie
  • follow-up
  • 2/3 behandeld
  • 1 klinische verbetering (M. chelonae) , zodat
    een inschrijving op de wachtlijst voor
    longtransplantatie geannuleerd kon worden
  • 1 duidelijke klinische verbetering (MAC)
  • 1/3 onbehandeld met stabiele longfunctie (M.
    chelonae)

52
Outcome case reports
  • Olivier et al (US 2003) 986 CF-patiënten ? 10
    jaar ( 10 van de US CF-populatie ? 10 jaar)
  • 128/986 NTM MAC (72) en M. abscessus (16)
  • onderverdeling in groep ATS criteria en - ATS
    criteria
  • impact
  • bij aanvang betere longfunctie bij NTM
    patiënten
  • korte termijn follow up (15 maand)
  • geen significante vermindering longfunctie
  • meer (progressie) abnormaliteiten HRCT bij groep
    ATS criteria

53
Organisatorische en financiële impact
  • kostprijs
  • cultuur riziv forfait 11,04
  • werkelijke kostprijs 8, 99 -indien geen
    secundaire decontaminatie
  • -indien wel secundaire decontaminatie
    duurder (waarschijnlijk dubbel)

54
To Do
  • studie afwachten
  • opleiding laboranten
  • aanpassingen op aanvraagbon nr. 3030

respiratoir specimen
cultuur
fungi
  • sputum
  • bronchus of endotrach.aspiraat
  • bronchuslavage/BAL
  • monster van mucoviscidosepatiënt

1754 1755 1756 1759
  • ?
  • ?
  • ?
  • ?

45 46 47 49
atypische mycobacteriën, enkel voor
mucoviscidosepatiënt
?
Write a Comment
User Comments (0)
About PowerShow.com